15 september 2020

Actualisatie Middellangetermijnverkenning 2022-2025

Naast de MEV is vandaag een actualisatie van de middellangetermijnverkenning gepubliceerd. In de basisverkenning herstelt de economie geleidelijk van de corona-recessie. Vanwege de grote onzekerheid is er ook een dieperdalscenario doorgerekend waarin de coronarecessie grotere langdurige economische gevolgen heeft. Dit scenario sluit aan op het scenario in de MEV waarin sprake is van hernieuwde contactbeperkingen. De corona-uitbraak leidt tot een lager bbp-niveau in 2025 dan in de verkenning van maart. Het bbp-volume in 2025 is in de basisverkenning 4% neerwaarts herzien ten opzichte van die in maart; in het dieperdalscenario is dat zelfs 9%. De werkloosheid daalt geleidelijk tot 4,5% in 2025 in de basisverkenning maar is nog altijd meer dan 6% in het dieperdalscenario. De koopkracht neemt niet toe in 2022-2025. Het overheidstekort loopt terug tot 1,7% bbp in 2025 in de basisverkenning, maar is nog altijd meer dan 3% bbp in het dieperdalscenario. De corona-uitbraak verslechtert het houdbaarheidssaldo; volgens de huidige inschatting voor de basisverkenning is het houdbaarheidstekort 3,0% bbp.
primary image 740x420

In deze geactualiseerde verkenning van de economische en budgettaire ontwikkeling in de jaren 2022-2025 zijn de gevolgen van de corona-uitbraak in 2020 verwerkt. De jaren 2022-2025 beslaan de volgende kabinetsperiode, na de Kamerverkiezingen in maart 2021. Deze verkenning, die wordt verwerkt in de meerjarencijfers van de begroting, beoogt een van de bouwstenen te zijn voor het nadenken over het beleid in 2022-2025. In november volgt vanwege de huidige grote onzekerheden een update van de verkenning. Deze zal worden gebruikt als basispad bij de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s. Komend voorjaar volgt dan een nadere update die zal worden gebruikt voor de doorrekening van het regeerakkoord. Na de totstandkoming van het regeerakkoord zal een middellangetermijnverkenning (mlt) worden gepubliceerd waarin het regeerakkoord is verwerkt.

Door de wereldwijde corona-uitbraak is ook voor de middellange termijn de onzekerheid over de economische ontwikkeling zeer groot. De epidemiologische ontwikkeling is onzeker en daarmee is er onzekerheid waar de economie eind 2021 staat, aan de vooravond van de periode 2022-2025 die in deze publicatie centraal staat. Ook los daarvan zijn de onzekerheden over de economische vooruitzichten groot. Het is onduidelijk tot welke veranderingen in consumptiesamenstelling en sectorstructuur de coronacrisis zal gaan leiden en wat internationaal de wijzigingen in economisch beleid zullen zijn als gevolg van de pandemie-ervaring. Wijzigingen in sectorstructuur zullen de structurele arbeidsproductiviteit beïnvloeden. Wat betreft het arbeidsaanbod is er de onzekerheid over het effect van de corona-uitbraak op de netto immigratie. Er zijn ook economische onzekerheden die los staan van corona, zoals de ongewisse ontwikkeling van het internationale handelssysteem. Hoe gaat het verder met het Amerikaanse handelsbeleid? Hoe ontwikkelt de positie van China zich? Komt er een vrijhandelsakkoord tussen de EU en het VK?

De enige zekerheid is de vergrijzing van de bevolking. De vergrijzing zal de uitgaven voor de AOW en de zorg verhogen. Tegelijkertijd dempt de vergrijzing de toename van het arbeidsaanbod.

Om de onzekerheid als gevolg van corona recht te doen presenteert het CPB daarom naast de basisverkenning het dieperdalscenario. In dit scenario is sprake van een tweede coronagolf met hernieuwde contactbeperkingen in 2020-2021 en is de potentiële groei in 2022-2025 lager dan in de basisverkenning door lagere immigratie en lagere productiviteitsgroei. De corona-uitbraak en de bovengemiddelde werkloosheid dempen de immigratie in de periode 2022-2025. De potentiële groei ligt in het dieperdalscenario ook lager dan in de basisverkenning door een lagere stijging van de structurele arbeidsproductiviteit als gevolg van de corona-uitbraak.

