Macro Economische Verkenning (MEV) 2009
Macro Economische Verkenning 2009: Economische groei vlakt af
Lees ook de achterliggende CPB Memoranda: 'Arbeidskosten per eenheid product Nederlandse verwerkende industrie MEV 2009', 'Investeringen in woningen', 'De wereldhandel en grondstoffenprijzen in 2008-2009', en 'Inflatie per inkomensgroep'.
De inflatie komt boven de 3% uit, terwijl de koopkracht van gezinnen in 2008-2009 grosso modo gelijk blijft. Het begrotingsoverschot van de overheid verbetert in beide jaren tot 1,3% van het BBP.
Dit zijn de hoofdlijnen uit de vandaag gepresenteerde Macro Economische Verkenning (MEV) 2009. Het Centraal Planbureau (CPB) presenteert hierin analyses en prognoses voor de Nederlandse en voor de wereldeconomie in de jaren 2008 en 2009. Tevens bevat de MEV 2009 twee speciale onderwerpen: 'Prijsstijgingen van voedsel' en 'Kinderopvang'. In diverse kaders belicht het CPB een aantal actuele onderwerpen, zoals de gevoeligheid van Nederland voor de kredietcrisis, de vraag of er voor Nederland een huizenprijsdaling in het verschiet ligt, de kans op een sterke loon-prijsspiraal en de effectiviteit van de buitengewone-uitgavenaftrek.
Mondiale groei gaat nog verder terugvallen
In de eerste helft van dit jaar hield de onrust op de financiële markten aan, zwakte de mondiale economische groei af, stegen de olie- en voedselprijzen tot recordhoogten en bereikte de inflatie daardoor in veel landen een zorgwekkend hoog peil. De situatie op de Amerikaanse huizenmarkt verslechterde dramatisch, terwijl in een aantal Europese economieën de huizenprijsstijging sterk terugliep en investeringen in woningen begonnen af te nemen. De financiële onrust trof niet alleen de Amerikaanse subprime-hypotheken en gerelateerde complexe financiële producten, maar ook de geld-, obligatie-, valuta- en aandelenmarkten wereldwijd. Eind augustus lagen de Europese aandelenkoersen ruim 25% lager dan vóór het uitbreken van de kredietcrisis in juli vorig jaar. De euro werd opnieuw sterker ten opzichte van de dollar, met nadelige gevolgen voor de concurrentiepositie van eurolanden, ook al steeg de dollar in augustus weer wat in waarde.
De kredietcrisis houdt vermoedelijk nog enige tijd aan. Pas in de loop van volgend jaar kunnen financiële markten gaan normaliseren. De ramingen van de Amerikaanse en Europese economische groei in 2009 zijn dan ook mager, respectievelijk ¾% en 1%. De onzekerheden omtrent de wereldeconomie blijven overigens groter dan gewoonlijk. Het risico bestaat dat de kredietcrisis langer zal aanhouden en de economische groei scherper zal drukken, maar een gunstiger scenario is ook denkbaar indien de prijzen van olie en andere grondstoffen dalen.
Nederlandse economie: neergang nu echt ingezet
Nederland is de top van de hoogconjunctuur in termen van groei gepasseerd. Na twee zeer goede kwartalen eind 2007, bedroeg de kwartaal-op-kwartaalgroei in het eerste kwartaal van 2008 nog slechts 0,4%. In het tweede kwartaal van dit jaar nam de productie voor het eerst in drie jaar op kwartaalbasis zelfs helemaal niet meer toe. De lagere wereldhandelsgroei leidt tot een geringere toename van de uitvoer. Ook de particuliere consumptie en de bedrijfsinvesteringen ontwikkelen zich dit en komend jaar aanzienlijk minder gunstig dan in de voorbije jaren. Toch komt op jaarbasis de BBP-groei in 2008 naar verwachting nog uit op 2¼%. Dit is echter voornamelijk te danken aan de zogenoemde overloop vanuit 2007. Op kwartaalbasis groeit de economie dit jaar slechts mondjesmaat. De prognose voor volgend jaar is met een groei van 1¼% nog gematigder.
Spanning op arbeidsmarkt
blijft Ondanks de gematigde groei op kwartaalbasis blijft de economische situatie in 2008 gespannen. Het feitelijke productieniveau ligt dit jaar naar verwachting 1¾% hoger dan het potentiële niveau. De spanning komt vooral tot uiting op de arbeidsmarkt. Het aantal vacatures schommelt al drie kwartalen rond de 245 000, een historisch hoogtepunt. Ook komt de werkloosheid dit jaar met 4% ruim onder de geschatte evenwichtswerkloosheid uit. Volgens de prognose loopt de werkloosheid in 2009 licht op, tot 4¼% van de beroepsbevolking, maar blijft ook dan in zowel historisch als internationaal opzicht laag.
