25 februari 2013

Veronderstellingen deelname-effecten van een sociaal leenstelsel in het hoger onderwijs

Op verzoek van minister Bussemaker van het ministerie van OCW geeft deze CPB Notitie een nadere duiding van de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de berekende deelname-effecten uit de CPB Notitie “Deelname-effecten van de invoering van het sociaal leenstelsel in de bachelor- en masterfase”.

Lees ook de CPB Notitie 'Deelname-effecten van de invoering van het sociaal leenstelsel in de bachelor- en masterfase'.

Waar mogelijk wordt in deze CPB Notitie tevens een verdere onderbouwing en kwantificering van de veronderstellingen gegeven.

Het betreft de volgende vijf veronderstellingen:

de duur van de hbo-bachelor is drie jaar verondersteld;
de rente op de studielening is in de berekeningen niet meegenomen;
de uitwonende beurs en de versobering van de OV-kaart zijn buiten beschouwing gelaten;
de keuze van studenten is inelastisch voor het eerste deel van de prijsverhoging (1000 euro);
de deelname-effecten zijn gebaseerd op Amerikaans onderzoek.

Deze CPB Notitie behandelt achtereenvolgens bovenstaande veronderstellingen.