February 20, 2019

Do parents work more when children start school? Evidence from the Netherlands

When children start school, parents save time and/or money. In this paper, we empirically examine the impact of these changes to the family's budget constraint on parents' working hours. Labor supply is theoretically expected to increase for parents who used to spend time taking care of their children, but to decrease for fulltime working parents because of an income effect: child care expenses drop.

We show that the effect of additional time dominates the income effect in the Netherlands, where children start school (kindergarten) for approximately 20 hours a week in the month that they turn 4. Using detailed administrative data on all parents, we find that the average mother's hours worked increases by 3% when her youngest child starts going to school. For their partners, who experience a much smaller shock in terms of time, the increase in hours worked is also much smaller at 0.4%.

Voor dit onderzoek gebruiken we maandelijkse administratieve gegevens over de arbeidsparticipatie van alle ouders met een jongste kind tussen de één en zes jaar oud in Nederland voor de periode 2006-2016. We vergelijken ouders met een jongste kind tussen de 3 en 6 jaar, dat dus in die periode voor het eerst naar school gaat, met ouders met een jongste kind tussen de 1 en 4 jaar, dat dus niet naar school gaat. Als we uitgaan van een gemiddelde schooldag van 4,4 uur en een gelijke verdeling van gewerkte uren over de werkweek, dan blijkt dat moeders gemiddeld ruim 13 uur extra tijd beschikbaar krijgen als hun jongste kind naar school gaat. De afname in uitgaven aan kinderopvang per maand is ruim 60 euro. Moeders gaan vervolgens een half uur extra per week werken. Voor vaders komt er ruim 3 uur extra per week beschikbaar en hun uitgaven aan formele kinderopvang dalen met ongeveer 70 euro. Vaders gaan gemiddeld 0,15 uur per week extra werken als hun jongste kind naar school gaat. De gevonden effecten zijn groter voor moeders en vaders die al meer uren werken en een hoger uurloon hebben. Dit komt waarschijnlijk doordat zij sowieso al liever werken dan andere ouders.
 
Een mogelijke verklaring voor de relatief beperkte effecten is dat het moment dat een kind vier jaar wordt, al lang van tevoren duidelijk is. Economen veronderstellen dat mensen hun marginaal nut van consumptie en vrije tijd over de tijd heen zo gelijk mogelijk proberen te houden. Het kan daarom zo zijn dat ouders al van tevoren rekening houden met de veranderingen die plaatsvinden op het moment dat hun jongste kind naar school gaat, waardoor er minder verandert in het aantal gewerkte uren. Daarnaast laat de literatuur zien dat opeenvolgende cohorten ouders steeds minder sterk reageren op prikkels gericht op het verhogen van hun arbeidsparticipatie. Een andere reden zou kunnen zijn dat ouders een verkeerde inschatting maken van de kostenbesparing doordat ze de kinderopvangtoeslag niet meenemen in hun overwegingen, maar alleen kijken naar de daling van de kosten die ze aan de kinderopvang betalen. Voor veel ouders zijn de verschillen tussen wat kinderopvang bruto kost en wat het netto kost (als de kinderopvangtoeslag van de kosten worden afgetrokken) aanzienlijk. Als ouders alleen kijken naar de daling in de brutokosten van kinderopvang, kan dit de stijging van de gewerkte uren drukken. Ten slotte zou het kunnen dat schooltijden onhandig zijn, waardoor het lastig is om extra werk tijdens schooltijden te vinden. Ook kan het zijn dat ouders juist met basisschoolkinderen meer tijd kwijt zijn aan andere activiteiten zoals sporten, waardoor de mogelijkheden om meer te gaan werken beperkt zijn. 

Authors

Lisette Swart
Photo of Wiljan van den Berge
Wiljan van den Berge +31 88 9846230 Get in touch Read more
Karen van der Wiel