Modellen

Het CPB gebruikt modellen bij het maken van ramingen, scenario’s en beleidsanalyses. Het CPB gebruikt meerdere modellen die flink van elkaar verschillen en voor verschillende doeleinden gebruikt worden. Op deze pagina vindt u een overzicht van alle modellen die het CPB op dit moment gebruikt.

Voor het 75-jarig bestaan van het CPB is filosoof Bas Haring gedoken in het hoe en wat van de CPB-modellen, zie Wat willen die lui?. Meer uitleg over de CPB-ramingen is te vinden in deze video.  

Macro-economie

SAFFIER 3.0

Saffier 3.0 wordt gebruikt voor analyses en ramingen voor de Nederlandse macro-economie op korte en middellange termijn. Lees voor een niet-technisch overzicht: Het macromodel van het CPB: Saffier 3.0, of de uitgebreide Technische documentatie. Sinds december 2021 gebruikt het CPB het macro-econometrische model Saffier 3.0. Het CPB gebruikt Saffier 3.0 voor kortetermijnramingen zoals het Centraal Economisch Plan (CEP, in het voorjaar) en de Macro Economische Verkenning (MEV, in het najaar) en voor middellangetermijnanalyses, zoals bijvoorbeeld de doorrekening van het regeerakkoord. Saffier 3.0 is een vernieuwde en gemoderniseerde versie van zijn voorganger: Saffier 2.1. Je kunt ook zelf rekenen met CPB-model Saffier, via een webtool.

NiGEM

Voor de buitenland exogenen maken we gebruik van NiGEM plus postprocessor. Zie NiGEM website (https://nimodel.niesr.ac.uk/). NiGEM is gebaseerd op theorie, (historische) data en schattingen. Het is een econometrisch model dat transparant en peer-reviewed is en meer dan 60 landen en regio’s modelleert. NiGEM is geschikt voor het maken van beleidsanalyse en voorspellingen. Voor meer informatie over het gebruik van Nigem in het ramingsproces zie het bijbehorende CPB Achtergronddocument

WTM

De CPB Wereldhandelsmonitor (World Trade Monitor in het Engels, of WTM in het kort) is een model voor het bijeenbrengen, aggregeren en samenvatten van wereldwijde maandelijkse data betreffende internationale handel en industriële productie. Het heeft tot doel om de maandelijkse ontwikkeling in handel en productie in een zo vroeg mogelijk stadium, en met een zo ruim mogelijke dekking qua landen in kaart te brengen. De dekking is ruim genoeg voor het identificeren van maandelijkse ontwikkelingen op mondiaal niveau, alsook voor grote economische regio’s. De Wereldhandelsmonitor is een project dat mede gefinancierd wordt door de Europese Commissie, en de resultaten ervan worden maandelijks op de website gepubliceerd. Voor een uitgebreide bespreking van het model zie de bijbehorende technische beschrijving.

Graviteitsmodel

Om de impact van veranderingen in handelsbeleid op de middellange termijn te kunnen analyseren maken we gebruik van het graviteitsmodel. De Nederlandse econoom Tinbergen is een van de grondleggers van dit model: de graviteitsvergelijking uit de natuurkunde bleek zeer geschikt om handelsstromen tussen landen te beschrijven. Aan het begin van de 21e eeuw is het graviteitsmodel economisch theoretisch onderbouwd en heeft de literatuur op dit gebied een enorme vlucht genomen. Het graviteitsmodel laat zien dat economisch grote landen relatief veel met elkaar handelen. Dit neemt echter af bij een grotere afstand tussen deze landen, waarbij afstand niet alleen fysiek is maar bijvoorbeeld ook economisch, cultureel of politiek. Het CPB heeft de nieuwste inzichten uit de literatuur gebruikt om een graviteitsmodel te bouwen waarmee veranderingen in handelsbeleid en handelsverstoringen kunnen worden geanalyseerd, denk hier bijvoorbeeld aan Brexit. Voor een uitgebreide bespreking van het graviteitsmodel zie het bijbehorende CPB Achtergronddocument.

