22 juni 2010

Waarmee verdient Nederland in 2040 zijn geld?

NL2040: Versterk steden om Nederland voor te bereiden op de toekomst

Persbericht
In 2040 zijn sterke steden nodig voor de ontplooiing van kennis. De mobiliteit van mensen en bedrijven zal verder zijn toegenomen. Meer en meer zoeken talentvolle mensen elkaar op om ideeën uit te wisselen.

Sterke steden zijn dus nodig om talentvolle mensen en bedrijven aan te trekken en vast te houden. Een goed opgeleide beroepsbevolking wordt nog meer bepalend voor economisch succes dan die nu al is. Door steden de ruimte te geven en mensen passend te scholen kan Nederland zich voorbereiden op de toekomst.

De vraag hoe we in 2040 ons brood verdienen, heeft dan ook als antwoord: met goed opgeleide mensen in sterke steden. Dit concludeert het CPB in de Bijzondere Publicatie 'The Netherlands of 2040'. Onderzoekers Bas ter Weel, Albert van der Horst en George Gelauff schetsen in deze scenariostudie de belangrijkste uitdagingen voor Nederland om een aantrekkelijke vestigingsplaats te blijven, met hoogwaardige productie en een flexibele arbeidsmarkt. De publicatie en achtergrondinformatie zijn beschikbaar op www.nl2040.nl.

Scenario's over mensen en steden
De scenario's in deze studie bieden studenten, werknemers, bedrijven en overheid handvatten om zich voor te bereiden op de toekomst. Alle scenario's zijn even denkbaar, ze laten zien hoe uiteenlopend de toekomstige wereld kan zijn. De toekomst is per definitie onzeker en wordt onzekerder naarmate we verder vooruit kijken. De scenario's voor 2040 schetsen vier mogelijke werelden, uitgaande van twee fundamentele onzekerheden: de omvang van steden en de taakverdeling tussen werknemers.

Steden zijn broedplaats voor innovatie...
Sterke steden met een goed vestigingsklimaat zijn in staat om een hoogwaardig cluster van bedrijven en werknemers aan te trekken en te behouden. In deze steden vestigen bedrijven zich bij elkaar om te profiteren van kennisuitwisseling, korte aanvoerlijnen en een grote afzetmarkt. Het is geen toeval dat veel hoofdkantoren van Nederlandse multinationals eind vorige eeuw naar Amsterdam zijn getrokken.

...en zijn groot of klein
Sterke steden zijn niet per definitie groot. Na de Tweede Wereldoorlog hadden de grote steden het moeilijk met sociale problemen en mensen die wegtrokken naar slaapsteden. Amsterdam en Rotterdam verloren in die periode beide een kwart van hun bevolking. Al enige tijd is een kentering zichtbaar, vooral hoogopgeleiden vestigen zich in grote steden. De komende dertig jaar zijn grote steden succesvol als een nieuwe doorbraaktechnologie (zoals bio- of nanotechnologie) zich gaat ontwikkelen en intensieve samenwerking en afstemming tussen onderzoekers, ontwerpers, producenten en dienstverleners noodzakelijk is. Maar ook het omgekeerde is denkbaar. Kleine steden met goede wereldwijde netwerken zijn aantrekkelijk als ICT zich verder ontwikkelt. Daardoor zal fysieke nabijheid van minder belang worden. Productieprocessen die minder afhankelijk zijn van interacties tussen mensen zullen wegtrekken uit dure locaties.

Talentvolle mensen innoveren meer...
Veranderende productieprocessen zorgen ervoor dat de Nederlandse werknemer zal moeten concurreren met arbeiders vanuit de hele wereld, maar hij zal ook intensief met hen moeten samenwerken. Kennis en innovatie zijn en blijven de kern voor het succes van de Nederlandse economie. Daarvoor zijn talentvolle, goed opgeleide werknemers nodig.

... en zijn specialist of generalist
Specialisatie wordt in de toekomst belangrijk als communicatietechnologie zich verder ontwikkelt. Werknemers kunnen zich dan steeds meer toeleggen op een specifieke taak en daarin uitblinken. Op dit moment wordt bijvoorbeeld de productie van een Boeing 787 vanuit Chicago gecoördineerd, waarbij 43 buitenlandse bedrijven op 135 verschillende locaties zijn betrokken. De keerzijde van dit model is recentelijk door Toyota ondervonden, omdat de controle over de kwaliteit van bepaalde onderdelen onvoldoende is gebleken.

