17 augustus 2016

Nederlandse macro-economische en sectorale productiviteit: Enkele gestileerde feiten

Productiviteit is de belangrijkste motor van de levensstandaard op lange termijn. Echter, in de afgelopen jaren is de groei van de productiviteit laag geweest in de ontwikkelde wereld. Onder onderzoekers is een verhit debat ontstaan over de vraag of dit een tijdelijk of een langdurig fenomeen is (seculiere stagnatie). Het antwoord op deze vraag is dus van groot belang voor de toekomst van de Nederlandse levensstandaard. Dit document is bedoeld als een eerste stap in het begrijpen van de Nederlandse ontwikkeling van de productiviteit en geeft een samenvatting van de belangrijkste gegevens van productiviteit op macro- en sectoraal niveau. Onze bijdrage is om zowel macro- en gedetailleerde sectorale ontwikkelingen in een internationale context te plaatsen.

Op macroniveau heeft Nederland de Amerikaanse productiviteit in 1970 ingehaald en tot 2008 was de productiviteit ongeveer gelijk. Daarna zien we een forse neerwaartse verschuiving van de productiviteitstrend, niet alleen in vergelijking met de VS, maar ook in het algemeen, aangezien de Amerikaanse productiviteitsgroei eveneens is vertraagd. Toch is Nederland nog steeds een zeer productief land met een arbeidsproductiviteit die 33% hoger ligt dan het OESO-gemiddelde in 2014. Om een beter begrip te hebben van de recente ontwikkelingen van de productiviteit, kijken we ook naar gegevens op sectoraal niveau.

Wij voeren onze analyse op sectorniveau uit op basis van de jaarlijkse OESO-gegevens voor de periode 1995-2014, waarbij we naar twintig sectoren kijken. Alle Nederlandse sectoren behoren tot de top vijf van de meest productieve in de OESO-dataset die we gebruiken. Echter, het behoren tot de top vijf verbergt veel detail: vaak is het meest productieve land voor een bepaalde sector meer dan 50% productiever dan het vijfde meest productieve land. Als bijvoorbeeld alle Nederlandse sectoren even productief waren als het meest productieve land in deze sector in de OESO (buiten de VS en Japan), dan zou de toegevoegde waarde in Nederland ongeveer 12% hoger zijn.

We hebben ook een shift-share analyse uitgevoerd, waarbij de totale groei van de productiviteit wordt opgesplitst naar de groei van de productiviteit binnen sectoren en de gevolgen van de herverdeling van middelen tussen sectoren. Uit deze analyse blijkt dat het overgrote deel van de productiviteitsgroei plaatsvindt binnen sectoren, en dat deze niet door herverdeling wordt veroorzaakt.

Auteurs

Katarzyna Grabska