This publication is in Dutch, there is no English translation!
July 8, 2022

Schokbestendigheid huishoudens

Voor het Interdepartementaal Beleidsonderzoek naar vermogensverdeling heeft het CPB onderzocht hoe lang huishoudens inkomensverlies kunnen opvangen met liquide vermogensbuffers. Deze studie is gebaseerd op de economische vooruitzichten voor 2020, voor het uitbreken van de coronapandemie. De liquide vermogensbuffers van een aanzienlijke groep huishoudens zijn te klein om een volledig inkomensverlies langer dan drie maanden op te vangen. Deze stresstest laat zien hoelang huishoudens hun vaste lasten kunnen blijven betalen na het verliezen van hun volledige inkomen als werknemer of zelfstandige. Er zijn 117.000 huishoudens met een werknemer en/of zelfstandige als hoofdkostwinner die een uitzingtermijn van minder dan drie maanden hebben in het scenario waarin werknemers en zelfstandigen hun volledige inkomen verliezen. Deze groep is kwetsbaar, omdat zij vanwege flexibele en aflopende contracten een hoger risico lopen op het verliezen van hun volledige inkomen.

Zelfstandigen worden relatief harder geraakt dan werknemers als ze hun volledige inkomen verliezen. De verklaring hiervoor is dat de bijstandsuitkering die zelfstandigen ontvangen, lager is dan de WW-uitkering van werknemers die gebaseerd is op het recent verdiende looninkomen.

De doorsnee vermogensbuffer van huishoudens met een werknemer en/of zelfstandige als hoofdkostwinner en een uitzingtermijn van drie maanden of minder is 410 euro. Deze huishoudens hebben dus niet genoeg liquide vermogensbuffers om inkomensverlies voor een langere tijd op te vangen. De korte uitzingtermijn wordt vooral bepaald door de kleine liquide vermogensbuffer; de ratio tussen de vaste lasten en het netto besteedbaar inkomen na volledig inkomensverlies verschilt niet veel van huishoudens met een langere uitzingtermijn.

De methodologie van deze stresstest is gebaseerd op de stresstest van het CPB en de AFM uit 2020.

Authors

Read more about