Tegelijkertijd kan de toekomst ook vragen om werknemers die veel taken combineren. Dit wordt mogelijk doordat informatietechnologie alle benodigde kennis ontsluit. Een voorbeeld hiervan zijn verzekeraars die alle vragen zoveel mogelijk door één persoon laten afhandelen. Immers, hoe minder schakels, hoe minder er fout kan gaan.

Vier scenario's
Om de onzekerheid over de omvang van steden en de taakverdeling tussen werknemers in beeld te brengen biedt deze studie vier mogelijke scenario's:

  • Talent Towns zijn kleine, sterk gespecialiseerde steden met een wereldwijd netwerk van verbindingen. Dit biedt kansen voor gespecialiseerde werknemers, maar kent ook een grote mate van onzekerheid en concurrentie.
  • Cosmopolitan Centres zijn grote gespecialiseerde steden die uitblinken in nieuwe technologie. Werknemers profiteren volop van interacties en bewegen vanuit de hele wereld naar de stad van hun specialisme.
  • Egalitarian Ecologies zijn kleine steden die een breed scala aan goederen en diensten produceren aangepast aan plaatselijke voorkeuren. Werknemers opereren zelfstandig, gebruikmakend van wereldwijd beschikbare kennis en informatie.
  • Metropolitan Markets is een scenario met enkele megasteden. Deze steden hebben grote aantrekkingskracht op bedrijven en werknemers wat ten koste gaat van de periferie.

Beleid voor de toekomst
De scenario's bieden houvast aan beleidsmakers bij het nemen van beslissingen voor de onzekere lange termijn. Ongeacht het verloop van de toekomst is het nodig dat steden zich vrijer kunnen ontwikkelen. Steden moeten daarvoor meer beslissingsruimte krijgen. Op tal van andere terreinen verschilt goed beleid per scenario:

  • Versterk steden en infrastructuur. Grote steden moeten kunnen groeien, met een lokaal netwerk van openbaar vervoer en wegen en met excellente kennisinstituten. Kleine steden hebben behoefte aan uitstekende verbindingen in de vorm van snelwegen en ICT-netwerken.
  • Onderwijs in werelden met gespecialiseerde kennis vraagt om vroege selectie en excellentie. Generieke kennis legt meer de nadruk op brede toegankelijkheid en een brede basisopleiding.
  • Specifiek innovatiebeleid is alleen van belang in het scenario met gespecialiseerde grote steden.
  • De rol voor de nationale welvaartstaat is in alle scenario's beperkt. Juist in scenario's met veel specialisatie waar veel behoefte is aan collectieve bescherming van kwetsbare werknemers, zijn de mogelijkheden voor collectieve voorzieningen klein. En in scenario's waar de overheid het meest in staat is bescherming te bieden, is de onzekerheid gering.
  • Huren verdient de voorkeur boven kopen in scenario's met veel specialisatie. Werknemers met een huurwoning voorkomen dat wanneer hun specialisatie teloorgaat -- zoals in het verleden de textielindustrie in Tilburg en Enschede -- zowel hun inkomen als de waarde van hun huis sterk daalt.
  • Gespecialiseerde werknemers hebben baat bij beleid dat omscholing stimuleert. Werknemers met generieke kennis profiteren van beleid dat is gericht op mobiliteit tussen banen.

In dit onderzoek worden vier scenario's uitgewerkt voor de toekomst van de Nederlandse economie in 2040. De centrale onderzoeksvraag luidt: 'Hoe verdienen wij ons geld in 2040?'

Om een antwoord op deze vraag te vinden, wordt gekeken naar mensen en steden. Het is lastig te voorspellen hoe de Nederlandse economie zich de komende vijf jaar zal ontwikkelen. Zelfs een of twee jaar vooruitkijken is niet eenvoudig, laat staan 30 jaar.

Toch moeten beleidsmakers nu beslissingen nemen die gevolgen hebben voor de lange termijn, bijvoorbeeld over infrastructuurprojecten, investeringen in onderwijs en wetenschap en hervorming van de welvaartsstaat. Hoe moeten beleidsmakers omgaan met deze onzekerheid over de toekomst bij het nemen van zulke strategisch belangrijke beslissingen?

De Nederlandse samenvatting is hieronder toegevoegd als bijlage.

Downloads

The Netherlands of 2040
Engels, Pdf, 9.7 MB

Auteurs

Bas ter Weel
Albert van der Horst
George Gelauff