30 juni 2016

Grote hervormingen buiten regeerakkoord steeds lastiger

Het wordt vrijwel onmogelijk om grote hervormingen door te voeren als politieke partijen daar geen afspraken over maken in een regeerakkoord. Dit blijkt uit het onderzoek ‘De politieke economie van belastinghervormingen’ van Arjan Lejour dat vandaag gepubliceerd wordt tijdens de jaarlijkse CPB Lecture. Het is de eerste keer dat is onderzocht welke factoren in Nederland van invloed zijn op de uiteindelijke invoering van hervormingen.

Als grote hervormingen niet lukken, kan het behulpzaam zijn kleinere hervormingen door te voeren om de status quo te doorbreken. Die kleinere hervormingen kunnen uiteindelijk leiden tot meer steun voor vervolgacties. Zeker omdat er steeds vaker sprake zal zijn van politieke fragmentatie kan dit een goed alternatief zijn voor grote stelselwijzigingen. Het nadeel van zo’n aanpak kan echter wel zijn dat bepaalde hervormingen nooit uitgevoerd worden, omdat er geen uitruil mogelijk is en de verliezen voor een (beperkte) groep daardoor te groot kunnen zijn.

Bepalend voor de kans dat een hervorming wordt doorgevoerd zijn verder dat er voldoende maatschappelijk draagvlak voor is en er een gedegen onderzoek ligt waaruit blijkt waar het probleem precies zit en waar de oplossing gevonden kan worden (de hervorming). Zo ligt de hervorming al ‘klaar’ als de kans zich voor doet dat er hervormd wordt, bijvoorbeeld bij de formatie van een kabinet. Ook slimme framing, wisselgeld en politiek leiderschap kunnen een hervorming verder helpen.

In het onderzoek zijn de grote belastinghervormingen van 1990 en 2001 en de niet-doorgevoerde stelselwijzigingen van 1991 en 2015 geanalyseerd. Verder zijn een aantal specifieke hervormingsmaatregelen onderzocht zoals de belasting op personenauto’s en motorvoertuigen (bpm) naar een CO2-heffing, de beperking van de hypotheekrenteaftrek, de vereenvoudiging van de kindregelingen en de invoering van de inkomensafhankelijke heffingskorting.