12 maart 2008

Het einde van het Rijnlandse model

We voeren drie redenen aan om het Angelsaksische ondernemingsmodel te verkiezen boven het Rijnlandse.

Ten eerste leidt het hanteren van een meervoudige doelstelling met vele belanghebbenden tot slecht gedefinieerde eigendomsrechten. Ten tweede worden de kapitaalkosten van de onderneming verhoogd door werknemers een deel van het ondernemingssurplus toe te kennen. Dit gaat ten koste van de creatie van nieuwe banen, en daarmee van de positie van outsiders die naar een baan zoeken. Ten derde wordt de best mogelijke sociale verzekering gerealiseerd door het volledige ondernemingssurplus toe te kennen aan kapitaalverschaffers, omdat zij dat risico op de kapitaalmarkt kunnen diversificeren. Waar globalisering van productmarkten heeft geleid tot een verhoging van bedrijfsspecifieke risico's door een intensivering van concurrentie, daar heeft de globalisering van kapitaalmarkten geleid tot een verbetering van de risicodiversificatie van kapitaalverschaffers. Dit is een efficiënte vorm van sociale zekerheid.

Coördinatie in loononderhandelingen en collectieve normen spelen een belangrijke rol in het beperken van de claim van werknemers op het ondernemingssurplus. Zo dragen werknemers in Denemarken een veel kleiner deel van het bedrijfsspecifieke risico dan werknemers in de Verenigde Staten. Collectieve actie bij loononderhandelingen is dus van belang. Politici worden echter geconfronteerd met de verleiding om kiezers te plezieren door werknemers achteraf toch een claim op het ondernemingssurplus toe te kennen, ten koste van hun inkomenszekerheid op lange termijn en ten koste van de baancreatie voor toekomstige generaties.

Downloads

Rhineland exit
Engels, Pdf, 226.7 KB

Auteurs

Lans Bovenberg
Coen Teulings

Lees meer over