14 augustus 2014

Kerngegevenstabel 2012-2015 voor de concept-MEV 2015

Geactualiseerde CPB-raming 2014-2015

Persbericht
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft vandaag een geactualiseerde macro-economische raming gepubliceerd ten behoeve van de afronding van de besluitvorming over de begroting van 2015. De Nederlandse economie groeit dit en volgend jaar met respectievelijk ¾% en 1¼%.
No title

De politieke spanningen rond Oekraïne en in het Midden-Oosten vormen in toenemende mate een risico voor de wereldhandel en daarmee ook voor de Nederlandse economie. Bij deze raming is ervan uitgegaan dat het conflict rond Oekraïne niet verder escaleert. Bij een verdere escalatie van dit conflict zou de Nederlandse bbp-groei in 2015 een ¼% tot ½% lager kunnen uitkomen (zie voor een indicatie van de overige eerstejaarseffecten bij een groei die ½% lager ligt, de eerste kolom in het kader op blz. 10 van het Centraal Economisch Plan 2014, CEP).

De Nederlandse economie ontwikkelt zich in deze tussenraming zoals verwacht in de raming van afgelopen juni. De verwachtingen voor de wereldhandel zijn iets minder gunstig onder invloed van tegenvallende realisaties en de gevolgen van de politieke spanningen rond Oekraïne en Rusland. De verwachtingen voor de bbp-groei zijn per saldo ongewijzigd, omdat de revisie van de Nationale rekeningen een klein opwaarts effect heeft op de groei. De werkgelegenheid zal dit jaar nog dalen met ½% en volgend jaar stijgen met ½%. De werkloosheid stijgt dit jaar nog licht tot gemiddeld 620.000 personen en zal volgend jaar enigszins dalen naar 605.000. De werkloosheid ligt daarmee op een lager niveau dan voorzien bij de juniraming, vooral als gevolg van een sterker dalend arbeidsaanbod in 2014. De inflatie blijft laag en de groei van de lonen is gematigd. De mediane koopkracht stijgt, vooral door beleid, met 1½% in 2014 en blijft volgend jaar gelijk.

Het overheidstekort loopt op van 2,3% bbp vorig jaar naar 2,7% bbp dit jaar. Dit komt enerzijds door het wegvallen van enkele bijzondere factoren, met name de telecomveiling in 2013, en anderzijds door lagere aardgasbaten. Volgend jaar daalt het tekort naar 2,1% bbp. De revisie van de Nationale rekeningen leidt tot een neerwaartse herziening van de overheidsschuld en de collectieve lasten en uitgaven in de ramingsperiode. De revisie heeft per saldo een beperkt dempend effect op het overheidstekort. Het tekort is verder marginaal neerwaarts herzien door lagere socialezekerheidsuitgaven, deels veroorzaakt door lagere werkloosheid, en door belastingverhogingen ter compensatie van de lagere zorgpremies.

Het CPB geeft geen verdere toelichting op deze tussenraming. Op Prinsjesdag (16 september) publiceert het CPB de Macro Economische Verkenning 2015 waarin de raming wordt toegelicht en een gedetailleerde analyse wordt gegeven van de Nederlandse economische situatie.

Lees het bijbehorende persbericht.

Kerngegevenstabel 2012-2015, cMEV 2015 (14-8-2014)

Internationale economie
 2012201320142015
Relevante wereldhandel (%)

0,7

1,7

2 1/2

4 1/2

Concurrentenprijs (%)

4,1

-2,1

-1

1

Olieprijs (Brent, niveau
in dollars per vat)

111,7

108,7

108

107

Eurokoers (dollar per euro)

1,28

1,33

1,36

1,35

Lange rente Nederland
(niveau in %)

1,9

2,0

1,7

1,8

Volume bbp en bestedingen
 2012201320142015
Bruto binnenlands product
(bbp, economische groei, %)

-1,7

-0,7

3/4

1 1/4

Consumptie huishoudens (%)

-1,4

-1,6

0

1

Consumptie overheid (%)

-1,6

-0,2

-3/4

-1/4

Investeringen
(inclusief voorraden, %)

-5,8

-4,9

2 3/4

3

Uitvoer van goederen
en diensten (%)

3,2

2,0

3 1/4

3 3/4

Invoer van goederen
en diensten (%)

2,8

0,8

3

3 3/4

Prijzen, lonen en koopkracht (toelichting/begrippen)
 2012201320142015
Prijs bruto binnenlands product
(%)

1,3

1,0

1/2

1 1/4

Uitvoerprijs binnenslands
geproduceerde goederen
(exlusief energie, %)

1,8

-0,2

-3/4

3/4

Prijs goedereninvoer (%)

