27 september 2017

Optimale inkomensondersteuning voor alleenstaande ouders: Is het beleid af?

In het afgelopen decennium zijn er grote hervormingen geweest in de inkomensondersteuning voor alleenstaande ouders in Nederland. De doelstellingen van deze hervormingen waren het verbeteren van de financiële prikkel om te gaan werken en het vereenvoudigen van het systeem. In deze studie analyseren we of het nieuwe systeem (dichter bij) `optimaal' is. Wij gebruiken de inverse-optimale methode van de theorie van optimale belastingen om de impliciete sociale welvaartsgewichten voor en na de hervormingen te bepalen.

Het sociale welvaartsgewicht is de maatschappelijke waarde van een extra euro voor een bepaalde (inkomens)groep. Met de inverse-optimale belasting methode leidt je de sociale welvaartsgewichten af die worden geïmpliceerd door een bepaald belasting- en uitkeringsstelsel in een gegeven jaar. Voor de hervormingen is het sociale welvaartsgewicht van werkende alleenstaande ouders met een relatief laag inkomen lager dan het sociaal welvaartsgewicht van werkende alleenstaande ouders met een hoger inkomen. Dit wordt gezien als een anomalie omdat de waarde van een extra euro doorgaans hoger is voor lagere inkomens dan voor hogere inkomens. Na de hervormingen is deze anomalie verdwenen voor de groep van alleenstaande ouders als geheel, maar niet voor de subgroep van alleenstaande ouders met een jongste kind 0 tot en met 3 jaar oud. Een optimale-belasting analyse suggereert dat, voor zowel een lage als een hoge mate van aversie tegen inkomensongelijkheid, subsidies voor werkende alleenstaande ouders met een relatief laag inkomen verder zouden kunnen worden verhoogd.
 

Auteurs

Henk-Wim de Boer
Egbert Jongen