4 april 2017

De regionale impact van universiteiten; een literatuuroverzicht

Dit document biedt achtergrondinformatie bij het CPB Discussion Paper 348 ‘The regional impact of European Universities: evidence from patent citations’. Het discussion paper analyseert de rol van afstand bij de verspreiding van kennis (‘kennisspillovers’) van Europese universiteiten en onderzoeksinstellingen naar bedrijven. De analyse laat zien dat de kans dat een bedrijf voortbouwt op de kennis geproduceerd bij een universiteit afneemt met de afstand tot een universiteit. Dit suggereert dat kennisspillovers gelokaliseerd zijn.

Lees ook CPB Discussion Paper 348.

Naast lokale kennisverspreiding kunnen universiteiten ook via andere mechanismen invloed hebben op de regionale economie. Dit document heeft als doel om een breder inzicht te bieden in die mogelijke mechanismen. Hiertoe wordt een globaal overzicht gegeven van de empirische literatuur over de regionale effecten van universiteiten.

Universiteiten hebben drie kernfuncties: onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie. De onderwijsfunctie is erop gericht mensen uit te rusten met maatschappelijk bruikbare kennis en vaardigheden. De onderzoeksfunctie is gericht op de productie van (fundamentele) kennis. De valorisatiefunctie is erop gericht de kennis van universiteiten dichter bij de markt en maatschappij te brengen. De drie verschillende functies van universiteiten laten zich vertalen naar drie belangrijke vormen van universitaire impact. Ten eerste draagt de universiteit via het opleiden van studenten en het aantrekken van wetenschappers mogelijk bij aan een toename van menselijk kapitaal. Menselijk kapitaal is het geheel aan kennis en vaardigheden dat ervoor zorgt dat mensen waarde kunnen toevoegen aan het productieproces. Ten tweede draagt de universiteit mogelijk bij aan inventie en innovatie. Universiteiten kunnen zelf inventies en innovaties voortbrengen, maar kunnen ook maatschappij-breed een positieve bijdrage leveren aan inventie en innovatie. Ten derde kunnen universiteiten invloed hebben op de bedrijvigheid in de regio. Bedrijvigheid kan direct ontstaan vanuit universitaire activiteiten via zogenaamde academische spin-offs, of indirect via het aantrekken van nieuwe of bestaande bedrijven.

Via deze drie kanalen (menselijk kapitaal, innovatieve activiteiten en bedrijvigheid) kunnen universiteiten impact hebben op de regionale economische ontwikkeling. Dit document bespreekt de empirische studies per kanaal. Sectie 2 gaat in op menselijk kapitaal, sectie 3 op innovatieve activiteiten en sectie 4 op bedrijvigheid. Daarnaast worden in sectie 5 studies besproken die direct de effecten van universiteiten op een aantal economische indicatoren (zoals regionale economische groei, productiviteit of arbeidsmarktuitkomsten) schatten.

Bij de bespreking van de empirische resultaten ligt de focus op de regionale dimensie van de effecten. Hierbij worden twee concepten onderscheiden: 1) de rol van (administratieve) regiogrenzen en 2) de rol van geografische afstand. De studies worden verder vergeleken op basis van de gehanteerde uitkomstmaten en methoden.

Auteurs

Anne Marieke Braam
Sjoerd Hardeman
Tatiana Kiseleva