11 december 2014

Kortetermijnraming december 2014

Lagere eurokoers en olieprijs bevorderen herstel

Persbericht
De economische groei trekt volgend jaar aan tot 1½% bbp (bruto binnenlands product). Hoewel het herstel broos blijft, groeit vooral de consumptie harder dan dit jaar. De werkgelegenheid neemt toe, de werkloosheid daalt naar 6½%. De inflatie blijft laag, in lijn met de Europese prijsontwikkeling. De kans op langdurige deflatie is gering.

Dit concludeert het Centraal Planbureau in de vandaag verschenen decemberraming voor de jaren 2014 en 2015.

Ga direct naar de cijfers.

De euro is in de afgelopen maanden 7% minder waard geworden ten opzichte van de dollar. Daarbij zijn de olieprijzen 30% gedaald. Beide ontwikkelingen zijn gunstig voor de Nederlandse economie. De uitvoer profiteert van de verbetering van de concurrentiepositie en de consumptie neemt toe, mede door de lagere energieprijzen.

De economische groei stimuleert de werkgelegenheid bij bedrijven. Daar staat tegenover dat de werkgelegenheid bij de overheid en in de zorg nog afneemt in 2015, terwijl de beroepsbevolking toeneemt. Per saldo resulteert een lichte daling van de werkloosheid van 6¾% in 2014 naar 6½% volgend jaar.

De inflatie blijft laag, mede onder invloed van de dalende olieprijzen. Zowel dit jaar als volgend jaar komt de inflatie uit op 1%. Er is de laatste maanden veel publieke discussie geweest over de gevolgen van lage inflatie, of deflatie. Het deflatierisico kan niet worden los gezien van de lage economische groei, maar heeft als extra effect dat de schuldenproblematiek bij huishoudens en bij de overheid wordt vergroot. Aan de andere kant is lage inflatie voordelig voor huishoudens met vermogen en voor de koopkracht van alle huishoudens. Het EMU-tekort komt in 2014 uit op 2,8%, rekening houdend met de EU-naheffing over het jaar 2014 van 0,2%. In 2015 verbetert het EMU-tekort naar 1,8%. Factoren met een positief effect hierop zijn de hogere economische groei, de lagere werkloosheid en voortgaande bezuinigingen (ten opzichte van de geplande uitgaven) op met name de zorguitgaven. Hier staan lagere aardgasbaten tegenover. Het structurele EMU-saldo wordt geschat op -0,5% bbp in 2014 en in 2015 en is daarmee gelijk aan de middellangetermijndoelstelling.

Contactpersonen

Conclusies

Lees het bijbehorende persbericht.

Kerngegevenstabel 2012-2015, 11 december 2014

Internationale economie
  2012 2013 2014 2015
Relevante wereldhandel (%)

0,7

1,7

2 3/4

4

Concurrentenprijs (%)

4,1

-2,1

-1 3/4

1

Olieprijs (Brent, niveau
in dollars per vat)

111,7

108,7

100

77

Eurokoers (dollar per euro)

1,28

1,33

1,33

1,24

Lange rente Nederland
(niveau in %)

1,9

2,0

1,5

1,2

Volume bbp en bestedingen
  2012 2013 2014 2015
Bruto binnenlands product
(bbp, economische groei, %)

-1,6

-0,7

3/4

1 1/2

Consumptie huishoudens (%)

-1,4

-1,6

0

1 1/4

Consumptie overheid (%)

-1,6

-0,2

-1/4

0

Investeringen
(inclusief voorraden, %)

-5,8

-4,9

2 1/2

3 1/4

Uitvoer van goederen
en diensten (%)

3,3

2,0

4 1/4

4 1/2

Invoer van goederen
en diensten (%)

2,8

0,8

4 1/4

4 3/4

Prijzen, lonen en koopkracht (toelichting/begrippen)
  2012 2013 2014 2015
Prijs bruto binnenlands
product (%)

1,3

1,0

1

1/2

Uitvoerprijs binnenslands
geproduceerde goederen
(exlusief energie, %)

1,5

0,0

-1 3/4

-1

Prijs goedereninvoer (%)

3,4

-1,5

-3 1/2

-1 3/4

Inflatie (nationale
consumentenprijsindex,
CPI, %)

2,5

2,5

1

1

Contractloon marktsector
(%)

1,6

1,2

1

1 1/4

Koopkracht, statisch,
mediaan, alle huishoudens
(%)

-2,0

-1,3

1 1/4

3/4

Arbeidsmarkt
  2012 2013 2014 2015
Beroepsbevolking (%)

1,5

0,8

-1/2

1/2

Werkzame beroepsbevolking
(%)

0,6

-0,7

-3/4

1

Werkloze beroepsbevolking
(in duizend personen)

469

600

605

570

Werkloze beroepsbevolking
(niveau in % beroepsbevolking)

