This publication is in Dutch, there is no English translation!
November 27, 2014

Maatschappelijke kosten-batenanalyses in het onderwijs: Op weg naar een werkwijzer voor onderwijsmaatregelen

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het CPB verzocht de mogelijkheden te verkennen om maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA’s) uit te voeren in het onderwijsdomein. In deze CPB Notitie concluderen wij dat een verantwoorde analyse mogelijk is als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
No title

Daarnaast nemen wij een voorschot op een nog te ontwikkelen werkwijzer.

Bij een MKBA voor een onderwijsmaatregel is het ten eerste belangrijk dat de opsteller de baten baseert op degelijk wetenschappelijk onderzoek. Zonder een verantwoorde effectmeting heeft de MKBA beduidend minder waarde. Een experiment is sterk aan te raden als er nog geen goede effectmeting bestaat. Uit onderzoek is gebleken dat bepaalde onderwijsinterventies geen of zelfs negatieve effecten kennen. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de Wijkschool in Rotterdam.

Ten tweede dient de MKBA-opsteller te waken voor het dubbeltellingsprobleem. Onderwijs kent effecten op veel deelterreinen van de maatschappelijke welvaart, zoals inkomen, gezondheid, en criminaliteit. De deelterreinen hebben invloed op elkaar. Als voor alle terreinen de monetaire baten van een maatregel bij elkaar worden opgeteld, is de kans groot dat er baten dubbel meetellen. Een stijging in het inkomen kan bijvoorbeeld lopen via een verbeterde gezondheid. Men kan hiermee omgaan door te starten met een conservatief scenario waarbij alleen het belangrijkste effect geldt.

Ten derde is het van belang dat de MKBA-opsteller helder uitlegt welke aannames hij doet en waarom. Wij hebben acht aannames onderscheiden die belangrijk zijn bij het doen van MKBA’s in het onderwijsveld. Achtereenvolgens gaat het om:

  1. de kengetallen voor het monetariseren van de niet-monetaire baten;
  2. de aan- of afwezigheid van algemeen-evenwichtseffecten;
  3. de externe validiteit van effectschattingen;
  4. de af- of toenemende meeropbrengsten van effectschattingen;
  5. de duur van de interventie;
  6. de tijdshorizon van baten en kosten;
  7. eventuele welvaartsverliezen door belastingen en
  8. de discontovoet.

De meerwaarde van een later te schrijven werkwijzer voor onderwijs-MKBA’s ligt in concrete richtlijnen voor deze aannames. Te denken valt bijvoorbeeld aan een ‘kengetallenbank’ voor de relatie tussen testscores op de korte termijn en monetaire baten op de lange termijn. Als hier een brede consensus aan ten grondslag ligt, vergemakkelijkt dit het opstellen van verantwoorde MKBA’s.

Authors

Sander Gerritsen
Suzanne Heijnen
Karen van der Wiel