Stijgende lonen en een oplopende inflatie
De hoge olieprijs heeft een opwaarts effect op de inflatie. De stijging van de consumentenprijsindex loopt naar verwachting op tot 2¾% dit jaar en 3¼% in 2009. Ook de verhoging van enkele indirecte belastingen draagt bij aan de stijging van het algemene prijspeil. Bovendien groeit de arbeidsproductiviteit onder invloed van de afzwakkende conjunctuur dit jaar en komend jaar relatief langzaam, waardoor de bijdrage van de arbeidskosten per eenheid product aan de inflatie toeneemt. In dit verband speelt ook een rol dat de hogere inflatie en de blijvende krapte op de arbeidsmarkt de lonen opstuwen. De contractloonstijging in de marktsector trekt naar verwachting aan tot 3¼% in 2008 en 3½% volgend jaar.
In de jaren zeventig vertaalden stijgende olieprijzen zich via automatische prijscompensatie in een loon-prijsspiraal. Hoge inflatieverwachtingen werden destijds vertaald in hoge looneisen. Toen de hoge inflatieverwachtingen eenmaal waren verankerd, bleken die alleen tegen hoge kosten, in de vorm van forse werkloosheid, te kunnen worden bijgesteld. Deze periode heeft ons land geleerd dat het ruilvoetverlies als gevolg van de stijgende olieprijzen niet via looneisen moet worden afgewenteld op de winsten, en dat koopkrachtverlies onvermijdelijk is.
Consumptie neemt langzamer toe
De geraamde groei van het reëel beschikbaar gezinsinkomen ligt dit jaar met ¾% beduidend lager dan de groei van 3,7% in 2007, wat de consumptiegroei drukt tot 1½% dit jaar en 1% in 2009. Voorts ligt in de prognose een minder gunstige ontwikkeling van de gezinsvermogens besloten. In de raming wordt uitgegaan van een huizenprijsstijging die dit jaar ongeveer gelijke tred houdt met de inflatie en die daar volgend jaar wat bij achter blijft. De AEX sloot de eerste helft van 2008 ruim 17% lager dan de stand ultimo 2007, waardoor het aandelenvermogen is gekrompen. Ook deze vermogensontwikkelingen beïnvloeden de consumptie neerwaarts in beide ramingsjaren.
Verandering koopkracht schommelt rond de nul De statische koopkracht van huishoudens - waarbij geen rekening wordt gehouden met individuele veranderingen zoals promotie, huwelijk of werkloosheid - neemt in 2008 in doorsnee af met ½%. De verschillen tussen werkenden, uitkeringsgerechtigden en 65-plussers zijn betrekkelijk gering. Het koopkrachtbeeld voor volgend jaar ziet er volgens de raming anders uit. Dan neemt de statische koopkracht in doorsnee juist toe met ½% en is de spreiding relatief groot. Werknemers gaan er in doorsnee ½% op vooruit, terwijl uitkeringsgerechtigden er ¼% op achteruit gaan. De koopkracht voor 65-plussers verandert gemiddeld naar verwachting niet.
Conjunctuurgevoelige investeringen over hoogtepunt heen
De groei van de conjunctuurgevoelige investeringen vertraagt dit jaar sterk. Bedroeg deze groei vorig jaar nog 11,6%, dit jaar blijft daar nog 2½% van over. Volgend jaar dalen deze investeringen zelfs met 4¾%. De belangrijkste reden van de groeivertraging is de substantiële afname van de productiegroei in de marktsector, waardoor uitbreidingsinvesteringen minder noodzakelijk zijn. Voorts neemt de winstgevendheid van bedrijven af, omdat ze niet in staat zijn de fors gestegen productiekosten volledig en onmiddellijk door te berekenen in de afzetprijzen. De totale bedrijfsinvesteringen ontwikkelen zich dit jaar overigens gunstiger, omdat de conjunctuurongevoelige investeringen in vliegtuigen en grote energieprojecten toenemen.
Stagnerende uitvoer remt de groei
Een groot deel van de vertraging in de economische groei in 2008 kan op het conto van de uitvoer worden geschreven. De in Nederland geproduceerde uitvoer neemt dit jaar toe met 2¼%, tegenover 5,0% vorig jaar. Deze vertraging kan voor een belangrijk deel worden verklaard door de verslechterde internationale economische situatie. De wereldhandelsgroei neemt dit jaar mede als gevolg van de kredietcrisis af van 6,3% naar 3¼%. Ook de relatief snelle stijging van de arbeidskosten per eenheid product en de nog altijd dure euro remmen de groei van de uitvoer. Volgend jaar neemt de binnenslands geproduceerde uitvoer naar verwachting met 1¾% toe. De wederuitvoer laat eveneens een lager groeitempo zien. In 2007 bedroeg de toename 9,5%, dit en komend jaar zakt het groeitempo naar verwachting terug tot respectievelijk 6½% en 4¾%.
