Variant voor verdeling toegestane overheidstekort tussen Rijk en lokale overheid
Bij de verdeling van het toegestane EMU-tekort over de overheidslagen kunnen verschillende uitgangspunten worden genomen.
Allereerst zouden theoretisch gezien maatschappelijke kostenbatenanalyses een rol moeten spelen bij de structurele afweging van de lopende uitgaven en investeringen van de diverse overheidslagen. Gegeven de restrictie van het maximale totale EMUtekort en uitgaande van de bestaande overheidsinkomsten zouden dan die uitgaven en investeringen moeten worden gedaan die de hoogste maatschappelijke netto baten hebben, waarbij de uitvoerende bestuurslaag irrelevant is. Deze theoretisch gezien ideale aanpak is in de praktijk onuitvoerbaar.
Een ander uitgangspunt betreft een verdeling op basis van efficiency op korte termijn. Hierbij gaat het om de mogelijkheden van de verschillende overheidslagen om het tekort op korte termijn terug te dringen en verschillen in de economische kosten daarbij. Wanneer efficiency op korte termijn het belangrijkste uitgangspunt is, zou de overheidslaag die de tekortreductie met de minste kosten voor de belastingbetaler kan doorvoeren (de rijksoverheid) de tekortreductie voor haar rekening moeten nemen.
Een derde uitgangspunt vloeit voort uit het proportionaliteitsbeginsel dat vaak in de bestuurlijk verhoudingen wordt gehanteerd: de inspanning van de diverse overheidslagen dient proportioneel te zijn. De wet Hof hanteert in dit verband het begrip gelijkwaardigheid. Dit begrip is in de wet Hof nog niet nader ingevuld.
Als bijzondere betekenis wordt gehecht aan overheidsinvesteringen zou bij het vaststellen van de verdeling van het tekort over Rijk en lokale overheden hier rekening mee kunnen worden gehouden. Dit omdat het voor de economische ontwikkeling op langere termijn onwenselijk wordt geacht dat terugdringing van het overheidstekort leidt tot een forse daling van de overheidsinvesteringen ten opzichte van het huidige niveau. Er zijn aanwijzingen dat in het verleden overheidsinvesteringen vaak relatief sterk getroffen werden door bezuinigingsoperaties. Politiek was dit makkelijker dan bezuinigingen op uitkeringen of op overheidsconsumptie.
De variant waarin bijzondere betekenis wordt gehecht aan overheidsinvesteringen, wordt in deze CPB notitie uitgewerkt. Daarbij speelt mee dat voor grote infrastructurele projecten standaard een kosten-batenanalyse wordt uitgevoerd.Kosten-batenanalyses zijn een middel om na te gaan of een voorgesteld project de maatschappelijke welvaart zal verhogen. Kosten-batenanalyses worden echter niet gedaan voor alle overheidsinvesteringen, waardoor investeringen door de centrale en lokale overheid met onvoldoende maatschappelijk rendement mogelijk zijn. Onderstaand tekstkader gaat nader in op het belang van overheidsinvesteringen.