This publication is in Dutch, there is no English translation!
June 20, 2025
CPB Column - Pieter Hasekamp

Bestaanszekerheid draait niet alleen om ‘het midden’

Photo of Pieter Hasekamp
Studenten Economie leren het verhaal van twee ijsverkopers, die op een langgerekt stuk strand concurreren om de gunst van de klant. Voor de ijsliefhebber zou het ideaal zijn als de verkopers zich verspreiden: ieder aan de andere kant van het midden, halverwege naar het eind van het strand. Het is dan nooit ver lopen voor een ijsje.
Pieter Hasekamp
directeur of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis
Photo of Pieter Hasekamp

Maar de economische theorie voorspelt dat de verkopers juist allebei in het midden gaan zitten, omdat degene die dat niet doet klanten verliest aan de ander. Iedereen is daardoor slechter af. Deze zogenoemde Wet van Hotelling geldt alleen onder specifieke omstandigheden (voor de liefhebber: hij houdt geen rekening met verschillen in prijzen en met productdifferentiatie). Maar in de politiek is hij actueler dan ooit. 

Politieke partijen richten zich sterk op het midden: de hardwerkende Nederlander, de middeninkomens, Henk en Ingrid. Hoe ze ook mogen heten, en welke partij ook spreekt, de boodschap is unisono: middengroepen zitten in de knel en hebben steeds meer moeite om rond te komen. Bestaanszekerheid is van links tot rechts van het politieke spectrum een groot thema.

Op het eerste gezicht lijkt dat logisch. Nederland had, net als veel andere landen, sinds de financiële crisis lange tijd te maken met een stagnerende inkomensontwikkeling. Tel daarbij op dat steeds meer mensen op tijdelijke contracten, of als zelfstandige, aan het werk gingen en dat woonlasten en zorgpremies in dezelfde periode verder stegen. Als klap op de vuurpijl kwam in 2022 de energiecrisis die samenhing met de Russische inval in Oekraïne, met als gevolg torenhoge energierekeningen en vervolgens een periode van hoge inflatie. Van de supermarkt tot de kapper, alles werd de afgelopen jaren duurder. Is het gek dat mensen, en de politiek, zich zorgen maken over bestaanszekerheid?

Nuancering nodig

Nee, dat is niet gek. Maar het verhaal verdient wel nuancering. In een recente studie van het Centraal Planbureau is gekeken naar de ontwikkeling van de vaste en noodzakelijke lasten – zeg maar de maandelijkse uitgaven aan wonen, energie, eten, vervoer, zorg en alle andere basisvoorwaarden. Die lasten zijn vergeleken met de ontwikkeling van de inkomens over dezelfde periode, van 2019 tot 2023. Dan blijkt dat de lasten voor de middeninkomens inderdaad behoorlijk stegen, maar dat de inkomens nog veel harder omhoog gingen. De gemiddelde lastenquote, het deel van het inkomen dat opgaat aan onvermijdelijke uitgaven, daalde van 50% naar 46%.

Grote verschillen

Er zijn wel grote verschillen. Huiseigenaren besteden gemiddeld 42% van hun inkomen aan lasten. Huurders, zowel in de private als sociale sector, geven bijna 57% uit. Huurders in een private woning hebben vergelijkbare lasten als huiseigenaren, maar een lager inkomen. Huishoudens in een sociale huurwoning hebben lagere lasten, maar ook lagere inkomens dan huiseigenaren. 

En binnen deze groepen zijn er ook weer verschillen. De groep middeninkomens met de hoogste lastenquotes bestaat bovengemiddeld uit huishoudens met een relatief laag inkomen en uit ouderen met een huurwoning. Bij de groep met de laagste lastenquotes zijn juist de hogere inkomens en zelfstandigen oververtegenwoordigd.

Bestaanszekerheid is uiteraard meer dan de mogelijkheid om rond te komen. Het gaat ook om de kans op tegenvallers – zoals baanverlies, ziekte, een scheiding of het verlies van een partner – en de mogelijkheid om die financieel op te vangen. Uit eerder CPB-onderzoek blijkt dat dit soort risico’s zich sterk concentreert bij bepaalde groepen – mensen met tijdelijke contracten en een laag inkomen of uitkering, vaak in combinatie met een kwetsbare gezondheid. Dat zijn dus meestal niet de middengroepen.

Het is niet vreemd dat politieke partijen zich richten op de middeninkomens – daar zitten immers verreweg de meeste kiezers. Maar het is wel van belang om daarbij naar de feitelijke ontwikkeling en de verschillen in de samenleving te kijken. Op dit moment lijkt er geen noodzaak tot generieke koopkrachtondersteuning: volgens de meeste recente CPB-raming stijgt de mediane koopkracht, ondanks de nog altijd hoge inflatie, dit jaar en volgend jaar over de gehele linie. 

Tegelijkertijd zijn er specifieke groepen die financieel en maatschappelijk in de knel zitten, zoals jonge starters die geen woning kunnen vinden, ouderen met een slecht geïsoleerde huurwoning, en werkenden op een deeltijdcontract onder de armoedegrens. Daar, en niet in het midden, zijn de echte problemen voor bestaanszekerheid te vinden.

Dit essay van Pieter Hasekamp is op vrijdag 20 juni 2025 ook gepubliceerd op de opiniepagina van Het Financieele Dagblad.

all columns and articles

Pieter Hasekamp

directeur of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis

Get in touch