15 november 2000

Concurrentie en regelgeving in de telecommunicatiemarkt

CPB: Regulering nuttig om concurrentie in Telecom te stimuleren

Persbericht
In de markt voor vaste telefonie is toezicht op de tarieven voor eindgebruikers voorlopig nog cruciaal om de belangen van consumenten te waarborgen. Toetreding in de markt kan gestimuleerd worden via regulering van de tarieven die operators elkaar betalen voor "terminating access", het afleveren van telefoonverkeer op hun netwerken.

Zo is het gunstig voor het functioneren van de markt dat regulering erop gericht is om de tarieven die de gevestigde aanbieder in rekening brengt aan toetreders, te baseren op onderliggende kosten. Omgekeerd kan een tijdelijke winstopslag in de tarieven die de ex-monopolist betaalt aan concurrenten, toetreding stimuleren in de markt voor vaste telefonie. Gedurende de overgangsfase naar effectievere concurrentie is zo'n winstopslag ook in het belang van consumenten.

Dit zijn enkele conclusies die het Centraal Planbureau (CPB) trekt in het vandaag verschenen rapport Competition and Regulation in Telecommunications Markets. Op verzoek van Opta heeft het CPB een studie gemaakt van de effecten van regulering op toetreders en eindgebruikers. Achtergrond voor de studie is dat in diverse segmenten van de telecommunicatiemarkt, zoals de markt voor vaste, lokale telefonie, KPN Telecom nog steeds dominant is. Grootgebruikers, vooral in de Randstad, kunnen inmiddels gebruik maken van netwerken aangelegd door concurrenten, maar consumenten hebben meestal minder of geen keuze. Daarom is regulering nog noodzakelijk. Met behulp van toegepaste speltheorie zijn de effecten van reguleringsinstrumenten op de strategische interactie tussen een ex-monopolist en diverse typen toetreders onderzocht. Er is daarbij gekeken naar toetreders met en zonder eigen netwerken om eindgebruikers aan te sluiten.

Andere conclusies zijn de volgende. In het algemeen kan regelgeving aansturen op concurrentie in diensten of concurrentie in infrastructuren. Een voorbeeld is regulering van het tarief voor "originating access", de prijs die de gevestigde aanbieder vraagt aan Carrier (Pre)Select operators voor het genereren van verkeer op haar net. Carrier (Pre)Select houdt in dat een consument een gesprek laat afhandelen door een concurrent, door het vooraf intoetsen of instellen van een code van vier cijfers. Een op kosten gebaseerd tarief voor "originating access" is gunstig voor het kostenniveau van Carrier (Pre)Select operators en stimuleert daardoor concurrentie in diensten. Het risico dat toetreders klem komen te zitten tussen de tarieven die zij aan de ex-monopolist moeten betalen en de prijzen die zij hun eigen klanten vragen ("prijssqueeze"), vermindert met behulp van kosten-gebaseerde tarieven. Omgekeerd verhoogt een hoger tarief het kostenniveau van Carrier (Pre)Select toetreders en stimuleert daardoor het zelf aanleggen van een aansluitnet. Het is dan immers relatief aantrekkelijker voor toetreders om eindgebruikers aan te sluiten met een eigen net. Door het geleidelijk verhogen van een tarief dat aanvankelijk op kosten is gebaseerd, kan in eerste instantie concurrentie in diensten worden gestimuleerd, terwijl op termijn concurrentie in infrastructuren aantrekkelijker wordt voor toetreders. Dit principe is ook van toepassing bij ontbundelde toegang, waarbij aansluitlijnen (bestaande uit koperdraden tussen huisaansluitingen en wijkcentrales; eigendom van de ex-monopolist) worden verhuurd aan een toetreder. Een lager, respectievelijk hoger huurtarief voor de aansluitlijn stimuleert concurrentie in diensten, respectievelijk in infrastructuren.

De studie toont aan dat in segmenten waar de gevestigde aanbieder dominant is, tariefplafonds voor eindgebruikerstarieven in de regel een noodzakelijk kwaad zijn. Te lage tariefplafonds kunnen toetreding ontmoedigen, doordat toetreders minder ruimte krijgen om winst te maken. Te hoge tariefplafonds, daarentegen, zijn ineffectief: consumenten betalen te hoge prijzen en de gevestigde aanbieder heeft minder prikkels om efficiënt te werken. Daarom dienen tariefplafonds zorgvuldig vastgesteld te worden, wat bemoeilijkt wordt door onvolledige informatie over kostenniveaus van operators. Tariefplafonds kunnen worden ingetrokken wanneer toetreders voor voldoende neerwaartse prijsdruk zorgen.

Het analytische raamwerk van de CPB-studie is met enige aanpassing ook bruikbaar voor andere netwerksectoren. Voorbeelden van zulke sectoren zijn Internet-toegang, gas en elektriciteit.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

De achtergrond van de studie is dat in verscheidene marktsegmenten, bijvoorbeeld de markt voor de vaste telefonie, de voormalig monopolist KPN nog steeds toonaangevend is. Grootverbruikers, speciaal in de grote steden, kunnen netwerken gebruiken die zijn aangelegd door concurrenten, maar kleinverbruikers hebben vaak minder of geen keuze.

Daarom is wet- en regelgeving nog steeds nodig. Door gebruik te maken van toegepaste speltheorie, worden in de studie de effecten geanalyseerd van regulerende instrumenten op strategische interactie tussen een ex-monopolist en verschillende typen nieuwkomers (met en zonder hun eigen netwerk om eindgebruikers aan te sluiten).

Dit is een Engelstalige publicatie.

Auteurs

Paul de Bijl