1 augustus 2002

Fertile soil for structural funds? A panel data analysis of the conditional effectiveness of European cohesion policy

Structuurfondsen Europese Unie grotendeels ineffectief door gebrekkige instituties

Persbericht
De Structuurfondsen van de EU zijn gemiddeld genomen niet effectief in het bevorderen van economische groei. Het is echter niet zo dat de structuurfondsen onverdeeld ineffectief zijn. Integendeel, structuurfondsen zijn wel effectief als ze in een land worden ingezet waar de kwaliteit van de instituties van voldoende hoog niveau is.

Dit concluderen Sjef Ederveen, Henri de Groot en Richard Nahuis van het Centraal Planbureau (CPB) in hun Discussion Paper Fertile soil for Structural Funds? A panel data analysis of the conditional effectiveness of European cohesion policy.

De Europese Unie subsidieert door middel van de Structuurfondsen en het Cohesiefonds achtergebleven regio's en landen. De gedachte is dat dit leidt tot een toename van de economische groei en dat daarmee de verdeling van het inkomen per hoofd van de bevolking gelijkmatiger wordt in de EU. Gegeven het grote aandeel van deze fondsen in het totale EU-budget en met het oog op de voorgenomen uitbreiding van de EU is inzicht in de effectiviteit van deze fondsen van groot belang.

De auteurs laten in een analyse van de economische groei van 1960 tot 1995 in dertien EU-landen zien dat de Structuurfondsen slechts onder bepaalde voorwaarden groei-bevorderend zijn. Met name goede institutionele kwaliteit blijkt een belangrijke randvoorwaarde voor een effectieve inzet van de Structuurfondsen te zijn. 'Goede instituties' is hierbij een verzamelbegrip voor aspecten als weinig corruptie en een effectieve handhaving van de wet en, meer algemeen, een effectieve overheid. Dat laatste wil bijvoorbeeld zeggen dat de overheid contracten niet zomaar herziet en dat er objectieve afwegingen gemaakt worden (in bijvoorbeeld kosten-baten-analyses) zonder dat die beïnvloed worden door politieke druk.

In een aantal landen, die grote ontvangers zijn van dergelijke fondsen (met name Griekenland en Portugal), blijkt de institutionele structuur onvoldoende om de fondsen effectief (dat wil zeggen groeibevorderend) aan te wenden.

De bevindingen van dit onderzoek onderstrepen het belang van hervorming van het structuurbeleid zoals dat op de EU-agenda staat. Met het oog op de komende uitbreiding van de EU laten de resultaten zien dat beleid gericht op verbetering van de institutionele kwaliteit een belangrijke stap is om te komen tot succesvolle integratie. Dit vereist een breuk met het meer traditionele beleid dat relatief sterk gericht is geweest op het (mede-)financieren van infrastructurele projecten. Als de EU infrastructuurprojecten (mede-)financiert in landen met onvoldoende institutionele kwaliteit, is dit relatief vaak ineffectief, mogelijk omdat selectie van projecten op niet-economische gronden plaatsvindt en/of omdat de projecten niet het beoogde effect kunnen bereiken zolang potentiële investeerders geen vertrouwen in de instituties van dat land hebben.

Door middel van structuurfondsen probeert de Europese Unie de economische groei in de lidstaten te stimuleren en het proces van convergentie te versnellen. Dit paper onderzoekt de effectiviteit van de Europese structuurfondsen in een panel analyse voor 13 lidstaten van de Europese Unie. 

We vinden dat de structuurfondsen - gemiddeld genomen - niet effectief zijn geweest. Voor landen met 'goede' instituties blijken structuurfondsen echter wel effectief te zijn. Dit resultaat vinden we voor een breed spectrum aan variabelen, zoals openheid, institutionele kwaliteit, corruptie en verschillende benaderingen voor goed bestuur.

Auteurs

Sjef Ederveen
Henri de Groot
Richard Nahuis

Lees meer over