28 mei 2001

Welvaartseffecten van Maasvlakte 2; kosten-batenanalyse van uitbreiding van de Rotterdamse haven door landaanwinning.

Economische groei en geluidsnormen bepalend voor de timing van aanleg Maasvlakte 2

Persbericht
Zonder landaanwinning kan op den duur een ruimtetekort ontstaan in de haven van Rotterdam voor groeisectoren als containeroverslag en chemie.

Het moment waarop deze tekorten zich voordoen, en de omvang ervan, hangen sterk af van de toekomstige economische groei en de capaciteit voor containeroverslag die binnen de vastgelegde geluidsnormen in het westelijk havengebied nog realiseerbaar zijn. Zijn de ruimtetekorten groot, dan levert aanleg van Maasvlakte 2 een positieve bijdrage aan de welvaart in Nederland. Blijven de tekorten tot 2035 beperkt, dan wegen de maatschappelijke baten niet op tegen de kosten van landaanwinning.

Dit blijkt uit de maatschappelijke Kosten-Baten-Analyse (KBA) voor Maasvlakte 2 die Centraal Planbureau (CPB), NEI en Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gezamenlijk hebben gemaakt voor de PKB-plus Mainportontwikkeling Rotterdam. Onderzocht zijn de effecten voor de exploitant en de gebruikers als ook de externe effecten, waaronder die op natuur en milieu. Alle effecten zijn - voor zover dat kan - in geld uitgedrukt.

Toekomstige economische groei en het effect van de geluidsnormen op de capaciteit bepalen behalve het gewenste moment van aanleg ook in belangrijke mate de omvang van de welvaartsbijdrage aan de Nederlandse economie.

Berekeningen laten zien dat bij hoge economische groei (ruim 3%) naar verwachting tussen 2007 en 2010 behoefte ontstaat om met de landaanleg te beginnen. Bij een middelhoge economische groei (rond de 2½%) kan de aanleg beter nog een aantal jaren kan worden uitgesteld. Indien het westelijk havengebied vanwege de geluidsnormen weinig capaciteitsmogelijkheden blijkt te bieden, is het positieve saldo van baten en lasten voor de Nederlandse economie het grootst, bij genoemde groeicijfers in de orde van NLG 1 à 4 mld. Indien wel veel capaciteit is te verwezenlijken binnen de vastgelegde geluidsnormen, dan vallen de baten tot 2035 per saldo negatief uit, namelijk NLG -0,5 à -1 mld. Onderzoek is in gang gezet naar de invloed van deze geluidsnormen op de gebruiksmogelijkheden om zodoende later dit jaar de bandbreedte in de uitkomsten te verkleinen. Dit onderzoek kijkt ook naar de kosten van geluidhinderbeperkende maatregelen. Eerder aanleggen dan de vraag aangeeft, leidt tot een grote verslechtering van de rentabiliteit.

Als rekening wordt gehouden met een waarde voor het gebruik na 2035, wordt het beeld beduidend gunstiger, maar is de uitkomst van de KBA toch nog niet in alle gevallen positief. De resultaten lopen in de bovengenoemde gevallen dan uiteen van NLG -0,5 mld tot +8,5 mld.

Valt de economische groei in Nederland evenwel laag uit (onder de 2%) dan kan landaanwinning worden uitgesteld tot ver na 2020 en is het KBA-saldo bovendien altijd negatief.

De havenuitbreiding draagt ook bij aan de welvaart in de rest van West-Europa.

Naast de in geld uitgedrukte effecten zijn er niet in geld uitgedrukte effecten zoals de afweging van verlies aan beschermde natuurwaarde tegen de voorgestelde compensatie daarvoor en de aantasting van het landschap.

Ervan uitgaande dat de huidige tarieven in de haven gehandhaafd blijven, kan een bedrijfseconomische exploitatie in het gunstigste geval voor niet meer dan 20% de investeringskosten dekken.

