22 november 2017

Goedkoper geknipt, maar ook vaker? De btw-verlaging voor kappersdiensten

Op 1 januari 2000 is de btw op een aantal arbeidsintensieve diensten verlaagd van 17,5 naar 6 procent. Voor kappersdiensten is deze btw-verlaging grotendeels aan de consumenten doorgegeven via lagere prijzen. Hoewel de btw-verlaging tot doel had de werkgelegenheid te bevorderen, kan dat niet met data worden hardgemaakt.

Lees ook het bijbehorende artikel op MeJudice.nl.

Eind 1999 gaf de Europese Unie de lidstaten de mogelijkheid de btw op een aantal arbeidsintensieve diensten te verlagen van het standaardtarief naar het lage tarief. Dit was in eerste instantie een driejarig experiment.  Het doel van dit experiment was om de formele werkgelegenheid in deze sectoren te bevorderen en mogelijk zwart werk te verminderen. Nederland besloot om per 1 januari 2000 dit lagere tarief in te voeren voor kappersdiensten, reparatie van fietsen, reparatie van schoenen en leder, schilder- en stukadoorwerkzaamheden voor woningen ouder dan vijftien jaar en reparatie en herstel van kleding en linnen. In 2002 werd het experiment verlengd en tegenwoordig wordt het gecontinueerd zonder einddatum.

Dit onderzoek evalueert de btw-verlaging voor kappersdiensten. Daarbij maken we gebruik van een verschil-in-verschillen (difference-in-differences) analyse. We volgen hierbij Kosonen (2015) die de prijs- en volumeontwikkeling van de btw-verlaging van kappersdiensten in Finland heeft vergeleken met de prijs- en volumeontwikkeling van schoonheidssalons. Schoonheidssalons zijn net als kappers persoonlijke diensten met veel contact met de klant, beide zijn vaak kleinschalig, maar schoonheidssalons betalen het (hogere) standaard btw-tarief.

In de analyse voor Nederland maken we gebruik van maandelijkse en jaarlijkse microdata van het CBS. We analyseren het effect op de prijs, de omzet, het volume, de werkgelegenheid in personen en de werkgelegenheid in voltijdsequivalenten. We vinden dat de btw-verlaging bijna geheel is doorgegeven aan de consument in de vorm van lagere prijzen. We vinden echter niet dat deze prijsverlaging heeft geleid tot een groter volume van kappersdiensten of meer werkgelegenheid in de kappersbranche. Het lijkt verrassend dat we geen effect vinden op het volume en de werkgelegenheid, gegeven de prijsdaling. Dit is echter in lijn met de bevindingen van buitenlands onderzoek voor Finland en Zweden naar de effecten van een lager btw-tarief voor arbeidsintensieve diensten (Harju en Kosonen, 2014, Kosonen, 2015).
 

Auteurs

Egbert Jongen
Gabriella Massenz