Woningprijsmodel

Het Woningprijsmodel is een instrument dat gebruikt wordt om de ontwikkeling van de gemiddelde woningprijs in beeld te brengen bij ramingen en beleidsdoorrekeningen. Veranderende woningprijzen kunnen namelijk van invloed zijn op de economie in brede zin. Woningprijzen worden gemodelleerd aan de hand van het besteedbare inkomen van huishoudens, en de woonlasten die zij ervaren wanneer zij een woning kopen. Daarin spelen naast de hypotheekrente ook de fiscale voor- en nadelen van eigenwoningbezit een belangrijke rol. 

Lees meer over het Woningsprijsmodel.

Collectieve sector

EMU 

EMU is een tijdreeksmodel dat de overheidsuitgaven, het overheidssaldo (EMU-saldo) en de overheidsschuld raamt voor de korte en middellange termijn. Daarnaast worden de ontwikkelingen van de overheidsuitgaven geconfronteerd met de Nederlandse en Europese begrotingsregels. In het EMU-model wordt het begrotingsbeleid verwerkt en de macro-economische vertaling daarvan bepaald. Hierbij wordt aangesloten bij zowel de door het CBS gehanteerde indeling van de collectieve sector van de Nationale rekeningen (NR) als bij de indeling van de Miljoenennota van de rijksbegroting. Begrotingsposten met betrekking tot inkomsten uit belasting- en premieheffing en uitgaven voor sociale zekerheid en zorg worden door andere CPB-modellen aangeleverd (Taxus, MIMOSI en ZOEM). Het EMU-model raamt zelf alle overige begrotingsposten, de financiële transacties die van invloed zijn op de staatsschuld en de onderlinge samenhang. Deze informatie levert de overheidsuitgaven, die worden onderverdeeld in zowel categorieën van de Nationale rekeningen als posten van de begrotingsopstelling. Ten slotte worden de bruto collectieve uitgaven uitgesplitst naar overheidsfuncties. Deze indeling geeft weer wat wordt uitgegeven aan verschillende beleidsterreinen. Lees meer over EMU in dit CPB Achtergronddocument.

TAXUS

Het model TAXUS wordt gebruikt voor korte- en middellangetermijnramingen van belastingen (m.u.v. loon- en inkomstenbelasting). Lees meer over TAXUS in een CPB Achtergronddocument. TAXUS is een tijdreeksmodel dat gebruikt wordt om de belastingopbrengsten (met uitzondering van de loon- en inkomstenbelasting) te ramen in de driemaandelijkse kortetermijnprognoses en de middellangetermijnverkenningen van het CPB. Voor de raming van de loon- en inkomstenbelasting wordt het crosssectie model MIMOSI gebruikt.  Het model sluit qua detailniveau volledig aan bij zowel de door het CBS gehanteerde belastingindeling in de Nationale Rekeningen (NR) als bij de indeling van de rijksbelastingen van het ministerie van Financiën. De belastingopbrengsten worden geraamd in wisselwerking met het macromodel SAFFIER.  TAXUS belicht de vele aspecten van de belastingontvangsten. Zo maakt het onderscheid tussen de belastingontvangsten op EMU transactiebasis en op kasbasis, onderscheidt het verschillende soorten betalers (huishoudens, bedrijven, buitenland) en ontvangers (rijk, lagere overheden, Europese Uniebuitenland), berekent het de jaar op jaar progressiefactor en de totale beleidsmatige verandering in de belastingdruk (blo). Tenslotte bevat TAXUS de administratie van het effect van beleid op de verschillende aspecten van de belastingontvangsten (beleidsmatige lastenontwikkeling; blo).

Lees meer over Taxus.