De volledige publicatie ' Welvaartseffecten van Maasvlakte 2; Kosten-batenanalyse van uitbreiding van de Rotterdamse haven door landaanwinning' ISBN 90-5833-067-2 verschijnt op 28 mei 2001, en is te bestellen bij:

Koninklijke De Swart Postbus 53184 2505 AD Den Haag Telefoon: 070-3082121 Telefax: 070-3082159

De prijs is NLG 49,25, excl. NLG 6,75 verzendkosten.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

Een korte samenvatting is als bijlage opgenomen.

Het moment waarop deze tekorten zich voordoen, en de omvang ervan, hangen sterk af van de toekomstige economische groei en de capaciteit voor containeroverslag die binnen de vastgelegde geluidsnormen in het westelijk havengebied nog realiseerbaar zijn.

Zijn de ruimtetekorten groot, dan levert aanleg van Maasvlakte 2 een positieve bijdrage aan de welvaart in Nederland. Blijven de tekorten tot 2035 beperkt, dan wegen de maatschappelijke baten niet op tegen de kosten van landaanwinning.

Dit blijkt uit de maatschappelijke Kosten-Baten-Analyse (KBA) voor Maasvlakte 2 die Centraal Planbureau (CPB), NEI en Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gezamenlijk hebben gemaakt voor de PKB-plus Mainportontwikkeling Rotterdam. Onderzocht zijn de effecten voor de exploitant en de gebruikers als ook de externe effecten, waaronder die op natuur en milieu. Alle effecten zijn - voor zover dat kan - in geld uitgedrukt.

Toekomstige economische groei en het effect van de geluidsnormen op de capaciteit bepalen behalve het gewenste moment van aanleg ook in belangrijke mate de omvang van de welvaartsbijdrage aan de Nederlandse economie.

Berekeningen laten zien dat bij hoge economische groei (ruim 3%) naar verwachting tussen 2007 en 2010 behoefte ontstaat om met de landaanleg te beginnen. Bij een middelhoge economische groei (rond de 2½%) kan de aanleg beter nog een aantal jaren kan worden uitgesteld. Indien het westelijk havengebied vanwege de geluidsnormen weinig capaciteitsmogelijkheden blijkt te bieden, is het positieve saldo van baten en lasten voor de Nederlandse economie het grootst, bij genoemde groeicijfers in de orde van NLG 1 à 4 mld. Indien wel veel capaciteit is te verwezenlijken binnen de vastgelegde geluidsnormen, dan vallen de baten tot 2035 per saldo negatief uit, namelijk NLG -0,5 à -1 mld. Onderzoek is in gang gezet naar de invloed van deze geluidsnormen op de gebruiksmogelijkheden om zodoende later dit jaar de bandbreedte in de uitkomsten te verkleinen. Dit onderzoek kijkt ook naar de kosten van geluidhinderbeperkende maatregelen. Eerder aanleggen dan de vraag aangeeft, leidt tot een grote verslechtering van de rentabiliteit.

Als rekening wordt gehouden met een waarde voor het gebruik na 2035, wordt het beeld beduidend gunstiger, maar is de uitkomst van de KBA toch nog niet in alle gevallen positief. De resultaten lopen in de bovengenoemde gevallen dan uiteen van NLG -0,5 mld tot +8,5 mld.
Valt de economische groei in Nederland evenwel laag uit (onder de 2%) dan kan landaanwinning worden uitgesteld tot ver na 2020 en is het KBA-saldo bovendien altijd negatief.
De havenuitbreiding draagt ook bij aan de welvaart in de rest van West-Europa.

Naast de in geld uitgedrukte effecten zijn er niet in geld uitgedrukte effecten zoals de afweging van verlies aan beschermde natuurwaarde tegen de voorgestelde compensatie daarvoor en de aantasting van het landschap.

Ervan uitgaande dat de huidige tarieven in de haven gehandhaafd blijven, kan een bedrijfseconomische exploitatie in het gunstigste geval voor niet meer dan 20% de investeringskosten dekken.

Lees meer over