24 november 2015

Decentralisatie van sociaal beleid in Nederland

In 2015 kregen gemeenten nieuwe taken op het gebied van jeugdzorg, langdurige zorg en uitkeringsverstrekking en re-integratie. Dit Engelstalige document geeft een overzicht van de belangrijkste kansen en risico’s van de decentralisaties.
No title

Het is grotendeels gebaseerd op twee eerdere Nederlandstalige rapporten die het CPB geschreven heeft op verzoek van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Financiën en van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Zie de CPB Notitie 'Decentralisaties in het sociaal domein' en de CPB Notitie 'Vervolgrapportage decentralisaties in het sociaal domein'.

De nieuwe gemeentelijke taken zijn bekostigd met een vrij besteedbare uitkering. Hierdoor ontstaat een prikkel om zo weinig mogelijk aan deze taken uit te geven, wat kan leiden tot een meer doelmatig beleid, maar ook tot onderbesteding. De grotere rol van gemeenten in de sociale dienstverlening bevordert de benutting van economies of scope, maar er blijft samenhang met beleid waarvoor de verantwoordelijkheid bij andere partijen ligt. In het bijzonder worden verzekeraars gedeeltelijk verantwoordelijk voor het leveren van thuiszorg en blijft de verzorging in instellingen een taak van het Rijk. Dit kan leiden tot onderaanbod van gemeentelijke diensten en substitutie naar voorzieningen van andere partijen. Ten slotte lijkt de efficiënte schaal van het verlenen van sommige van de gedecentraliseerde diensten, zoals gespecialiseerde jeugdzorg, de omvang van veel gemeenten te overstijgen. Het document besluit met een korte bespreking van beleid dat de kansen van de decentralisaties beter benut en de risico’s beperkt.

Auteurs

Wouter Vermeulen

Lees meer over