4 oktober 2011

Ontwikkelingen van Nederlandse sectorale energie-intensiteit in internationaal perspectief, 1987-2005

Deze studie maakt gebruik van een nieuwe dataset voor het analyseren van de ontwikkeling van energie-intensiteit in Nederland, gedurende de periode 1987−2005 en in vergelijking met 18 andere OESO-landen. Een belangrijk kenmerk van onze analyse is de combinatie van meerdere landen en een gedetailleerd sectorniveau.
No title

Bijzonder vernieuwend is een evaluatie van de ontwikkeling van de energie-intensiteit in een reeks van dienstensectoren. Uit onze analyse blijkt dat tussen 1987 en 2005 de energie-intensiteit in Nederland is afgenomen met 0,9% procent-punt voor de economie als geheel en met 0,2% procent-punt in de industrie, terwijl de energie-intensiteit met 0,4% procent-punt is gestegen in de dienstensector. Deze prestatie is aanzienlijk lager dan het OESO-gemiddelde en was vooral laag in de periode tussen 1987 en 1995. Het niveau van energie-intensiteit in Nederland komt ongeveer overeen met het OESO-gemiddelde voor de economie als geheel en voor de industrie. In de dienstensector was het niveau van energie-intensiteit ongeveer 50% lager dan het OESO-gemiddelde in 1987, maar deze voorsprong is bijna verdwenen in 2005. Ten slotte, onze analyse laat zien dat in de industrie, tussen 1987 en 2005, ongeveer de helft van de energie-efficiënte verbeteringen zijn tenietgedaan door een verschuiving naar een meer energie-intensieve sectorstructuur, vooral door de groei van de chemische industrie. In de Dienstensector, daarentegen, heeft de verschuiving in de onderliggende sectorstructuur tussen 1987 en 2005 bijgedragen aan een vertraging van de toename van de energie-intensiteit met ongeveer een derde.

Auteurs

Henri de Groot
Peter Mulder

Lees meer over