1 februari 2000

Arbeidsbemiddeling en -reïntegratie van werklozen; welke rol heeft de overheid te spelen?

Scholing van werklozen gebaat bij toepassing van sanctiebeleid.

Persbericht
‘Kansvergrotende' instrumenten voor werklozen, zoals cursussen, dragen weinig bij aan een hogere kans op werk. De motivatie van werklozen om zelf actief banen te zoeken en werk te accepteren heeft een veel grotere invloed op hun werkhervattingskans.

De geplande extra bestedingen aan scholing van werklozen zijn daarom gebaat bij gelijktijdige uitvoering van een motivatie-versterkend beleid. Een nog onderbenutte mogelijkheid daartoe vormt het gebruik van sancties. Actief zoeken naar werk is hierbij de norm. Als een werkloze daar niet aan voldoet, heeft dat voor hem of haar financiële consequenties. Het motiverende effect van sancties zal de effectiviteit van ‘kansvergrotende' instrumenten ten goede komen.

Dit concludeert het Centraal Planbureau in het zojuist verschenen Werkdocument 118, Arbeidsbemiddeling en -reïntegratie van werklozen. Welke rol heeft de overheid te spelen?

Achtergrond

Het Kabinet maakt extra middelen vrij om werklozen tijdig een traject gericht op scholing, werkervaring, of werk aan te bieden (de zogenaamde ‘Sluitende Aanpak'). De daadwerkelijke uitvoering van deze reïntegratieactiviteiten is het werk van private intermediairs, waaronder de te privatiseren Arbeidsvoorziening. Vooralsnog is niet duidelijk hoe een private markt voor arbeidsbemiddeling en -reïntegratie er precies uit zal zien. Met het oog hierop heeft het CPB onderzoek verricht naar de rol van de overheid op deze markt.

De analyse geeft aan dat privatisering van de Arbeidsvoorziening kan leiden tot een efficiëntere dienstverlening aan werklozen. Een argument om de nationale vacature- en sollicitantendatabank van de Arbeidsvoorziening niet buiten de privatisering te houden, is het directe contact van private intermediairs met de vraag- en aanbodzijde van de arbeidsmarkt.

De introductie van een systeem van plaatsingsbonussen voor intermediairs, zoals voorgesteld in de nieuwe SUWI-nota van het Kabinet, biedt de mogelijkheid de private intermediairs tot reïntegratie van werklozen te prikkelen. Plaatsingsbonussen (outputfinanciering) kunnen gecombineerd worden met startvergoedingen (inputfinanciering) om afroming van makkelijk plaatsbare werklozen te voorkomen en dienstverlening te verzekeren tijdens een periode van laagconjunctuur.

Vanwege het belang van motivatie voor de werkhervattingskans in het algemeen en de effectiviteit van ‘kansvergrotende' instrumenten in het bijzonder zijn de investeringen in reïntegratie van werklozen gebaat bij een betere toepassing van het sanctiebeleid. De motivatie van werklozen hangt sterk samen met de financiële prikkels tot werkhervatting, waar het sanctiebeleid op aangrijpt. Intermediairs die per plaatsing worden afgerekend - en die dus grote risico's lopen - kunnen hun werk niet doen als werklozen niet gemotiveerd zijn. Door de introductie van plaatsingsbonussen krijgen intermediairs belang bij het doorspelen van informatie over het zoekgedrag van de werkloze aan de uitkeringsverstrekker, wat de effectiviteit van het sanctiebeleid ten goede kan komen.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

Daarom hebben beleidsmakers het voornemen om de arbeidsbemiddeling en - reïntegratie volgend jaar te privatiseren. Maar hoe ziet een particuliere markt voor arbeidsbemiddeling eruit? En is er geen reden voor overheidsingrijpen in deze markt? In dit artikel richten we ons op deze, en andere, vragen. Wij combineren theoretische kennis over markt- en overheidfalen bij arbeidsbemiddeling en -reïntegratie met een empirische analyse van de effectiviteit van de beleidsinstrumenten die momenteel worden gebruikt. Op basis van deze analyse bespreken we de trade-offs die ten grondslag liggen aan de beslissing om de arbeidsbemiddeling te privatiseren en de daaropvolgende taak van het reguleren van particuliere bemiddelaars.

Eerst laten we zien dat, zonder enige tussenkomst van de overheid een markt voor arbeidsbemiddeling inefficiënte uitkomsten produceert. Oorzaken van marktfalen zijn (1) een neerwaartse druk op de aanvraag naar de diensten van private intermediairs door de sociale zekerheid, (2) onvoldoende verlenen van diensten voor werklozen die niet inzetbaar voor reguliere banen en (3) vooroordelen van de werkgevers jegens immigranten, vrouwen en oudere werknemers. Vervolgens bespreken we de mogelijkheden voor de overheid de oorzaken van het marktfalen weg te nemen.

We komen met twee maatregelen die rechtstreeks zijn gericht op de markt voor arbeidsbemiddeling. De eerste maatregel is het geven van plaatsingsbonussen aan bemiddelaars, samen met een versterking van het bestaande sanctiebeleid. Om diverse redenen is er een sterke wederzijdse afhankelijkheid tussen het succes van deze twee maatregelen. Ten eerste moeten werklozen die worden gestimuleerd om actief op zoek te gaan naar een baan, toegang hebben tot arbeidsbemiddeling.

Ten tweede, tussenpersonen die worden gefinancierd op basis van het aantal plaatsingen, kunnen niet werken met ongemotiveerde mensen. Tenslotte krijgen intermediairs belang bij het doorspelen van informatie over het zoekgedrag van de werkloze aan de uitkeringsverstrekker, wat de effectiviteit van het sanctiebeleid ten goede kan komen. Een tweede maatregel bestaat uit een actieve rol in de dienstverlening aan werklozen die niet rechtstreeks toegang hebben tot reguliere banen. Voor dit doel kan men denken aan subsidies aan sociale ondernemingen of aankoop van diensten. In de empirische analyse gebruiken we een database ‘Hoe zoeken werklozen’, die ons in staat stelt het zoekgedrag van werklozen te bestuderen. Instrumenten van actief arbeidsmarktbeleid - zoals training, loopbaanbegeleiding en het creëren van werkgelegenheid bij de overheid - zijn weinig effectief gebleken voor het vergroten van de kans op een reguliere baan. In tegenstelling hiermee blijken verschillen in motivatie sterke effecten te hebben.

De empirische analyse toont aan dat door een hogere motivatie de effectiviteit van de instrumenten toenemen. Daarom concluderen wij dat sanctiebeleid, dat gericht is op de motivatie van werklozen, kan bijdragen aan een hoger rendement op de investeringen gedaan voor reïntegratie van werklozen.

Onlangs heeft de Nederlandse overheid drie ingrijpende beleidsmaatregelen genomen: (1) De privatisering van de arbeidsbemiddeling (2) het begin van een 'New Deal'-beleid, vergelijkbaar met dat in het Verenigd Koninkrijk en (3) het Groene Boekje over werk en inkomen (SUWI), dat voorziet in plaatsingsbonussen. Over het algemeen is de strekking van deze maatregelen in overeenstemming met onze bevindingen. Hoewel sancties een wettelijke basis hebben, lijken de sancties toch niet daadwerkelijk te worden uitgevoerd. Ook levert onze studie argumenten aan om De Nationale Vacaturebank mee te nemen bij de privatisering van de arbeidsbemiddeling. Particuliere bemiddelaars lijken beter te zijn toegerust om informatie te produceren over vacatures en sollicitanten.

Auteurs

Pierre Koning
Ben Vollaard