Geschiedenis

Het Centraal Planbureau is in september 1945 opgericht, vlak na de Tweede Wereldoorlog. De oprichters waren van mening dat Nederland behoefte had aan een Planbureau dat de wetenschappelijke kennis en inzichten zou leveren die de overheid nodig had bij het voeren van actief economisch beleid.

De overheid wilde het land weer opbouwen en vooral de werkgelegenheid bevorderen. Maar over de vraag hoeveel de overheid moest ingrijpen liepen de meningen sterk uiteen.

Oprichting

Kort na zijn installatie op 24 juni 1945 als minister van Handel en Nijverheid in het kabinet Schermerhorn-Drees gaf Hein Vos aan de vooraanstaande econoom Jan Tinbergen de opdracht een voorstel te doen voor de oprichting van een economisch Planbureau. Het idee was om economen een periodiek plan op te laten stellen, met daarin richtlijnen voor het te voeren regeringsbeleid. Het CPB publiceert nog altijd elk jaar een Centraal Economisch Plan (CEP), maar dat heeft nooit de inhoud gehad die de naam suggereert. Het is veeleer een overzicht van de actuele stand van de economie en schetst de vooruitzichten voor het volgende jaar.

Op voorspraak van minister Willem Drees van Sociale Zaken besloot het kabinet op 3 september 1945 dat het Centraal Planbureau een zelfstandige instelling werd. Het CPB start zijn werkzaamheden op 15 september 1945, met Tinbergen als eerste directeur. Het CPB krijgt pas anderhalf jaar later een wettelijke basis, in de Wet houdende de voorbereiding van de vaststelling van een Centraal Economisch Plan, van 21 april 1947.

Het Centraal Planbureau heeft tot taak het verrichten van alle werkzaamheden met betrekking tot het voorbereiden van een Centraal Economisch Plan, dat op geregelde tijden ten behoeve van de coördinatie van het regeringsbeleid op economisch, sociaal en financieel gebied door de Regering wordt vastgesteld, alsmede het uitbrengen van adviezen over algemene vragen, welke zich ten aanzien van de verwezenlijking van het plan kunnen voordoen.’ (Wet voorbereiding van de vaststelling van een Centraal Economisch Plan, 1947, art 3).

‘Begrotingsbeleid wordt gevoerd op basis van de meerjarencijfers en de macro-economische ramingen van de relevante variabelen van het CPB’ (Wet Houdbare overheidsfinanciën, 2013, art 2c).

‘Een minister of staatssecretaris geeft het planbureau geen aanwijzingen over de door het planbureau te hanteren onderzoeksmethoden of over de inhoud van de rapportages van het planbureau. (..) Het is evenwel essentieel dat de planbureaus wetenschappelijk onafhankelijk kunnen functioneren.’ (Aanwijzingen voor de Planbureaus, 2012, aanwijzing 4).

Advies of analyse

Uit de Memorie van Toelichting bij de wet uit 1947 blijkt dat de taak van het CPB beperkt blijft tot het geven van algemeen-economische inzichten hoe economische politiek kan bijdragen aan het verhogen van de welvaart. Centrale vraag daarbij was of het CPB nadrukkelijk voorkeuren voor beleidsvarianten moest uiten, of dat het zich zou moeten beperken tot het doorrekenen van de effecten van voorliggende beleidspakketten. Uitdrukkelijk is voor het laatste gekozen, zodat het werk van het CPB ondersteunend is aan het primaat van de politiek.

Modellen en voorspellen

Tinbergen was een pionier op het gebied van de macro-economische modellenbouw. Enerzijds kunnen hiermee ramingen worden gemaakt van de te verwachten economische ontwikkelingen van de Nederlandse economie op korte en (middel)lange termijn, anderzijds helpen de modellen bij de economische analyse van beleidsvoorstellen.

De modellen worden voortdurend aangepast en verbeterd, mede afhankelijk van voortschrijdende inzichten in de economische wetenschap.

Sinds de tijd van Tinbergen is het werkterrein van het CPB aanzienlijk verbreed. Het CPB houdt zich tegenwoordig met meer onderwerpen bezig en gebruikt ook veel andere onderzoeksmethoden dan de bouw van modellen. Zie de pagina Wat doet het CPB voor een overzicht van de belangrijkste werkzaamheden van het CPB.

CPB Historische Collectie

De 'CPB historische collectie' bevat publicaties van het Centraal Planbureau, die vanaf 1946 zijn uitgegeven en niet via www.cpb.nl toegankelijk zijn. De historische publicaties zijn opgenomen in verschillende collecties, op basis van de reeksen waarbinnen deze publicaties zijn uitgegeven.