21 september 2006

Het meten van concurrentie in Nederland

In de jaren negentig van de vorige eeuw hebben beleidsmakers verschillende maatregelen genomen om concurrentie te stimuleren. Dit memorandum onderzoekt de vraag in welke richting mededinging de Nederlandse marktsector heeft veranderd. Vier concurrentie-indicatoren worden gebruikt.

Deze indicatoren zijn zowel afgeleid uit een databestand van 87 000 bedrijven als uit de input-outputtabellen van de Nationale Rekeningen. De beschikbare data beperkt de analyse tot de periode 1993-2001.

Opmerkelijk genoeg suggereren de indicatoren niet dat de concurrentie wereldwijd is toegenomen. Ze laten allemaal zien dat de concurrentieveranderingen  tamelijk klein zijn geweest in vele industrieën, maar dat een aanzienlijk aantal industrieën te maken heeft met een sterke stijging of daling van de concurrentie. Niettemin spreken de indicatoren elkaar regelmatig tegen over de verandering in concurrentie op bedrijfstakniveau. Deze verschillen kunnen deels worden teruggevoerd op verschillen in hun economische concepten. In theorie kunnen de indicatoren verschillen omdat ze verschillend reageren op een herverdeling van output van inefficiënte naar efficiënte bedrijven. Econometrische en statistische testen voorzien in enig maar meest niet-significant bewijs om de hypothese te ondersteunen.

Dit is een Engelstalige publicatie.

Auteurs

Harold Creusen
Bert Minne
Henry van der Wiel