1 mei 2002

Actualisatie van de Economische Verkenning 2003-2006

Begrotingsoverschot 2006 bij ongewijzigd beleid 0,4% BBP

Persbericht
De budgettaire ruimte in de komende kabinetsperiode is kleiner dan geraamd in de ‘Economische Verkenning 2003-2006’ uit november 2001. Het begrotingssaldo (EMU-saldo) komt bij ongewijzigd beleid in 2006 uit op een overschot van 0,4% van het Bruto Binnenlands Product (BBP).

Dat is 0,8% BBP ofwel circa 4 mld euro minder dan in november 2001 nog werd voorzien. Dit meldt het Centraal Planbureau (CPB) vandaag in het CPB Document 21 ‘Actualisatie van de Economische Verkenning 2003-2006’.

Met name de slechtere uitgangssituatie voor 2002, veroorzaakt door structurele belastingtegenvallers die eind vorig jaar in beeld kwamen, verklaren het lagere begrotingsoverschot. Tezamen met de hierdoor hogere rentelasten op de staatsschuld zorgt dit ervoor dat het EMU-saldo 0,6% BBP lager uitkomt. De overige 0,2% BBP verslechtering wordt veroorzaakt door diverse kleinere ramingsbijstellingen.

De slechtere uitgangssituatie voor 2002 was reeds gemeld in het op 2 april 2002 gepubliceerde Centraal Economisch Plan 2002. Ook in de analyse van de verkiezingsprogramma’s "Keuzes in kaart 2003-2006" is deze bijstelling aangekondigd en hebben de politieke partijen reeds aangegeven hoe zij hier mee om willen gaan.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

Daarnaast is de budgettaire ruimte in het voorzichtige scenario neerwaarts bijgesteld van 3½ mld euro naar 2 mld euro. De grootste tegenvallers doen zich voor bij de rentelasten, de zorguitgaven en de werkloosheidsuitkeringen. Het EMU-saldo komt in 2006 zonder nader beleid uit op 0,4% BBP tegen 1,2% in de Economische Verkenning, zodat het budgettaire beeld met circa 4 mld euro is verslechterd. Net als in de voorgaande paragrafen laten de tabellen de bijgestelde raming zien, maar de teksten beperken zich in deze paragraaf tot de verschillen met de Economische Verkenning.