This publication is in Dutch, there is no English translation!
February 24, 2017

De markt voor huishoudelijke hulp: Gemeentelijk inkoopbeleid en gebruik door burgers onder de Wmo 2007

Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning in 2007 zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor het leveren van huishoudelijke hulp aan zelfstandig wonende burgers die niet zonder hulp een huishouden kunnen voeren. Deze decentralisatie ging samen met een andere organisatie van de markt waarop huishoudelijke hulp wordt ingekocht. Dit boek beschrijft de ontwikkelingen op de markt voor huishoudelijke hulp vanaf het eerste jaar van de decentralisatie tot en met het een na laatste jaar voor de invoering van de ‘nieuwe’ Wmo in 2015.

Centraal staan de manier waarop gemeenten de hulp inkopen en de vraag welke gevolgen dit heeft voor de burger. Maakt het voor de marktaandelen en prijzen van aanbieders uit welke aanbestedingsvorm gemeenten toepassen? Kunnen samenwerkende gemeenten lagere prijzen bedingen dan gemeenten die zelfstandig inkopen? In hoeverre werken prijsverschillen tussen aanbieders en tussen gemeenten door in de eigen bijdragen van gebruikers en wat betekent een hogere eigen bijdrage voor het uiteindelijke gebruik?

Deze studie werpt met behulp van een rijke dataset nieuw licht op deze vragen. Dit levert niet alleen inzichten op over de werking van de markt voor huishoudelijke hulp, maar biedt – gelet op de duidelijke parallellen – ook lessen voor het inkoop- en eigenbijdragebeleid omtrent de Wmo-voorzieningen die in 2015 zijn gedecentraliseerd. Een groot deel van de gebruikte dataset is openbaar en hieronder als bijlage-bestand (Excel) te downloaden.

Dit gezamenlijke onderzoek is op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), het ministerie van Financiën, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) uitgevoerd.

Authors

Remco van Eijkel
Ab van der Torre (SCP)
Evelien Eggink (SCP)