28 juni 2018

Koplopers en volgers: geen divergentie in Nederland

Deze Notitie geeft een overzicht van de bijdragen van kleine en grote bedrijven aan de productiviteitsgroei in Nederland.  Het vindt geen aanwijzingen dat de productiviteit van koplopers in Nederland sneller toeneemt dan die van de volgers in de periode 2006-2015. Hiermee worden voor Nederland de resultaten van de OESO weerlegd, dat wel divergentie in productiviteit vindt voor een groot aantal landen, waaronder Nederland. Onze resultaten voor Nederland verschillen met die van de OESO, omdat wij een grotere, representatieve dataset gebruiken. Het feit dat wij wel kleine bedrijven meenemen en de OESO niet, verklaart een deel van het verschil: kleine bedrijven zijn belangrijk voor de nationale productiviteit en laten ook een ander groeipatroon zien.

De OESO verbindt een groot aantal beleidsaanbevelingen aan hun conclusies: minder strenge voorschriften voor product- en arbeidsmarkten, hervormingen op het gebied van concurrentiewetgeving en een intensiever Opleidings- en Ontwikkelingsbeleid. Aangezien ons onderzoek de divergentiehypothese verwerpt voor Nederland, worden de OESO-beleidsconclusies althans niet door deze resultaten gesteund.

Een verkorte weergave van deze notitie is verschenen bij ESB

2 juli 2018
Deze studie toont aan dat het gebruik van een grote dataset die representatief is voor alle bedrijfsgroottes, belangrijk is om de divergentiehypothese te bestuderen. We voegen datasets van individuele bedrijfs- en werknemersgegevens voor Nederland samen in de jaren 2006-2015, resulterend in een representatieve steekproef van bedrijven. Wij vinden geen bewijs van uiteenlopende productiviteit tussen de meest productieve bedrijven (koplopers) en achterblijvende bedrijven.

Een verkorte weergave van deze notitie is verschenen bij ESB.