Nederland moet de bitcoin in de ban doen
Pieter Hasekamp
directeur of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy AnalysisNee, integendeel. Cryptovaluta worden juist niet in het gewone betalingsverkeer gebruikt. En de wet van Gresham gaat ervan uit dat het ‘slechte’ geld dezelfde garandeerde nominale waarde heeft als het ‘goede’ geld. Is dat niet het geval, dan past de wisselkoers zich aan en krijgt slecht geld te maken met een lagere waardering. Als die geldontwaarding flink doorzet, kan zelfs het omgekeerde gebeuren: het slechte geld verdwijnt uit circulatie omdat niemand het nog wil accepteren.
Is de opkomst van cryptomunten dan een illustratie van valutaconcurrentie: moge de beste munt winnen? Dat is wat de fans van bitcoin, ether, enzovoorts graag willen geloven. De redenering is als volgt: het bestaande geld, chartaal en giraal, is ouderwets en onveilig, omdat overheden het naar believen kunnen bijdrukken en banktransacties bovendien traceerbaar zijn. De toekomst is volgens de crypto-aanhangers aan blockchain-technologie, die ervoor zorgt dat de geldhoeveelheid maar beperkt kan groeien en dat transacties veilig en anoniem kunnen plaatsvinden.
Laten we eens kijken naar die argumenten. Geld heeft drie functies: rekeneenheid, betaalmiddel en waardeopslag. Hoe goed een bepaalde munteenheid die functies vervult, hangt af van verschillende factoren. Voor het gebruik als rekeneenheid is vooral waardevastheid van belang: niemand rekent graag in valuta waarvan de koers heen en weer jojoot. Voor de betaalfunctie speelt ook gebruiksgemak: het is niet zo handig om te betalen in goudstaven. En daarnaast is veiligheid belangrijk: hoe groot is de kans op diefstal en fraude? Veiligheid en waardevastheid zijn ook essentieel voor het gebruik als waardeopslag.
Als we het overheidsgeld (dollars, euro’s) langs de bovenstaande meetlat leggen, scoort dat goed op waardevastheid. De afgelopen decennia is er nauwelijks sprake van geldontwaarding. Hoewel de inflatie nu voorzichtig iets oploopt, zijn er weinig mensen die geloven dat we terugkeren naar de cijfers uit de jaren 60 en 70. Ook het gebruiksgemak scoort goed, zeker nu we naast de klassieke technologie (bankbiljetten, cheques) op alle mogelijke manieren elektronisch kunnen betalen.
Iets minder goed is het daardoor gesteld met de veiligheid: digitale gegevensbescherming is een zorg en cyberdiefstal en -fraude nemen toe. Maar alles bij elkaar werkt het huidige geldstelsel – met onafhankelijke centrale banken, bankentoezicht en depositogaranties, een geavanceerde betaalinfrastructuur – in de praktijk behoorlijk. Verdere verbeteringen zijn denkbaar: veel centrale banken werken nu aan digitale versies van hun munteenheid: central bank digital currencies.
Zwendelpraktijken
Maar dat is iets heel anders dan de huidige (private) cybervaluta. Die presteren op alle punten veel slechter dan het overheidsgeld. Waardevastheid bestaat niet, het gebruiksgemak lijdt onder een gebrek aan acceptatie en de veiligheid wordt ondergraven door regelrechte zwendelpraktijken. Alleen op het aspect van privacy scoren cybertransacties goed – en die anonimiteit is precies wat ze aantrekkelijk maakt voor criminelen.
Cryptovaluta zijn buiten het criminele circuit dus ongeschikt als rekeneenheid en betaalmiddel; het gebruik als waarde-opslag is gebaseerd op de hoop dat cryptomunten ooit écht geld zullen vervangen. Maar dat gaat dus niet gebeuren. Cryptomunten zijn in wezen geen geld en ook geen financieel product, maar een voorbeeld van wat Nobelprijswinnaar Robert Shiller een contagious narrative noemt: een besmettelijk verhaal waarin mensen geloven omdat andere mensen erin geloven. In plaats van de wet van Gresham geldt die van Newton: what goes up, must come down. Het uiteindelijke klappen van de cryptozeepbel is onvermijdelijk.
Inmiddels zetten diverse landen stappen om de cryptohype in te dammen, vanwege schadelijke gevolgen – fraude, crimineel gebruik, gokverslaving, financiële instabiliteit en niet te vergeten de enorme energieverspilling bij de productie. Deze week werd bekend dat China, na een eerder handelsverbod, nu ook bitcoin-accounts op sociale media blokkeert.
Nederland blijft daarbij achter: er zijn pogingen gedaan om het toezicht op handelsplatforms aan te scherpen, maar zonder veel succes. Het Centraal Planbureau heeft in 2018 gewezen op de risico’s van cryptohandel, maar concludeerde toen dat strengere regulering nog niet nodig was.
Tijd voor actie
Maar voorzichtige regulering kan ook averechts werken: ze legitimeert cryptovaluta als een bonafide financieel product. De recente ontwikkelingen laten zien dat het tijd is om in actie te komen: hoe langer we wachten, hoe groter de negatieve gevolgen van de uiteindelijke crash.
De ultieme stap is een totaalverbod op productie, handel en zelfs bezit van cryptovaluta. Tegenstanders van zo’n verbod wijzen vaak op de aanpak van drugshandel, waar een verbod weinig effectief is gebleken. Maar hier is een cruciaal verschil: waar het verbieden van drugs de winstmarges in productie en handel vergroot, zorgt een verbod op cryptomunten juist voor prijsdaling: het product heeft zelf immers geen intrinsieke waarde en ontleent zijn aantrekkingskracht alleen aan acceptatie door anderen.
Voor beleggers én overheden geldt: wie als laatste in beweging komt, is de klos. Nederland moet nu de bitcoin in de ban doen.
Pieter Hasekamp
Dit essay van Pieter Hasekamp is op vrijdag 11 juni 2021 ook gepubliceerd op de opiniepagina van Het Financieele Dagblad.
- more about Pieter
Pieter Hasekamp
directeur of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis
- more about Pieter
Recent CPB columns
- Misverstanden plagen aanpak van productiviteit - Pieter Hasekamp
- De sleutel tot meer woongenot - Jurre Thiel
- Een prikkelend toekomstperspectief - Jan-Maarten van Sonsbeek