1 januari 1996

Bestuur van relaties van belanghebbenden: De Duitse en de Nederlandse ervaringen

Institutionele instellingen van diverse landen ondersteunen in verschillende mate investeringen in relatie-specifieke bedrijfsmiddelen door belanghebbenden.

De rol van bestuursinstellingen is om de betrokkenheid van partijen te versterken om zich niet aan een eerste overeenkomst te houden. Zodoende hebben internationale verschillen in bestuursinstellingen invloed op relatie-specifieke investeringen. We kunnen twee gestileerde modellen van relaties van belanghebbenden onderscheiden, het Anglo-Amerikaanse model en het Duitse model. Marktgerichtheid en concurrentie karakteriseren het Anglo-Amerikaanse model. Lange termijn relaties en samenwerking zijn onderscheidende kenmerken van het Duitse model. Sterke elementen van het Anglo-Amerikaanse model zijn snelle herschikking van financieel, fysiek en menselijk kapitaal door de markt. Korte termijn flexibiliteit maakt een verschuiving mogelijk van middelen naar innovatieve nieuwe technologieën, vooral naar startende bedrijven. Het Duitse model is sterk ten aanzien van de ontwikkeling van lange termijn verplichtingen, investeringen in relatie-specifiek fysiek en menselijk kapitaal, de samenwerking tussen bedrijven. Dit model bevordert technologische vooruitgang en herschikking van middelen binnen de gevestigde ondernemingen. De positie van de Nederlandse institutionele bestuursinstellingen, die de relaties tussen management en geldschieters regelen, steekt niet gunstig af ten opzichte van zowel het Duitse als het Anglo-Amerikaanse model van institutioneel bestuur. In Nederland is het aandeelhouderschap gespreid, zodat controle door gezamenlijke aandeelhouders grotendeels afwezig is. In dit opzicht is de situatie in Nederland vergelijkbaar met die in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Echter, in tegenstelling tot het Anglo-Amerikaanse model is de markt voor institutionele controle vrijwel afwezig in Nederland. Coöptatie van leden van de raad van commissarissen en uitgebreid gebruik van juridische beschermingsconstructies beperken de invloed van aandeelhouders op het management aanzienlijk. Daarom moedigen Nederlandse institutionele bestuursinstellingen investeringen in relatie-specifieke bedrijfsmiddelen niet aan, noch versterken zij de flexibele toewijzing van kapitaal of risicodelende financiering. Recente beleidsveranderingen zullen waarschijnlijk leiden tot een matige verschuiving naar het Duitse model. Nederlandse werkmaatschappijen, die zich bezighouden met het beheer van relaties tussen management en medewerkers, lijken meer op die in Duitsland. Dit houdt in dat de prestatie binnen grote gevestigde ondernemingen wordt versterkt door invloed van werknemers, maar dat externe toewijzing via de arbeidsmarkt minder efficiënt is in vergelijking met de werking van de markten in het Anglo-Amerikaanse model. Toekomstige beleidsveranderingen die de invloed van de Nederlandse werknemer versterken, zal gunstig zijn voor de prestaties in gevestigde ondernemingen, en zijn in overeenstemming met de geleidelijke verschuiving in de richting Duitse bestuursstructuren.

Dit is een Engelstalige publicatie.

Auteurs

George Gelauff
C. den Broeder

Lees meer over