Bekijk ook: de Macro Economische Verkenning 2021 (MEV).

15 september 2020
De corona-uitbraak leidt tot een lager bbp-niveau in 2025 dan in de verkenning van maart. Het bbp-volume in 2025 is in de basisverkenning 4% neerwaarts herzien ten opzichte van die in maart; in het dieperdalscenario is dat zelfs 9%. Dit komt zowel door de neerwaartse herziening van het trendmatig arbeidsaanbod als door de neerwaartse herziening van de trendmatige arbeidsproductiviteit. De neerwaartse herziening van het arbeidsaanbod komt door de herziening van de bevolkingsprognose. De corona-uitbraak heeft een negatief effect op de immigratie. De neerwaartse herziening van de trendmatige arbeidsproductiviteitsgroei vloeit voort uit een zwakkere groei van de kapitaalgoederenvoorraad en uit een lagere stijging van de multifactorproductiviteit als gevolg van de corona-uitbraak.
primary image 740x420

De corona-uitbraak heeft naar verwachting geen invloed op de structurele werkloosheid in de basisverkenning. De bbp-groei is 1,6% per jaar in 2022-2025 in de basisverkenning. De feitelijke bbp-groei overtreft de potentiële groei door inhaalgroei. In 2021 is de output gap duidelijk negatief (-2,5% bbp) en ligt de werkloosheid ver boven de evenwichtswerkloosheid. Er is in de basisverkenning de technische veronderstelling gemaakt dat in 2025 de output gap gesloten is en de werkloosheid gedaald is naar het evenwichtsniveau. In het dieperdalscenario is in de output gap in 2025 nog niet gesloten. Door inhaalgroei is in de basisverkenning de bbp-groei in 2022-2025 marginaal opwaarts herzien ten opzichte van de maart-verkenning toen deze op 1,5% per jaar stond. Desalniettemin is, zoals hierboven al vermeld, door de coronaklap in 2020 het bbp-niveau in 2025 4% lager geraamd dan in de verkenning van maart. 

Bekijk ook: de Macro Economische Verkenning 2021 (MEV).

Kerngegevenstabel actualisatie MLT,  september 2020

Internationale economie
  2009/2013 2014/2017 2018/2021 2022/2025
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) 1,6 4,7 0,8 4,3
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) 1,3 1,6 0,6 0,8
Olieprijs (dollars per vat, niveau in eindjaar) 107,8 54,3 45,1 51,7
Eurokoers (dollar per euro, niveau in eindjaar) 1,33 1,13 1,14 1,19
Lange rente Nederland (niveau in eindjaar in %) 2,0 0,5 -0,3 0,0
Volume bbp en bestedingen
  2009/2013 2014/2017 2018/2021 2022/2025
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) -0,4 2,1 0,6 1,6
Consumptie huishoudens (%) -0,8 1,4 0,5 1,6
Consumptie overheid (%) 0,8 0,7 2,3 1,6
Investeringen (inclusief voorraden, %) -3,7 5,5 1,4 1,7
Uitvoer van goederen en diensten (%) 2,2 5,0 1,6 3,5
Invoer van goederen en diensten (%) 1,7 5,3 2,5 3,7
Prijzen, lonen en koopkracht (toelichting/begrippen)
  2009/2013 2014/2017 2018/2021 2022/2025  
Prijs bruto binnenlands product (%) 0,8 0,7 2,1 1,3  
Uitvoerprijs goederen en diensten (exclusief energie, %) 0,8 0,2 0,9 0,8  
Prijs goedereninvoer (%) 1,4 -2,2 -0,5 0,9  
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) 2,0 0,5 1,8 1,5  
Loonvoet bedrijven (per uur, %) 1,9 0,6 2,2 1,8  
Cao-loon bedrijven (%) 1,6 1,3 2,1 1,5  
Koopkracht, statisch, mediaan, alle huishoudens (%) -0,7 1,3 1,0 -0,1  
Arbeidsmarkt
  2009/2013 2014/2017 2018/2021 2022/2025
Beroepsbevolking (%) 0,5 0,3 0,8 0,7
Werkzame beroepsbevolking (%) -0,2 0,9 0,6 1,0
Werkloze beroepsbevolking (in duizend personen, niveau in eindjaar) 647 438 545 435
Werkloze beroepsbevolking (niveau in eindjaar in % beroepsbevolking) 7,3 4,9 5,9 4,5
Werkgelegenheid (in uren, %) -0,6 1,6 0,6 1,0
Overig
  2009/2013 2014/2017 2018/2021 2022/2025
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in eindjaar in %) (a) 74,1 73,3 74,0 74,6
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) 0,4 0,5 0,2 0,7
Individuele spaarquote (niveau in eindjaar in % beschikbaar inkomen)(b) 1,7 3,0 7,1 3,4
Saldo lopende rekening (niveau in eindjaar in % bbp) 10,1 10,8 7,6 7,7
Collectieve sector (toelichting/begrippen)
  2009/2013 2014/2017 2018/2021 2022/2025
EMU-saldo (niveau in eindjaar in % bbp) -2,9 1,3 -5,1 -1,7
EMU-schuld (ultimo eindjaar in % bbp) 67,7 56,9 62,0 66,8
Collectieve lasten (niveau in eindjaar in % bbp) 36,1 38,7 38,7 38,5
Bruto collectieve uitgaven (niveau in eindjaar in % bbp) 46,6 42,9 48,3 44,6

