Iedereen hoogopgeleid voor een gezonder Nederland?
Sabine Verbunt
wetenschappelijk medewerker of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy AnalysisLaat ik beginnen met het verhelderen van de term ‘laagopgeleid’. Bij ‘laagopgeleid’ wordt snel gedacht aan mensen met een mbo-diploma. Dat klopt niet. Laagopgeleid ben je namelijk als je geen startkwalificatie hebt. Oftewel, als je een vmbo-, mbo-niveau 1- of alleen een basisschooldiploma hebt. Met een diploma op mbo-niveau 2/3/4 (ongeveer 97% van alle mbo’ers) ben je middelbaar opgeleid.
Ook goed om te weten: hoe wordt de levensverwachting in goed ervaren gezondheid eigenlijk berekend? Dit bepaalt het CBS met behulp van een enquête waarin naar de gezondheidstoestand wordt gevraagd. Mensen die deze vraag met 'goed' of 'zeer goed' beantwoorden, worden als gezond beschouwd. Uit deze enquête blijkt overigens dat het verschil in gezonde levensverwachting tussen hoog- en middelbaar opgeleiden veel kleiner is dan veertien jaar, namelijk gemiddeld ‘slechts’ vijf jaar.
Correlatie versus causaliteit
Nu terug naar de oproep om weer naar de schoolbanken te gaan voor een langer gezond leven. Dat een hoger opleidingsniveau samenhangt met een betere gezondheid, betekent niet vanzelfsprekend dat onderwijs leidt tot een betere gezondheid. Of, technisch gezegd: dat opleidingsniveau en gezondheid met elkaar correleren, wil niet zeggen dat er automatisch sprake is van een causaal (oorzaak-gevolg) verband. Dit onderscheid klinkt wellicht theoretisch, maar is in de praktijk van wezenlijk belang. Alleen als er sprake is van een aangetoond causaal effect van onderwijs op gezondheid, weet je zeker dat het draaien aan de knoppen van onderwijsbeleid gevolgen heeft voor de gezondheid.
Jammer genoeg is het aantonen van een causaal effect van onderwijs vaak nogal ingewikkeld. Dit komt doordat verschillende factoren, zoals intelligentie of achtergrond van de ouders, zowel het gevolgde onderwijs als de gezondheid kunnen beïnvloeden. Als bijvoorbeeld mensen die goed kunnen leren naast het kiezen voor een hoger opleidingsniveau ook zorgvuldiger met hun gezondheid omgaan, zal dit ook leiden tot de waargenomen samenhang zonder dat er daadwerkelijk een causaal verband hiertussen is. Om een causaal effect vast te stellen, is er dus een ingreep van buitenaf nodig waarbij zogenoemde ‘derde factoren’ geen rol spelen. Bij onderwijs worden dan ook vooral wijzigingen in de leerplichtwet bestudeerd. Zo’n soort beleidsinterventie maakt het namelijk mogelijk om het effect te bepalen door groepen leerlingen die verplicht langer op school moeten blijven te vergelijken met gelijksoortige groepen leerlingen die dat niet hoeven.
Verrassend en veranderend inzicht
En wat blijkt nu? Een recent CPB-literatuuronderzoek concludeert dat er geen eenduidig causaal bewijs is voor een gunstig effect van onderwijs op gezondheid. Diverse studies laten namelijk wisselende resultaten zien: niet alleen voor verschillende gezondheidsmaatstaven zoals roken, obesitas of mentale gezondheid, maar ook voor dezelfde maatstaf in andere tijdsperioden en plaatsen.
Een verrassende bevinding, want eerder leek er in de economische literatuur meer overeenstemming te zijn over een gunstig gezondheidseffect van onderwijs. Hoe kan dit? Allereerst zijn er steeds vaker geschiktere onderzoeksmethoden toegepast waarbij minder gunstige effecten zijn gevonden. Ten tweede zijn er meer wisselende resultaten beschikbaar gekomen voor diverse gezondheidsmaatstaven in verschillende landen en tijdsperioden. Tot slot zijn er aanwijzingen dat studies die een gunstig effect vonden relatief meer kans hadden om gepubliceerd te worden.
Verder kijken
Als het gaat om het verkleinen van de gezondheidsverschillen tussen groepen met verschillende opleidingsniveaus, zijn binnen het onderwijsdomein de sleutels tot succes dus nog niet gevonden. Een kanttekening daarbij is dat het merendeel van de studies kijkt naar wijzigingen in de leerplichtwet. Maar het veranderen van het aantal jaren onderwijs dat iemand volgt, is natuurlijk niet de enige manier waarop onderwijs impact kan hebben op de gezondheid. Ofwel: in een donker veld op zoek naar de sleutels tot succes, zoek je altijd eerst daar waar de lantaarnpaal staat. Maar als je geen sleutels vindt, stop niet met zoeken: kijk ook op plekken waar het licht minder fel schijnt.
O ja, en als je iemand zich ooit hardop hoort afvragen of iedereen hoogopgeleid moet worden voor een gezonder Nederland: leg dan uit dat dit niet zo simpel werkt. En attendeer diegene dan ook op onze CPB-publicatie, want zo wordt Nederland in ieder geval wel een stukje wijzer.
Sabine Verbunt
- more about Sabine
Sabine Verbunt
wetenschappelijk medewerker of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis
- more about Sabine
Recent CPB columns
- Misverstanden plagen aanpak van productiviteit - Pieter Hasekamp
- De sleutel tot meer woongenot - Jurre Thiel
- Een prikkelend toekomstperspectief - Jan-Maarten van Sonsbeek