30 mei 2012

Generatie-effecten Pensioenakkoord

Generatie-effecten nieuwe pensioencontract zijn beperkt

Persbericht
Hoewel er verschillen tussen fondsen bestaan, zijn er slechts beperkte effecten tussen generaties van het pensioenakkoord dat werkgevers en werknemers verleden jaar afsloten. Het Centraal Planbureau (CPB) bracht deze effecten in kaart op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
No title

Vanzelfsprekend is hierbij geen rekening gehouden met de afspraken in het kader van het Lenteakkoord.

In het pensioenakkoord wordt onder andere voorgesteld om de pensioenuitkeringen mee te laten bewegen met de financiële rendementen van de fondsen en de levensverwachting van de deelnemers. Deze overgang van het oude nominale pensioencontract naar een nieuw reëel pensioencontract levert bij een gemiddeld fonds een licht voordeel op voor de huidige generaties met veel opgebouwde aanspraken. De generatie-effecten van aanpassing van de uitkeringen aan onverwachte veranderingen in de levensverwachting zijn beperkt.

Als de pensioenuitkeringen meebewegen met de behaalde financiële rendementen en onverwachte veranderingen in de levensverwachting, vergroot dat de stuurkracht van pensioenfondsen, in tijden van voor- en tegenspoed.

Een andere mogelijkheid die is geanalyseerd, is de splitsing van het pensioenfonds, waarbij voor rechten opgebouwd vóór 2014 de regels van het bestaande nominale contact blijven gelden en voor rechten opgebouwd ná 2014 de regels van het nieuwe, reële contract gaan gelden. Dit leidt echter tot een doorbreking van de intergenerationele risicodeling. Gezien de ongunstige financiële positie van pensioenfondsen op dit moment is fondssplitsing gunstig voor deelnemers aan het begin van hun carrière, maar ongunstig voor ouderen.

Lees ook het bijbehorende achtergronddocument.

Structuur van dit document

De structuur van deze CPB Notitie is als volgt. Paragraaf 2 introduceert de algemene veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de berekeningen in dit document. Paragraaf 3 analyseert een aantal wijzigingen die voorafgaan aan de invoering van het nieuwe pensioenstelsel. Paragraaf 4 illustreert de problematiek rondom het huidige contract. Paragraaf 5 analyseert de gevolgen van de overgang van het huidige naar het nieuwe pensioenstelsel. Paragraaf 6 analyseert de situatie waarin de levensverwachting onverwacht sneller of langzamer stijgt dan de huidige prognose. Paragraaf 7 analyseert de situatie waarin het fonds wordt opgesplitst in twee fondsen: een gesloten fonds (d.w.z.: een fonds zonder nieuwe opbouw) voor bestaande rechten en een open fonds voor nieuwe opbouw. Aandachtspunten voor verdere uitwerking staan in paragraaf 8.

Auteurs

Marcel Lever
Roel Mehlkopf
Casper van Ewijk