14 juni 2013

KBA Structuurvisie 6000 MW Windenergie op land, achtergrondinformatie

Uitstel project 'Wind op Land' beste optie

Persbericht
Uitstel met ongeveer vijf jaar van het project om 3500 megawatt (MW) aan windenergie op land bij te plaatsen, is de beste optie. Een analyse van de maatschappelijke kosten en baten geeft aan dat deze ongeveer met elkaar in evenwicht zijn. De onzekerheden in de berekening zijn echter groot.

De gevolgen van het mogelijk niet halen van Europese afspraken op het vlak van duurzaamheid en potentieel grote effecten voor het landschap van plaatsing van 100-meter hoge windmolens, zijn niet meegenomen. Dat rapporteert het Centraal Planbureau (CPB) in de vandaag verschenen studie 'Maatschappelijke kosten-batenanalyse Structuurvisie 6000 MW Windenergie op land'. Deze is uitgevoerd op verzoek van de ministeries van Economische Zaken en Infrastructuur & Milieu, met medewerking van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN).

De vraag naar energie is momenteel laag als gevolg van de economische crisis, terwijl er ook sprake is van overcapaciteit. De elektriciteitsprijzen zijn dusdanig laag, dat elke uitbreiding van de productiecapaciteit verliesgevend is. Dat geldt ook voor wind op land. Onderliggende factoren zijn de Amerikaanse schaliegasrevolutie, waardoor Amerikaanse energiecentrales overschakelen naar aardgas en de wereldmarkt wordt overspoeld met een overschot aan kolen. Dit heeft in Europa geleid tot een groter gebruik van kolencentrales. Daarnaast is vooral in Duitsland een ambitieus investeringsprogramma voor hernieuwbare energie opgezet.

De toekomstverwachting is wel dat elektriciteitsprijzen substantieel stijgen, zodra de overcapaciteit is afgenomen en de economische groei toeneemt. Maar deze verwachting en vooral de timing ervan is met grote onzekerheden omgeven. Daarom is het volgens het CPB raadzaam te wachten met de start van windenergie op land. Dan kan er ook beter worden ingespeeld op de prijsontwikkelingen in de elektriciteitsmarkt. Voor de staatskas is uitstel gunstig, omdat er minder subsidies verstrekt hoeven te worden. Het project ‘Wind op Land’ draagt 1,5%-punt bij aan het bereiken van de duurzaamheidsdoelstelling (door hernieuwbare energie) van het kabinet van in totaal 16% in 2020. Uitstel maakt het lastiger om die doelstelling te halen, maar heeft geen of weinig effect op achterliggende doelen voor het klimaatbeleid, milieu, voorzieningszekerheid of kennisontwikkeling. Wel zou het niet halen van de doelstelling kunnen leiden tot boetes vanuit de EU.

Contactpersonen

Lees het bijbehorende persbericht en de bijbehorende CPB Notitie.

Aanleiding vormt de bijdrage van Nederland aan de Europese afspraken om per 2020 14% (16% in het Regeerakkoord) hernieuwbare energie te realiseren en de CO2-uitstoot te reduceren met 20% ten opzichte van 1990. De maatschappelijke kosten en baten van het project om 3500 MW aan windenergie op land bij te plaatsten zijn ongeveer met elkaar in evenwicht, afgezien van gevolgen van het mogelijk niet halen van de Europese doelstelling voor hernieuwbare energie en potentieel grote effecten voor het landschap. De onzekerheden zijn echter groot. Daarnaast is dit neutrale saldo de som van een negatief saldo aan het begin en een positief saldo na een aantal jaren. Op basis van de KBA concludeert het CPB dat uitstel van het project met ongeveer 5 jaar maatschappelijk gezien de beste optie is. Uitstel heeft geen of nagenoeg geen effect op achterliggende doelen voor het klimaatbeleid, milieu, voorzieningszekerheid en kennisaccumulatie via leereffecten. Wel is het mogelijk dat het niet halen van de EU-doelstelling boetes tot gevolg heeft.

Lees meer over