9 juli 2015

Werkgelegenheid in middensegment arbeidsmarkt onder druk

De opkomst van ICT vanaf de jaren tachtig heeft geleid tot een toename van loonongelijkheid tussen hoog- en laagopgeleiden. Recentelijk heeft het ook een daling tot gevolg gehad van de werkgelegenheid onder middelbaaropgeleiden en druk op hun lonen.

In het algemeen zorgt technologische verandering voor hogere productiviteit en meer werkgelegenheid, waardoor de welvaart toeneemt. Tegelijkertijd is de verdeling van die welvaart een toenemende bron van zorg. Beleid gericht op de kwetsbare groepen in het midden van de arbeidsmarkt kan helpen deze overgang te versoepelen. Dat concluderen onderzoekers Bas ter Weel en Wiljan van den Berge in de vandaag gepubliceerde CPB Policy Brief ‘Baanpolarisatie in Nederland’.

Op de arbeidsmarkt is sprake van polarisatie. De werkgelegenheid en lonen groeien vooral aan de bovenkant van de arbeidsmarkt, maar ook aan de onderkant groeit de werkgelegenheid. Dit gaat ten koste van het middensegment: daar daalt de werkgelegenheid en staan de lonen onder druk. Hierdoor werken mensen die voorheen in middenberoepen werkten, nu vaker in lagerbetaalde banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Hierdoor ontstaat druk op de lonen aan de onderkant. De loonongelijkheid tussen de boven- en onderkant van de arbeidsmarkt is dus toegenomen. Daarnaast is de werkloosheid onder middelbaaropgeleiden de afgelopen periode snel gestegen.

Een belangrijke verklaring voor deze ontwikkelingen is de opkomst van ICT, omdat hierdoor andere vaardigheden nodig zijn. Computers zijn goed in het uitvoeren van routinematig werk dat vaker door middelbaaropgeleiden wordt uitgevoerd. Tegelijkertijd profiteren werknemers die analytisch, creatief en sociaal werk doen, juist vaak van de aanwezigheid van computers. Dit type werk is vaker te vinden aan de bovenkant van de arbeidsmarkt.

Bij elkaar betekent dit dat de opbrengsten van onderwijs hoog zijn. Dus is het zinvol om mensen die in krimpende beroepen werken, te stimuleren om te proberen een stapje hoger te zetten. Met name de groep werknemers met alleen een havo- of vwo-opleiding krijgt het moeilijker en dreigt af te zakken richting banen met een dalend toekomstperspectief. Het is dus zinvol om beleid in te zetten dat hen helpt om hun inzetbaarheid te vergroten door, waar mogelijk, tenminste een mbo4 of zelfs een hbo-opleiding af te ronden. Voor oudere werknemers kan mobiliteit of omscholing helpen. Het onderwijs kan trachten beter te voorzien in de vraag naar analytische en interactieve vaardigheden, door hieraan meer aandacht te besteden in het curriculum.

Lees ook het bijbehorende CPB Achtergronddocument.

Downloads

Engels, Pdf, 4 MB

Contactpersonen