Publicaties

In deze CPB Policy Brief wordt onderzocht hoe twee maatregelen de welvaartsverdeling beïnvloeden als de gehele levensloop in de berekening wordt betrokken. Dit wordt gedaan voor alle leeftijds- en inkomensgroepen. →

Nederland heeft sinds de jaren zeventig een aanhoudend en relatief groot overschot op de lopende rekening. Dit overschot is de afgelopen jaren gegroeid tot het historisch hoge niveau van 8,5% bbp in 2013. →

Een verruiming van het lokale belastinggebied biedt lokale overheden de mogelijkheid om beter in te spelen op de lokale wensen. →

De consumptie van huishoudens in Nederland fluctueert sterker dan in de ons omringende landen. Dit levert Nederlandse huishoudens een welvaartsverlies op. →

Generieke lastenverlichting doet relatief weinig voor de arbeidsparticipatie. Lastenverlichting voor werkende moeders met jonge kinderen is relatief effectief. →

Bijna de helft van alle leerlingen blijft minimaal één keer zitten op de basis- of middelbare school. Het percentage zittenblijvers piekt aan het begin van de basisschool en in het voorexamenjaar. →

De ontwikkeling van lonen in de publieke sector wijkt alleen tijdelijk af van die in de marktsector. Op termijn volgen de overheidslonen de marktlonen. →

Hoewel dynamische koopkrachtcijfers de realiteit beter weergeven, is het voor de reguliere CPB-ramingen toch beter om de statische koopkrachtcijfers te gebruiken. →

Een goede transportverbinding vergroot regionale verschillen. →

In het onderwijs is te weinig aandacht voor de persoonlijke, niet-cognitieve ontwikkeling van leerlingen. →