Overheidsfinanciën
Diverse open-einderegelingen leiden tot tegenvallers. Het betreft onder meer de kinderopvangtoeslag, de buitengewone-uitgavenaftrek voor ziektekosten en de persoonsgebonden budgetten in de AWBZ. De doelgroep die men bij introductie waarschijnlijk voor ogen had, blijkt in de praktijk moeilijk af te bakenen, waardoor het gebruik hoger uitvalt dan geraamd. Tegenover deze tegenvallers staan ook meevallers, met name bij de EU-afdrachten. Bovendien is er extra bestedingsruimte ontstaan, doordat de feitelijke prijs van de overheidsbestedingen achterblijft bij de prijs waarmee is gerekend bij het vaststellen van de uitgavenkaders. Een belangrijke verbetering op het terrein van het begrotingsbeleid is de aanpassing van de voeding van het Fonds Economische Structuurversterking (FES), waardoor de hogere aardgasopbrengsten worden aangewend om de kosten van de komende vergrijzing (deels) mee te financieren.
Verbetering EMU-saldo vooral door aardgasbaten
Het EMU-saldo komt naar verwachting zowel dit als volgend jaar uit op 1,3% BBP. Na overschotten in de afgelopen twee jaren zou dat betekenen dat de overheidsinkomsten vier jaar op rij de uitgaven overstijgen. Dat is niet meer voorgekomen sinds de jaren vijftig. De hogere inkomsten uit aardgas spelen hierbij een belangrijke rol. Bovendien krijgt Nederland vanaf 2007 per jaar korting op de afdracht aan de EU. Volgend jaar wordt deze korting met terugwerkende kracht verrekend, waardoor de afdrachten met bijna 3 mld euro afnemen, waarvan 1,7 mld euro (0,3% BBP) eenmalig is. Onderliggend dat wil zeggen gecorrigeerd voor deze bijzondere omstandigheid, de stand van de conjunctuur, de gasopbrengsten en de netto rentebetalingen is in 2009 sprake van een verslechtering van het begrotingssaldo met bijna 1%-punt.
Nauwelijks verschillen in inflatie tussen inkomensgroepen
In Nederland bestaan nauwelijks verschillen in inflatie tussen de verschillende inkomensgroepen. In CPB Memorandum 'Inflatie per inkomensgroep' staat dit uitgebreid beschreven aan de hand van verschillen in consumptiepakket en daarmee verschillen in inflatie tussen de diverse inkomensgroepen.
Lees ook het bijbehorende persbericht.
Lees ook de achterliggende CPB Memoranda: 'Arbeidskosten per eenheid product Nederlandse verwerkende industrie MEV 2009', 'Investeringen in woningen', 'De wereldhandel en grondstoffenprijzen in 2008-2009', en 'Inflatie per inkomensgroep'.
De Macro Economische Verkenning 2009, ISBN 978-90-1212-891-9, is vanaf vrijdag 19 september verkrijgbaar bij:
Sdu Servicecentrum Uitgeverijen
Postbus 20014
2500 EA Den Haag
Tel. 070-3789880
Fax: 070-3789783
De prijs bedraagt: 28,15 euro
Downloads
De wereldhandel en grondstoffenprijzen in 2008-2009
De kredietcrisis houdt vermoedelijk voorlopig nog aan, waardoor de neergaande internationale conjunctuur voortduurt. Ondanks enig herstel in de loop van 2009 jaar zal volgend jaar de Amerikaanse en Europese economische groei zeer matig zijn, met een zwakke wereldhandelsgroei tot gevolg. De onzekerheden over de wereldeconomie blijven groter dan gewoonlijk. Het risico bestaat dat de kredietcrisis langer zal aanhouden en de wereldhandelsgroei scherper zal drukken dan in de hier gepresenteerde projectie.
In dit achtergrondmemorandum bij de Macro Economische Verkenningen 2009 wordt nader ingegaan op recente ontwikkelingen en vooruitzichten voor de grondstoffenprijzen en de wereldhandel.
Downloads
Auteurs
Arbeidskosten per eenheid product Nederlandse verwerkende industrie in de MEV 2009
Deze indicator verschaft inzicht in de ontwikkeling van de prijsconcurrentiepositie van Nederlandse exportproducten. In dit memo wordt de ontwikkeling van de arbeidskosten per eenheid product in Nederland en van de concurrenten meer gedetailleerd besproken.
Downloads
Inflatie per inkomensgroep
In juli was de prijsstijging voor zowel de laagste inkomens als de hoogste inkomens gelijk aan de gemiddelde prijsstijging. Voor de één na laagste inkomensgroep was de inflatie 0,1%-punt lager en voor de middeninkomens 0,1%-punt hoger dan gemiddeld.
De inflatieverschillen tussen inkomensgroepen zijn in Nederland kleiner dan in het eurogebied.
Downloads
Auteurs
Investeringen in woningen (MEV 2009)
Werd de groei in 2006 vooral gedragen door de investeringen in nieuwbouw, in 2007 was de herstel- en verbouw de grote trekker. Het aantal gereedgekomen nieuwbouwwoningen liep de afgelopen 5 jaar op tot 80 000 in 2007.
In dit memorandum wordt een onderbouwing gegeven van de ontwikkeling van de investeringen in woningbouw zoals geraamd in de Macro Economische Verkenning 2009.