ZOEM

 

GAMMA

Het model Gamma wordt gebruikt voor langetermijnanalyses van vergrijzing, netto profijt en houdbare overheidsfinanciën.  Als analyse-instrument wordt in het programma Vergrijzing en pensioenen het GAMMA model beheerd en gebruikt bij beleidsonderzoek. GAMMA is een dynamisch algemeen evenwichtsmodel met overlappende generaties voor de Nederlandse economie. Doordat het model overlappende generaties onderscheidt is het in het bijzonder geschikt voor analyse van het vergrijzingsprobleem. Een beschrijving van Gamma is te vinden in CPB Achtergronddocument 'Gamma: een langetermijnmodel voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën' (december 2019), CPB Document 147: 'GAMMA, a Simulation Model for Ageing, Pensions and Public Finances' (juni 2007) en CPB Memorandum 115:'Description Gamma Model; version pension study' (maart 2005).

CRASH

Het CRASH-model (Chaos and Recession After a Shock) is ontwikkeld om schokproeven voor de Nederlandse economie en overheidsfinanciën door te rekenen. Bij schokproeven gaat het om extreme financieel-economische scenario’s. Deze scenario’s verschillen in twee opzichten van relatief milde schokken zoals een tijdelijke verlaging van de wereldhandelsgroei: de schokken zijn groter (aandelenkoersen bijvoorbeeld dalen met 40%) en de schokken komen gecombineerd (er treden bijvoorbeeld simultaan schokken op in wereldhandel, rente, aandelen- en huizenprijzen). Het model is voor het eerst gebruikt bij de Miljoenennota 2021. Kenmerkend voor CRASH is het compacte karakter (het model telt minder dan 40 vergelijkingen), de incorporatie van een financiële sector en de rol van initiële condities (dekkingsgraden pensioenfondsen, kapitaalreserves banken en loan-to-value ratio’s bij woningbezit). Klik hier voor meer informatie over het model en hier voor de schokproeven van 2020.  

Eigenbetalingenmodel

Het eigenbetalingenmodel wordt gebruikt om wijzigingen van het verplichte eigen risico in de Zorgverzekeringswet (Zvw) te berekenen. Voorbeelden van zulke wijzingen zijn het verhogen, verlagen of zelfs afschaffen van het verplichte eigen risico, maar ook andere vormen van eigen betalingen zoals een procentueel of verschoven eigen risico. Het model is een microsimulatiemodel dat is geschat op individuele Zvw-uitgaven van alle verzekerden in Nederland. Het model simuleert twee effecten: het gedragseffect en de financieringsschuif. Het gedragseffect is het effect op het gedrag van verzekerden. Door bijvoorbeeld een hogere eigen betaling zullen sommige verzekerden minder zorg gebruiken, wat leidt tot een afname van zorgkosten. Met de financieringsverschuiving wordt het effect bedoeld dat verzekerden zelf een bedrag uit eigen zak moeten betalen vanwege de eigen betaling. Deze zorgkosten komen voor rekening van verzekerden en hoeven dus niet meer worden betaald uit de premies. In dit achtergronddocument wordt het simulatiemodel uitgelegd en wordt ook uitgelegd hoe het model is ingezet voor doorrekeningen ten behoeve van Zorgkeuzes in Kaart. Dit Discussion Paper biedt een technische en gedetailleerde uitleg. Het model is gevalideerd op twee empirische onderzoeken van het CPB naar de effecten van het verplichte eigen risico in de Zvw (zie hier en hier). 

Sociale zekerheid en arbeidsmarkt

MIMOSI

Het CPB gebruikt model Mimosi voor ramingen en analyses op de samenhangende terreinen van koopkracht, armoede, betaalbaarheid, verdelingseffecten van klimaat- en inkomensbeleid, marginale druk, loonkosten, sociale zekerheid, toeslagen, werkgeverslasten en loon- en inkomstenheffing. Mimosi wordt in belangrijke mate gekenmerkt door microsimulatie van het besteedbaar inkomen op een representatieve dataset van 100.000 huishoudens. Voor al deze huishoudens wordt het gehele bruto-nettotraject berekend, waarbij rekening wordt gehouden met zowel beleidswijzigingen als economische omstandigheden (zoals loonontwikkeling, inflatie en pensioenindexaties). Daardoor kunnen bijvoorbeeld veranderingen in de koopkracht van verschillende groepen huishoudens en belastingopbrengsten worden gesimuleerd. 

Lees meer over Mimosi.

MICSIM

Het model MICSIM wordt gebruikt voor de langetermijnanalyse van wijzigingen in het belasting- en sociale zekerheidsstelsel.  Met MICSIM kunnen de langetermijneffecten van maatregelen in het stelsel van belastingen, uitkeringen, toeslagen en subsidies op de overheidsfinanciën, de inkomensongelijkheid, de werkgelegenheid en de productiviteit integraal worden gesimuleerd. MICSIM is een microsimulatiemodel. Voor ruim 100.000 personen in huishoudens wordt de arbeidsparticipatie-beslissing gemodelleerd. Voor huishoudens met kinderen jonger dan 12 jaar wordt daarnaast ook de keuze voor formele kinderopvang gemodelleerd. De gedragsreacties zijn bepaald met behulp van een grote en rijke paneldataset voor de periode 2006-2009. De meest recente schattingen van de coëfficiënten zijn te vinden in dit CPB Achtergronddocument. De eigenschappen van het model zijn getoetst aan de uitkomsten van quasi-experimentele studies. De meest recente versie van MICSIM wordt beschreven in een CPB Achtergronddocument. Een uitgebreide set van varianten is te vinden in Kansrijk Arbeidsmarktbeleid, een geactualiseerde set in Kansrijk Belastingbeleid.

Arbeidsaanbodmodel

Het Arbeidsaanbodmodel wordt gebruikt voor korte- en middellangetermijnramingen van het arbeidsaanbod. De ontwikkeling van het arbeidsaanbod wordt bepaald door de ontwikkeling van de bevolking naar leeftijd en geslacht en van de bijbehorende participatiegraden. Deze participatiegraden ontwikkelen zich deels trendmatig en deels door effecten van beleid, met name inzake de sociale zekerheid. In het rekenschema dat wordt gebruikt om de toekomstige ontwikkeling van het structurele arbeidsaanbod te ramen, wordt de trendmatige ontwikkeling geschat op basis van ontwikkelingen in het verleden en kunnen de beleidseffecten ad hoc worden geraamd. Naast de trendmatige ontwikkeling en de beïnvloeding door beleidsmaatregelen speelt ook de conjunctuur een rol bij de arbeidsparticipatie. Als het goed gaat treden extra mensen toe tot de arbeidsmarkt en als het minder goed gaat trekken sommigen zich terug. Deze conjuncturele component wordt in de macro- en arbeidsmarktmodellen van het CPB en dus buiten het rekenschema om geraamd. Lees meer over dit rekenschema in een CPB Achtergronddocument.

Overig

Conjunctuurindicator

De Conjunctuurindicator wordt gebruikt om toekomstige conjunctuuromslagen te signaleren op basis van leading indicators.  Bij het maken van kortetermijnramingen voor de Nederlandse economie speelt bij het Centraal Planbureau het kwartaalmodel SAFFIER II een centrale rol. Het CPB maakt daarbij ook gebruik van andere instrumenten, waarvan de CPB-conjunctuurindicator er één is. Met deze conjunctuurindicator wordt getracht toekomstige conjuncturele omslagpunten vroegtijdig te signaleren aan de hand voorlopende indicatoren ('leading indicators'). De laatste revisie dateert van 2010 en wordt gebruikt met ingang van 2011. De gehanteerde methodologie en huidige samenstelling staan beschreven in CPB Document 219.

Data Science

Het Data Science Team (DST) ondersteunt de ramingen door voorspelmodellen te ontwerpen. Hierbij werkt het DST samen met de verschillende sectoren van het CPB. Zo combineren we specifieke economische expertise met de technische kennis van het DST. De werkloosheidsraming wordt bijvoorbeeld ondersteund door twee modellen die ontwikkeld zijn in samenwerking met het DST. Naast het ondersteunen van de ramingen, helpt het DST ook bij CPB-onderzoek. 

Contactpersonen

Lees meer over