27 oktober 2017

Actualisatie middellangetermijnverkenning 2018-2021 (verwerking Regeerakkoord)

In deze CPB Notitie wordt voor de middellange termijn het scenario voor de overheidsfinanciën geschetst waarin het beleid van het nieuwe kabinet is verwerkt. Deze informatie wordt opgeleverd met het oog op de opstelling van de begrotingen, conform de begrotingsregels en conform de Wet houdbare overheidsfinanciën. Het CPB heeft hierover al gepubliceerd in de Notitie van 4 oktober. Deze notitie is hierop aanvullend.

Lees ook de CPB Notitie van 4 oktober, gepubliceerd op 10 oktober.  Onderaan deze webpagina is ook een Excel-bestand te downloaden, met daarin opgenomen alle reguliere bijlagen van 2000 tot en met 2021.

De economische groei in de periode 2018-2021 bedraagt gemiddeld 2,0% per jaar. De beleidsmaatregelen van het nieuwe kabinet dragen bij aan een afname van de werkloosheid van 4,9% in 2017 naar 4,1% van de beroepsbevolking in 2021. De rente en inflatie lopen licht op, maar blijven laag. De overheidsbegroting laat een overschot zien van 0,4% bbp in 2021 en een schuld die afneemt naar 46,0% bbp.

Vragen en antwoorden bij Actualisatie Middellangetermijnverkenning 2018-2021

Welke cijfers zijn meegenomen in het basispad bij de doorrekening van het regeerakkoord?

Het basispad is de middellangetermijnverkenning zoals gepubliceerd in augustus 2017. Dit basispad gaat uit van een conjunctuurneutraal beeld: voorbij de korte termijn raming voor 2018 maakt het CPB geen inschatting van de stand van de conjunctuur. Verder wordt uitgegaan van ongewijzigd beleid in de periode 2018-2021, wat betekent dat bestaand en voorgenomen beleid in de raming zijn verwerkt. De voorjaarsbesluitvorming en de in juli van het kabinet ontvangen aanvullende beleidsuitgangspunten, inclusief het kwaliteitskader verpleeghuiszorg, zijn in de raming verwerkt.

Zit de afbouw van de hypotheekrenteaftrek in combinatie met de geleidelijke verlaging van de tarieven in de tweede, derde en vierde schijf in het basispad en zo ja, waarom?

Ja, die zit in het basispad. Dit geldt zowel voor de kabinetsperiode als voor de jaren daarna. Het vorige kabinet heeft een begin gemaakt met de afbouw van de aftrek in combinatie met verlaging van de tarieven. Deze afbouw en tariefsverlaging worden geleidelijk doorgezet in de jaren daarna. Mede door een lagere rentevoet zorgt dit per saldo voor lagere belastingontvangsten na 2021.

Wat zijn de langetermijneffecten van het beleid in het basispad?

Voor de structurele ontwikkelingen bevat het basispad een houdbaarheidsoverschot en een toename van de inkomensongelijkheid (gemeten aan de hand van de Ginicoëfficiënt) door eerder ingezette veranderingen in beleid met 2,7% (MLT augustus 2017). Een belangrijk beleidsvoornemen hierbij is de geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek in combinatie met een geleidelijke verlaging van de tarieven in de tweede, derde en vierde schijf. Dit zorgt voor lagere belastingontvangsten op lange termijn, wat ten koste gaat van de houdbaarheid. Hogere inkomens profiteren relatief het sterkst, wat zorgt voor een toename van de inkomensongelijkheid op de langere termijn.

Sommige andere beleidsmaatregelen zorgen voor lastenverzwaring aan de onderkant van de inkomensverdeling, hebben daarmee een opwaarts effect op de inkomensongelijkheid en pakken positief uit voor de houdbaarheid. Deze maatregelen zijn de verdere afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon voor de bijstand, de beperking van de zorgtoeslag en de verdere beperking van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting voor alleenverdieners. Nettoresultaat is een geleidelijke saldobelasting in combinatie met een toename van de inkomensongelijkheid in de periode na 2021. Door de invoering van het tweeschijvenstelsel vindt deze inkomstendaling al in de kabinetsperiode plaats.