De pendule van financiële regulering
Suzanne Vissers
wetenschappelijk medewerker of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis
Een blik op de geschiedenis laat deze pendulebeweging duidelijk zien. Tegen de achtergrond van hoge mondiale schulden en zeer beperkte financiële regulering, leidde de beurskrach van 1929 in New York tot een wereldwijde economische crisis: de Grote Depressie. In de Verenigde Staten volgde een reeks van maatregelen om meer grip op financiële markten te krijgen. Zo scheidde de Glass-Steagall Act commerciële en investeringsactiviteiten van banken om spaarders te beschermen tegen de risico’s van speculatieve investeringen. Daarnaast kwam er een depositogarantiestelsel en werd de beurswaakhond Securities and Exchange Commission (SEC) opgericht. Ook in Europa groeide het besef dat beter toezicht nodig was. Centrale banken kregen daarbij steeds vaker de rol van toezichthouder, zoals ook De Nederlandsche Bank die taak sinds 1952 formeel vervult.
Van losser naar strenger
In de jaren tachtig volgde een kentering. Neoliberaal beleid in de VS en het Verenigd Koninkrijk vond ook in Nederland weerklank. Kapitaalcontroles werden opgeheven, rente- en kredietregulering afgebouwd en banken kregen meer ruimte om innovatieve producten te ontwikkelen. De financiële sector groeide explosief – maar daarmee de risico’s ook. De Amerikaanse Savings & Loans-crisis eind jaren tachtig legde bloot hoe kwetsbaar financiële instellingen konden zijn zonder adequate buffers en dito toezicht. Dit leidde tot internationale afspraken over kapitaalbuffers, met de invoering van Basel I (1988), gevolgd door Basel II (2004). Al waren deze akkoorden een stap in de goede richting, bleken ze uiteindelijk alsnog grote tekortkomingen te vertonen.
De financiële crisis van 2008 markeerde opnieuw een kantelpunt in het toezicht op de financiële sector. De crisis legde pijnlijk bloot dat de bestaande regelgeving onvoldoende bescherming bood tegen systeemrisico’s. Met Basel III (2010) kwam de focus op het voorkomen van systeemrisico’s te liggen, met strengere eisen voor transparantie, liquiditeit en derivatenhandel. In de VS werd daarnaast de Dodd-Frank Act ingevoerd die onder meer strenge kapitaalvereisten oplegde, een toezichthouder voor systeembanken instelde en de regulering van derivatenmarkten verscherpte. Ook in Europa werd, in de nasleep van de kredietcrisis en de eurocrisis die kort daarop volgde, het bankentoezicht aangescherpt en werden diverse nieuwe regelgevende instanties en toezichthouders opgericht.
Roep om versoepeling
De pendule dreigt opnieuw terug te zwaaien. Tijdens zijn eerste termijn versoepelde president Trump al delen van de Dodd-Frank Act, waardoor middelgrote banken bijvoorbeeld niet langer jaarlijks een stresstest hoeven te doorlopen. Juist die toetsing had kunnen helpen om beter inzicht te krijgen in de kwetsbaarheden van banken als Silicon Valley Bank en andere regionale banken die in 2023 omvielen. Ook in zijn tweede termijn zet Trump in op verdere deregulering. Zo wordt er gesproken over het uitstellen van het laatste maatregelenpakket onder Basel III en het afschalen van toezichthoudende instanties.
Als gevolg daarvan klinken ook in Europa steeds vaker stemmen die pleiten voor versoepeling van financiële regulering. Zo wordt in navolging van de VS overwogen om de implementatie van het laatste onderdeel van Basel III, de Fundamental Review of the Trading Book, verder uit te stellen. Zo ontstaat het risico van een ‘race to the bottom’ in regelgeving: als één groot financieel machtsblok versoepelt, voelen andere zich al snel genoodzaakt om te volgen.
Waakzaamheid in onzekere tijden
We leven in een tijd van grote onzekerheid en toenemende geopolitieke spanningen, met mogelijk fundamentele veranderingen voor ons economische en financiële systeem. In onze onlangs verschenen Risicorapportage Financiële Markten 2025 en bijbehorende studie naar de financiële verwevenheden tussen Nederland en de VS gaan we uitgebreid in op deze risico’s. Gelukkig staat het Nederlandse financiële stelsel er goed voor: banken beschikken over solide buffers en kunnen wel tegen een stootje. Maar in een internationaal verweven financieel systeem is ook internationale samenwerking cruciaal – zowel om acute klappen op te vangen als om het systeem structureel weerbaarder te maken. De grillige koers van de Amerikaanse regering maakt deze samenwerking in de toekomst mogelijk ingewikkelder.
Regulering als een pendule bezien, is natuurlijk maar een simplificatie. In werkelijkheid hebben toezichthouders te maken met een steeds veranderd krachtenveld, zeker in de huidige realiteit waarin traditionele zekerheden wankelen en technologische innovaties zoals cryptovaluta het financiële landschap veranderen. De pendule is dan ook maar één van de vele metaforen. Je kunt financiële regulering ook zien als een lappendeken met overlap, gaten en rafelrandjes. Of als een waterbed: druk je op één plek, dan bolt het elders op. En dan heb ik het nog niet eens over de thermostaatknop, de paraplu of de dijk. Deze veelheid aan beelden onderstreept vooral hoe complex de taak van de regelgever is. Hoe dan ook: in een wereld vol onzekerheid lig ik op mijn waterbed - dat zich nooit helemaal zal laten beheersen - graag onder een iets te dikke lappendeken, turend naar een pendule die zich voorlopig aan de behoedzame kant bevindt.
- more about Suzanne
Suzanne Vissers
wetenschappelijk medewerker of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis
- more about Suzanne
Recent CPB columns
- Bestaanszekerheid draait niet alleen om ‘het midden’ - Pieter Hasekamp
- Een stagevergoeding: luxe, noodzaak of kostenpost? - Marielle Non
- Waarom werd het Amsterdamse drinkwater veel goedkoper? - Frits Bos