Hernieuwbaar energiebeleid en internationale overnames in de zon- en windenergiesectoren
De huidige studie is de eerste die de relatie tussen beleid en overnames empirisch onderzoekt.
De analyse gebruikt de wereldbrede dataset van overnames in de hernieuwbare elektriciteitssectoren (voornamelijk zon- en windenergie, maar ook energie uit andere bronnen zoals hydro, marine, geothermaal en biomassa) in de periode 2005-2011. In deze periode hebben veel landen feed-in-tarieven (FIT’s) en/of hernieuwbare energiecertificaten (REC’s) toegepast.
Volgens de resultaten leiden hogere FIT’s tot een breder ‘energieportfolio’ dan REC’s. Dit is niet verrassend, omdat FIT’s per energiebron variëren en REC’s niet. Daardoor prikkelen REC’s vooral investeringen in de goedkoopste energiebronnen, zoals wind, terwijl FIT’s ook duurdere technologieën kunnen bevorderen. De relatie tussen FIT’s en buitenlandse overnames verschilt per sector. In de windenergiesector bestaat een positieve associatie tussen meer genereuze FIT’s en de kans op buitenlandse overnames. In de zonne-energiesector ligt dit echter anders. Daar bestaat een ‘inverted-U relatie’, in andere woorden: (te) genereuze FIT’s trekken minder buitenlandse investeerders aan. Dit wijst mogelijk op de houdbaarheidsrisico’s van hoge FIT’s voor zonne-energie op de lange termijn. Een andere mogelijke verklaring betreft het gebruik van hogere FIT’s door landen met weinig zonneschijn die dus geen economische ‘comparatieve voordelen’ hebben op het gebied van zonne-energie. Dat maakt deze hoge FIT’s nog steeds niet aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders.