24 april 2009

Beoordeling projecten innovatie en onderwijs 2008: analyse ten behoeve van toewijzing FES-gelden

Wisselend beeld beoordeling FES-projecten innovatie en onderwijs

Persbericht
Op verzoek van het kabinet heeft het CPB 23 projecten getoetst die zijn ingediend voor financiering vanuit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Van deze 23 projecten krijgen zes een gunstig, elf een ongunstig en zes een gemengd oordeel. De toetsingsresultaten lopen in de pas met beoordelingen van FES-projecten in het verleden.

Er blijken wel grote verschillen te bestaan tussen de voorstellen op de diverse terreinen. Zo kennen alle voorstellen in het onderwijsdomein een ongunstig eindbeeld, terwijl dat in de categorie 'Researchinfrastructuur' voor slechts één van de acht projecten geldt.

Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen CPB-Document 183 'Beoordeling projecten innovatie en onderwijs 2008: Analyse ten behoeve van toewijzing FES-gelden'. In het FES komt 40% van de Nederlandse aardgasbaten terecht, waarmee investeringsprojecten voor het versterken van de economische structuur worden gefinancierd. Er is deze ronde 279 mln. euro beschikbaar. Het CPB heeft 15 projectvoorstellen zelf beoordeeld en de overige acht onder verantwoordelijkheid van het planbureau laten beoordelen door onderzoeks- en adviesbureau ECORYS. De projecten zijn ingedeeld in de volgende categorieën: researchinfrastructuur, maatschappelijke innovatie en onderwijs. De Commissie van Wijzen heeft, parallel aan de beoordeling door CPB en ECORYS, de 18 innovatievoorstellen (de categorieën researchinfrastructuur en maatschappelijke innovatie) ook beoordeeld.

Aanpak beoordelingen
Centraal in de analyse staat de vraag in hoeverre de beoordeelde projecten de maatschappelijke welvaart vergroten. Het CPB en ECORYS kijken daarbij niet alleen naar financieel-economische effecten, maar ook naar andere zaken waar mensen waarde aan toekennen, zoals natuur, milieu en gezondheid.

De gebruikte beoordelingscriteria zijn, net als bij eerdere beoordelingsrondes:

  • Legitimiteit: ligt overheidsingrijpen in de rede?
  • Effectiviteit: in hoeverre draagt een project bij aan de beoogde doelen?
  • Efficiëntie: hoe verhouden de verwachte baten van een project zich tot de kosten?

Het CPB heeft de projectvoorstellen ingedeeld in drie categorieën: gunstig, gemengd, en ongunstig. 'Gunstige' projecten kennen een gunstige verhouding van de verwachte maatschappelijke kosten en baten, ook al zijn die baten niet altijd goed in geld uit te drukken. Bij 'gemengde' projecten bestaan belangrijke verbeterpunten. Als 'ongunstig' beoordeelde projecten verlagen bij uitvoering naar verwachting de maatschappelijke welvaart. 

Researchinfrastructuur
Drie van de acht voorstellen op het terrein van researchinfrastructuur zijn gunstig (of gemengd tot gunstig) beoordeeld. Hoewel de baten niet altijd goed in geld zijn uit te drukken, is de verwachting dat de kosten in redelijke verhouding staan tot de baten. Het gaat om:

  • De opzet van een Nederlands Centrum Biodiversiteit;
  • De opzet van een biobank in de gezondheidszorg (Lifelines);
  • Uitbreiding van een hybride netwerk (Surfnet7).

Vier voorstellen zijn als gemengd beoordeeld. Private partijen zouden meer moeten bijdragen. Bovendien zijn alternatieven onvoldoende in de afweging meegenomen. Het gaat om de volgende voorstellen:

  • Het vernieuwen van goten en bassins van het waterbouwkundig instituut Deltares;
  • Een investering in een golfopwekker voor onderzoek die de scheepvaart veiliger en energiezuiniger kan maken;
  • Investeringen in nieuwe nanotechnologiefaciliteiten;
  • De uitbreiding van een laboratorium voor zonnecellen.

Eén voorstel, een nieuwe faciliteit voor onderzoek naar voeding, is als ongunstig beoordeeld. De voedingsmiddelenindustrie draagt relatief weinig bij, alternatieven zijn onvoldoende onderzocht en de ontwikkelde kennis wordt niet goed gedeeld. 

Maatschappelijke innovatie
Drie van de tien projecten op het gebied van maatschappelijke innovatie laten een gunstig eindbeeld zien. De projectplannen zijn goed uitgewerkt met een goede beheersing van risico’s. De baten lijken op te wegen tegen de kosten. Het gaat om:

  • Een innovatieproject op het gebied van scheidingstechnologie;
  • Onderzoek naar een efficiëntere fotosynthese voor duurzame energie-opwekking;
  • Het ontwikkelen van sensoren voor defensie om snel in te kunnen spelen op veranderingen in terrorismedreiging.

Twee voorstellen zijn als gemengd beoordeeld. Belangrijke verbeterpunten zijn onder meer een betere benutting van buitenlandse ervaringen en het meer stimuleren van toepassing van onderzoek in de praktijk. Het betreft:

  • Een onderzoeksprogramma van het Topinstituut Gezond Ouder Worden;
  • Een kennisprogramma op het terrein van hersenen en cognitie.

De helft van de projecten is als ongunstig beoordeeld. Het gaat om:

  • Een voorstel om door opleiding personeelstekorten in onder meer de zorg en in de energiesector te verminderen;
  • Toepassing van het ‘Cradle to Cradle’ concept om zoveel mogelijk grondstoffen te recyclen;
  • De ontwikkeling van grondstoffen uit biomassa;
  • Onderzoek naar transitie in de gasmarkt (Grasp);
  • Het ontwikkelen van nieuwe teeltsystemen om emissies te reduceren.

Deze voorstellen zijn onder meer slecht onderbouwd. Verder is er onvoldoende aangehaakt op ervaringen in het verleden (Cradle to cradle, grondstoffen uit biomassa) en zijn er hoge risico's die onvoldoende worden beheerst (nieuwe teeltsystemen, Grasp). 

Onderwijs: aanpak lerarentekorten
Alle voorgestelde onderwijsprojecten hebben tot uiteindelijk doel om de lerarentekorten aan te pakken. Alle vijf voorstellen zijn als ongunstig beoordeeld. Het gaat om de volgende voorstellen:

  • Projecten ter verhoging van de arbeidsproductiviteit in het onderwijs (Innovatie-impuls);
  • Professionalisering van schoolleiders;
  • Twee projecten om met de inzet van ICT het lerarentekort tegen te gaan: ‘Open school’ en ‘Netwerkschool’
  • Een database met gratis toegankelijk digitaal lesmateriaal, gemaakt door leraren (Wikiwijs in het onderwijs).

De voorstellen zijn niet effectief in het aanpakken van problemen rond lerarentekorten, Wikiwijs lijkt dit zelfs te verergeren. Probleemanalyses zijn niet helder (alle vijf voorstellen), de meerwaarde boven bestaand beleid is onduidelijk (Innovatie-impuls, professionalisering) en er worden geen duidelijke keuzes gemaakt en onderbouwd (alle onderwijsvoorstellen). De belangrijkste verbeterpunten sluiten aan op deze knelpunten: een helderder opzet van het voorgestelde experiment (Netwerkschool), een betere evaluatie-opzet met een kleinere selectie van projecten (Innovatie-impuls), een betere onderbouwing van het probleem (Professionalisering) en een kleinschaliger invoering (Open school). 

Contactpersonen

Lees hier het bijbehorende persbericht.

De projecten zijn ingediend in het kader van een door het kabinet vastgesteld budget vanuit het FES (Fonds Economische Structuurversterking) van 279 mln euro. Acht projecten zijn beoordeeld door ECORYS onder supervisie en verantwoordelijkheid van het CPB.

Deze publicatie bevat een globale toetsing van deze 23 projecten. Uitgangspunt voor een beoordeling vormt de vraag of een project naar verwachting bijdraagt aan de maatschappelijke welvaart. Het doel van de beoordeling is om informatie aan te dragen voor een afweging door het kabinet.

Vijf projecten zijn als gunstig beoordeeld, zeven projecten als gemengd (tot gunstig) en elf projecten kenden een ongunstig eindbeeld. Het beeld van de projecten in het domein "Researchinfrastructuur" is het gunstigst, waarbij slechts één van de acht projecten naar verwachting de maatschappelijke welvaart verlaagt. Het beeld in het onderwijsdomein (aanpak lerarentekorten) is het meest negatief, waarbij alle vijf projecten een ongunstig eindbeeld kennen.

Gezien de beperkte tijdspanne van het project, heeft de analyse het karakter van een quick scan.

Auteurs

Free Huizinga