% (2a), 50% (2b), 30% (2c) of 0% (2d) van de schuld worden afgelost volgens het aflossingsschema van de huidige aflossingseis en vanaf dat moment vervalt de aflossingseis. De acht varianten zijn grafisch →
. Bij
de andere
vier varianten moet 70% (2a), 50% (2b), 30% (2c) of 0% (2d) van de schuld
worden
afgelost volgens het aflossingsschema van de huidige aflossingseis en vanaf
dat
moment vervalt de aflossingseis →
(figuur 2a).
Dit komt enerzijds door een stijging van de druk voor eenverdieners, vooral door het
inperken van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting (figuur 2b). Anderzijds →