Aanvullende kerngegevens

Investeringen en uitvoer
  2009/2013 2009/2013 2014/2017 2018/2021
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen %) -0,9 3,5 1,5 2,1
Investeringen bedrijven in woningen (%) -12,0 14,9 0,6 -0,4
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) 1,7 4,5 -0,1 3,5
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) 1,2 6,4 3,5 4,3
Prijzen,overheid, nationale cpi en contractloon marktsector (toelichting/begrippen)
  2009/2013 2014/2017 2018/2021 2022/2025
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %) 2,0 0,8 1,8 1,6
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) 1,5 0,7 1,5 1,6
Loonvoet sector overheid (%) 2,3 1,9 2,6 1,9
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) 0,9 1,6 3,1 1,5
Prijs materiële overheidsconsumptie (imoc, %) (a) 1,0 0,3 1,9 1,5
Prijs intermediair verbruik (%) 1,7 0,4 2,5 1,9
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) 1,5 0,3 1,9 1,3
Prijs nationale bestedingen (%) 1,1 0,6 2,0 1,4
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) 0,6 0,5 1,8 1,3
Cao-loon marktsector (%) 1,5 1,3 2,0 1,5
Diverse kerngegevens (in niveaus) (toelichting/begrippen)
  2009/2013 2014/2017 2018/2021 2022/2025
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) 660,5 738,1 821,6 924,5
Bevolking (in duizenden personen) 16780 17082 17450 17715
Beroepsbevolking (in duizenden personen) 8913 9017 9320 9580
Werkloze beroepsbevolking, nationale definitie (in duizenden personen) 708 471 525 410
Werkloze beroepsbevolking, nationale definitie (in % beroepsbevolking) 8,9 5,9 6,4 4,9
Bruto modaal inkomen (euro) 32500 34000 36500 39000
EMU-saldo structureel (EC-methode, % bbp) -0,8 0,3 -3,6 -1,5

(a) De loonkostensubsidie NOW, en de continuïteitsbijdrage in de zorg, hebben een opwaarts effect op de loonvoetmutatie bedrijven in 2020 van 2,0%-punt en een neerwaarts effect van 1,5%-punt in 2021 en 0,4%-punt in 2022.

(b) De sluiting van delen van de overheid, in combinatie met doorbetaling van salarissen, en de loonkostensubsidie NOW hebben een opwaarts effect op de mutatie in 2020 van 0,9%-punt. In 2021 is er een neerwaarts effect van 0,8%-punt.

Contactpersonen

Contactpersonen