2 december 2020

Niet-gebruik van de aanvullende beurs

Kwart van rechthebbende studenten maakt geen gebruik van aanvullende beurs

Persbericht
Een kwart van de eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs die recht hebben op een aanvullende beurs, maakt daar geen gebruik van. Deze circa 8.650 studenten lopen naar schatting gemiddeld 175 euro aan maandelijkse beurs mis. Opvallend genoeg maakt een aanzienlijk deel van deze studenten wel gebruik van leenfaciliteiten van DUO. Dat blijkt het onderzoek ‘niet-gebruik aanvullende beurs’ dat het Centraal Planbureau op 2 december heeft gepubliceerd. Aanpassingen in de aanvraagprocedure of de voorlichting kunnen mogelijk voorkomen dat studenten inkomensondersteuning mislopen en zich eventueel onnodig in de schulden steken.
primary image 740x420

Het niet-gebruik is hoger onder studenten die recht hebben op een lagere (niet-maximale) aanvullende beurs. Het niet-gebruik neemt iets af in het tweede studiejaar, maar ook dan maakt ongeveer een vijfde deel van de rechthebbende studenten geen gebruik van de beurs. Opvallend is dat 41% van de ‘niet-gebruikers’ van de aanvullende beurs, wel gebruikmaakt van de leenfaciliteiten van DUO, terwijl de voorwaarden voor de lening veel minder gunstig zijn dan die van de aanvullende beurs. Deze groep leent dus mogelijk onnodig geld.

Oorzaken en oplossingen

Het is aannemelijk dat een deel van het niet-gebruik komt doordat studenten niet goed op de hoogte zijn van hun recht, de aanvraagprocedure en/of de voorwaarden van de beurs. Het automatisch uitkeren van de beurs of een geautomatiseerde controle op het recht en de hoogte van de beurs en studenten vervolgens hierover actief te informeren zou het niet-gebruik sterk kunnen terugdringen. Er zit wel een aantal kanttekeningen bij deze twee opties, waaronder privacyaspecten. Minder vergaande opties zijn aanpassingen aan het aanvraagscherm en meer of andere voorlichting aan de student.

Over de aanvullende beurs

De aanvullende beurs is bedoeld voor het financieel ondersteunen van studenten met ouders met een lager inkomen. Hiermee wil de overheid de toegankelijkheid van het onderwijs waarborgen. De hoogte is afhankelijk van het inkomen van de ouders en nog een aantal andere factoren. Het maximale bedrag kan oplopen tot ongeveer 400 euro per maand. Als de student binnen 10 jaar een diploma haalt, wordt de beurs omgezet in gift. Dit in tegenstelling tot een lening, die altijd moet worden terugbetaald. In totaal maken zo’n 29.200 eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs gebruik van een aanvullende beurs.

Contactpersonen

Auteurs

Lees meer over