25 november 2005

Hoe kunnen we de aandelen van binnenlandse vraag en export in de economische groei bepalen?

Er zijn twee methoden in gebruik om te bepalen wat de aandelen zijn van bestedingscategorieën in de economische groei.

Volgens de gebruikelijke ‘internationale methode’, wordt invoer van uitvoer afgetrokken, terwijl volgens de methode die bekend staat als de ‘Nederlandse methode’, wordt finale en tussenliggende invoer toegekend aan alle bestedingscategorieën.

Hoewel de Nederlandse methode een wat complexer is dan de internationale methode, heeft de methode het aanzienlijke voordeel dat de aandelen van de bestedingscategorieën aan de BBP-groei, beter kunnen worden vergeleken, hetgeen een beter inzicht geeft in de samenstelling van de BBP-groei. Dit memorandum onthult de Nederlandse methode en laat de verschillen zien in inzicht die de twee methoden verschaffen voor de jaren 1999 tot 2004. De bevindingen zijn dat de internationale methode het belang van export voor de groei van het BBP onderschat en het belang van binnenlandse bestedingscategorieën, zoals particuliere consumptie en investeringen, overschat.

Dit is een Engelstalige publicatie.

Auteurs

Johan Verbruggen