1 juni 2012

Exportbeslissingen tussen agglomeratie-effecten en markttoetredingskosten

Dit paper test de rol van agglomeratie-effecten voor de exportbeslissing van dienstenondernemingen. Recente theorie over handel door heterogene ondernemingen voorspelt dat exportparticipatie gepaard gaat met verzonken kosten die verbonden zijn aan het toetreden tot buitenlandse markten.
No title

Slechts de meer productieve ondernemingen zijn in staat deze toetredingskosten te absorberen. Dit leidt tot een proces van ex ante zelfselectie. Deze voorspellingen worden getest voor de Nederlandse dienstensector, waarbij expliciet rekening wordt gehouden met de mogelijke rol van agglomeratie-effecten in grootstedelijke gebieden.

De standaard empirische tests van de nieuwe handelsmodellen vinden vinden vrijwel steeds aanwijzingen voor productiviteitsgebaseerde ex-ante zelfselectie bij exporteurs. Dit gehele effect wordt doorgaans toegeschreven aan de (niet-geobserveerde) verzonken buitenlandse markttoetredingskosten. Recent onderzoek door ruimtelijke economen (bv. Combes et al., 2012) stelt echter vast dat het opereren in grootstedelijke gebieden ook gepaard gaat met productiviteitsselectie onder de lokale ondernemingen. Het negeren hiervan leidt tot overschatting van de rol van buitenlandse markttoetredingskosten.

De conclusie in dit onderzoek is dat positieve zelfselectie op basis van productiviteit het resultaat is van zowel agglomeratie-effecten als van door exportstarters geanticipeerde buitenlandse markttoetredingskosten. Dit effect doet zich het sterkst voor in markten met min of meer homogene producten. Er bestaan ook aanwijzingen dat productiviteitsgebaseerde zelfselectie door exporteurs sterker is in rurale gebieden en kleine agglomeraties.

Auteurs

Henk Kox