3,4

-1,5

-1 3/4

3/4

Inflatie (nationale
consumentenprijsindex,
CPI, %)

2,5

2,5

1

1 1/4

Contractloon marktsector (%)

1,6

1,2

1 1/4

1 1/2

Koopkracht, statisch, mediaan,
alle huishoudens (%)

-2,1

-1,4

1 1/2

0

Arbeidsmarkt
 2012201320142015
Beroepsbevolking (%)

1,5

0,8

-1/2

1/4

Werkzame beroepsbevolking
(%)

0,6

-0,7

-3/4

1/2

Werkloze beroepsbevolking
(in duizend personen)

469

600

620

605

Werkloze beroepsbevolking
(niveau in % beroepsbevolking)

5,3

6,7

7

6 3/4

Marktsector (toelichting/begrippen)
 2012201320142015
Productie (%)

-1,9

-0,9

1 1/2

1 1/2

Arbeidsproductiviteit
(per arbeidsjaar, %)

-1,3

0,6

2

1

Werkgelegenheid
(in arbeidsjaren, %)

-0,6

-1,5

-1/2

1/2

Loonvoet (%)

2,3

2,6

3

1

Arbeidsinkomensquote
(niveau in %)

79,5

81,4

81 3/4

81

Overig
 2012201320142015
Individuele spaarquote (niveau
in % beschikbaar inkomen)

0,0

0,6

2 1/4

2

Saldo lopende rekening
(niveau in % bbp)

8,8

8,5

8 1/2

8 3/4

Collectieve sector (toelichting/begrippen)
 2012201320142015
EMU-saldo (% bbp) -4,0

 -2,3

 -2,7

 -2,1

EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp)

66,5

68,6

69,9

70,3

Collectieve lasten (% bbp)

36,3

37,2

38,1

37,7

Aanvullende kerngegevens 2012-2015

Investeringen en uitvoer
 2012201320142015
Bruto investeringen
bedrijvensector
(exclusief woningen %)

-4,9

-2,5

2 1/2

5

Investeringen bedrijven
in woningen (%)

-8,1

-9,2

3

3

Uitvoer van binnenslands
gepoduceerde goederen
(exclusief energie, %)

1,7

0,5

5 1/2

4 1/4

Wederuitvoer goederen
(exclusief energie, %)

2,0

1,5

4 3/4

4

Prijzen,overheid en HICP (toelichting/begrippen)
 2012201320142015
Geharmoniseeerde consumenten-
prijsindex (HICP, %)

2,8

2,6

1/2

1

Afgeleide inflatie (CPI, %)

2,1

1,3

3/4

1

Loonvoet sector overheid (%)

3,0

0,6

2

1 1/2

Prijs overheidsconsumptie,
beloning werknemers (%)

1,9

-0,1

1 3/4

1 1/4

Prijs overheidsconsumptie,
netto materieel (IMOC, %)

1,6

0,7

1 1/4

1

Prijs intermediair verbruik (%)

1,7

0,9

1/2

2

Prijs bruto overheids-
investeringen (IBOI, %)

0,6

0,4

1

1

Prijs nationale bestedingen (%)

1,5

0,9

1

1

Prijs toegevoegde waarde
marktsector (%)

1,6

0,0

1/4

1/2

Diverse kerngegevens (in niveaus) (toelichting/begrippen)
 2012201320142015
Bruto binnenlands product
(bbp, in miljarden euro's)

640,6

642,8

650

666

Bevolking
(in duizenden personen)

16755

16804

16855

16905

Beroepsbevolking
(in duizenden personen)

8878

8946

8890

8920

Werkloze beroepsbevolking
nationale definitie
(in duizenden personen)

507

656

665

660

Werkloze beroepsbevolking
nationale definitie
(niveau in % beroepsbevolking)

6,4

8,3

8 1/2

8 1/4

Bruto modaal inkomen (euro)

33000

34500

35000

35500

In de cijfers is de CBS-revisie Nationale Rekeningen 2014 verwerkt.

Zowel de loonvoet marktsector, de arbeidsinkomensquote, als de individuele spaarquote is in 2014 en 2015 opwaarts vertekend vanwege de maatregel waarin het gebruik van stamrecht-bv's wordt beperkt. Ontslagvergoedingen worden direct aan de betrokkenen uitbetaald, in plaats van dat deze in een bv worden ondergebracht. Ontslagvergoedingen worden sinds de revisie geboekt als sociale lasten van werkgevers. De maatregel betekent een eenmalige boekhoudkundige stijging van de sociale lasten in 2014, wat een opwaarts effect heeft op de loonvoetontwikkeling in de marktsector van ruim 0,5%-punt.