5,3

6,7

6 3/4

6 1/2

Marktsector (toelichting/begrippen)
  2012 2013 2014 2015
Productie (%)

-1,8

-0,9

1 3/4

2

Arbeidsproductiviteit
(per arbeidsjaar, %)

-1,2

0,6

1 3/4

1 1/4

Werkgelegenheid
(in arbeidsjaren, %)

-0,6

-1,5

0

3/4

Loonvoet (%)

2,3

2,6

1 3/4

1/2

Arbeidsinkomensquote
(niveau in %)

79,5

81,4

80 1/2

79 1/4

Overig
  2012 2013 2014 2015
Individuele spaarquote (niveau
in % beschikbaar inkomen)

0,0

0,6

2 1/2

2 1/4

Saldo lopende rekening
(niveau in % bbp)

8,8

8,5

8 3/4

9

Collectieve sector (toelichting/begrippen)
  2012 2013 2014 2015
EMU-saldo (% bbp) -4,0

-2,3

-2,8

-1,8

EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp)

66,5

68,6

69,2

69,6

Collectieve lasten (% bbp)

36,3

37,2

37,8

37,8

Aanvullende kerngegevens 2012-2015

Investeringen en uitvoer
  2012 2013 2014 2015
Bruto investeringen
bedrijvensector
(exclusief woningen %)

-4,9

-2,5

3 1/4

5 1/4

Investeringen bedrijven
in woningen (%)

-8,1

-9,2

2

3 1/4

Uitvoer van binnenslands
gepoduceerde goederen
(exclusief energie, %)

1,6

0,3

5 3/4

5 1/2

Wederuitvoer goederen
(exclusief energie, %)

2,0

1,5

4 3/4

5 1/2

Prijzen,overheid en HICP (toelichting/begrippen)
  2012 2013 2014 2015
Geharmoniseeerde consumenten
prijsindex (HICP, %)

2,8

2,6

1/2

3/4

Afgeleide inflatie (CPI, %)

2,1

1,3

3/4

3/4

Loonvoet sector overheid (%)

3,0

0,6

2 1/2

3/4

Prijs overheidsconsumptie,
beloning werknemers (%)

1,9

-0,1

2 1/4

1/2

Prijs overheidsconsumptie,
netto materieel (IMOC, %)

1,6

0,7

1

3/4

Prijs intermediair verbruik (%)

1,7

0,9

1/4

1 3/4

Prijs bruto overheids-
investeringen (IBOI, %)

0,6

0,4

1/2

3/4

Prijs nationale bestedingen (%)

1,5

0,9

1

1/2

Prijs toegevoegde waarde
marktsector (%)

1,6

0,0

3/4

1/4

Diverse kerngegevens (in niveaus) (toelichting/begrippen)
  2012 2013 2014 2015
Bruto binnenlands product
(bbp, in miljarden euro's)

640,6

642,8

654

668

Bevolking
(in duizenden personen)

16755

16804

16855

16905

Beroepsbevolking
(in duizenden personen)

8878

8946

8895

8940

Werkloze beroepsbevolking
nationale definitie
(in duizenden personen)

507

656

655

620

Werkloze beroepsbevolking
nationale definitie
(niveau,% beroepsbevolking)

6,4

8,3

8 1/4

7 3/4

Bruto modaal inkomen (euro)

33000

34500

35000

35500

In de cijfers is de CBS-revisie Nationale Rekeningen 2010 verwerkt.

Zowel de loonvoet marktsector, de arbeidsinkomensquote, als de individuele spaarquote is in 2014 en 2015 opwaarts vertekend vanwege de maatregel waarin het gebruik van stamrecht-bv's wordt beperkt. Ontslagvergoedingen worden direct aan de betrokkenen uitbetaald, in plaats van dat deze in een bv worden ondergebracht. Ontslagvergoedingen worden sinds de revisie geboekt als sociale lasten van werkgevers. De maatregel betekent een eenmalige boekhoudkundige stijging van de sociale lasten in 2014, wat een opwaarts effect heeft op de loonvoetontwikkeling in de marktsector van ruim 0,5%-punt.

Economische groei in Nederland, 2008-2015

Deze grafiek toont de groei van het Bruto Binnenlands Product in Nederland van 2008 t/m 2015

naar boven 

Gerelateerde publicatie

naar boven

Downloads

Engels, Excel, 79.5 KB
Engels, Excel, 79.5 KB
Engels, Excel, 79.5 KB
Engels, Excel, 79.5 KB
Engels, Excel, 79.5 KB
Engels, Excel, 89.5 KB
Engels, Excel, 86.5 KB
Engels, Excel, 89.5 KB
Engels, Excel, 86.5 KB
Engels, Excel, 98.5 KB
Engels, Excel, 105.5 KB
Engels, Excel, 93.5 KB
Engels, Excel, 95.5 KB
Engels, Excel, 88.5 KB

Contactpersonen