21 december 2006

Alcohol taxation and regulation in the European Union

Kosten van drankmisbruik veel hoger dan opbrengst accijnzen

Persbericht
In Nederland (en vele andere EU-lidstaten) bedragen de accijnzen op bier, wijn en gedistilleerd minder dan de helft van de directe kosten van drankmisbruik in de vorm van gezondheidszorg, politie, justitie, beschadiging van eigendommen en verkeersongelukken.

Daarbij is nog geen rekening gehouden met productieverliezen tengevolge van drankmisbruik en immateriële schade.

Dit concludeert Sijbren Cnossen in het vandaag verschenen CPB Discussion Paper Alcohol Taxation and Regulation in the European Union. Sybren Cnossen is hoogleraar algemene economie aan de Universiteit Maastricht en aan het Europa College in Brugge, en gastonderzoeker bij het CPB. Hij heeft onderzocht hoeveel er wordt gedronken in de Europese Unie, wat de kosten hiervan zijn en in hoeverre de overheid via accijnzen en regulering de alcoholconsumptie (en daarmee de nadelige gevolgen) kan inperken.

Omvang drankconsumptie
Nederlanders van 15 jaar en ouder consumeren gemiddeld iets meer dan 10 liter pure alcohol per jaar. Worden geheelonthouders buiten beschouwing gelaten, dan loopt de consumptie op tot meer dan 12 liter per drinker. Dat is gelijk aan 485 halve liters bier (5%), 135 flessen wijn (0,75 liter, 12%) of 43 kruiken gedistilleerd (0,7 liter, 40%). Ofwel: gemiddeld is het ruim anderhalf maal het niveau van 2 glazen per dag dat volgens artsen niet in strijd is met een gezonde levensstijl. Er wordt in Nederland nog wat minder gedronken dan in België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Denemarken.
Als het gaat om specifieke groepen is het beeld voor Nederland echter minder rooskleurig. Een op de vijf gebruikers van alcohol in ons land 'drinkt teveel'. Het percentage zware drinkers is in Nederland een van de hoogste van de onderzochte landen, namelijk 14,2% van alle drinkers. Daarbovenop is 5,5% van de drinkers alcoholverslaafd. Dat laatste betekent dat het aantal alcoholverslaafden even groot is als de bevolking van Amsterdam. Ook zijn er in Nederland relatief veel jongeren die drinken, en dan ook nog vaak grote hoeveelheden op één dag. Dat begint al vroeg. Iets meer dan de helft van alle 15-jarigen drinkt al minimaal éénmaal per week.

Grote sociale en financiële gevolgen van drankmisbruik
Drankmisbruik kost veel geld. In Europa bestaan de economische kosten voor 66 mld euro uit directe kosten voor gezondheidszorg, politie, justitie, beschadiging van eigendommen en verkeersschade, plus 59 mld productieverliezen: verzuim, werkloosheid, voortijdig overlijden. De totale economische kosten zijn vier maal zo hoog als de totale opbrengst van alcoholaccijnzen in de EU-lidstaten.
Naast deze economische schade zorgt alcohol voor nog veel meer immateriële schade. Jaarlijks komen ongeveer 10 000 voetgangers, passagiers of niet-drinkende chauffeurs om het leven door automobilisten met een stuk in de kraag. Ook leidt alcoholmisbruik tot mishandeling van kinderen en partners, gezondheidsproblemen, criminaliteit etc.

Accijnzen kunnen alcoholmisbruik beperken, vooral bij jongeren
Drinkers verminderen hun alcoholconsumptie als de prijs stijgt. De prijselasticiteit van bier is -0,35, die van wijn -0,68 en die van gedistilleerd -0,98. Dat betekent dat bierdrinkers maar weinig minder zullen gaan drinken; het effect van prijsstijgingen op de consumptie van sterke drank zal bijna drie maal zo groot zijn.
Uit onderzoek naar de effectiviteit van belastingen op breezers blijkt dat jongeren gevoeliger zijn voor prijsstijgingen dan ouderen. Een speciale belasting op breezers lijkt dan ook gewenst. Accijnsverhogingen sorteren voorts meer effect op de lange tijmijn dan op korte termijn en meer op matige drinkers dan op zware drinkers. Maar hoewel het effect verschilt: ook zware drinkers gaan er minder van drinken.
Gepoogd is te bepalen wat de optimale alcoholaccijns is. Gezien de effecten zou eigenlijk geen accijns geheven moeten worden op de eerste twee drankjes die iemand consumeert, maar daarna zou het tarief exponentieel moeten toenemen. Een dergelijk systeem is echter praktisch niet uitvoerbaar. Het lijkt echter wel voor de hand te liggen om de accijnzen zodanig te verhogen dat deze minimaal de directe economische kosten dekken.

Ook regulering kan drankgebruik terugdringen
Reguleringen die effectief zijn in het bestrijden van drankmisbruik betreffen de minimumleeftijd waarop alcohol gekocht mag worden, de wettelijke aansprakelijkheid van verkopers (aan minderjarigen en beschonkenen mag geen drank worden verkocht) en het vaker op willekeurige tijdstippen houden van alcoholcontroles in het verkeer.
Andere maatregelen blijken nauwelijks effectief. Dat geldt bijvoorbeeld voor voorlichtingscampagnes en verboden op drankreclames. Ook blijkt dat medepassagiers meer drinken als een BOB achter het stuur zit.

Op een lidstaat na, blijken drinkers niet op te draaien voor de door hen veroorzaakte kosten. Met andere woorden, de EU lijkt te berusten in een formidabel alcoholprobleem. Vijftien procent van alle volwassenen 'drinkt te veel' en de omvang van jeugdalcoholisme heeft schrikbarende vormen aangenomen.

De externe kosten dienen in de prijs van alcoholische dranken te worden geïnternaliseerd door middel van een geëigende optimale alcoholaccijns, gecomplementeerd met regelgeving gericht om het terugdringen van misbruik door specifieke probleemgroepen, zoals jongeren. Een gecoördineerd alcoholbeleid lijkt gewenst, waaronder de overeengekomen minimum accijnzen op wijn, bier en gedistilleerd worden verhoogd. Een nadeel van deze maatregelen is dat zij inbreuk maken op de welvaart van gematigde drinkers.

Auteurs

Sijbren Cnossen