De wijze les van de drie biggetjes
Gerdien Meijerink
Programmaleider bij het Centraal PlanbureauEen goed verhaal heeft drie ingrediënten. Een: er is een probleem. Klein Duimpje moet de weg terugvinden, een wolf aast in het bos op Roodkapje, drie biggetjes moeten bescherming zoeken tegen (weer) een wolf. Twee: door verschillende gebeurtenissen komt het verhaal (meestal) tot een goed einde. Klein Duimpje steelt de zevenmijlslaarzen van de reus, de wolf wordt gedood door de jager of belandt in de kookpot van het biggetje met het stenen huis. Drie: er zit een boodschap in het verhaal. Wie niet sterk is moet slim zijn, blijf op het rechte pad in het donkere bos, en hard werken wordt beloond.
In een goed leesbaar rapport (ook een soort verhaal) moeten het probleem en de boodschap duidelijk verwoord worden. Dat doen wij bij het CPB aan de hand van feitelijkheden en data. Een einde als “en ze leefden nog lang en gelukkig” is bij zo’n rapport niet leidend; een grondige, objectieve analyse en dito boodschap wel. We besteden veel aandacht aan de goede formulering hiervan, zowel in het rapport als in het persbericht.
Andere boodschappen
Maar soms wordt de door ons zorgvuldig geformuleerde boodschap niet opgepikt door de pers. Die haalt er dan heel wat anders uit en dan krijgen we vragen als “mogen ouders hun kinderen wel alleen laten in het bos, zoals Roodkapje of Klein Duimpje?”, “wat vindt u ervan dat biggen een wolf opeten?” Terechte vragen, maar die niet de boodschap van het verhaal betreffen.
Dit gebeurde onlangs met ons onderzoek naar de gevolgen van de hoge energieprijzen in 2022 op de winsten van Nederlandse bedrijven. Met de bedrijfsdata uit 2019 hebben we de gevolgen van een forse stijging van energieprijzen (bijna 200% voor gasprijzen en 115% voor elektriciteitsprijzen) doorgerekend om te zien hoeveel bedrijven hierdoor verlieslatend zouden worden. Dat bleek mee te vallen: 4% zonder aanpassingen. Maar we zagen ook, op basis van data van onder andere het CBS, dat bedrijven niet lijdzaam hadden toegekeken. Sommige bedrijven hebben flink op energie bespaard en een (groot) deel van de hoge energieprijzen weten door te berekenen aan klanten. Door deze maatregelen bleef er 2% verlieslatende bedrijven over, op een gemiddelde van 20% van bedrijven die in 2019 verlies leden.
De boodschap dat bedrijven zich (weer) aardig weerbaar hadden getoond, bleek de pers niet nieuwswaardig te vinden. De vragen die ik kreeg richtten zich met name op één tabel in ons rapport die liet zien welk verschil er was tussen kostprijzen en afzetprijzen per bedrijfstak. In sommige gevallen waren die verschillen verrassend groot. Deze gegevens hadden we gebruikt als onderbouwing voor onze berekeningen, maar waren niet het hoofdonderwerp. Dus waarom dit verschil voor sommige bedrijfstakken zo groot was, kon ik niet verklaren. En of dit bewijs was voor ‘graaiflatie’, zoals de FNV had geconcludeerd in een net daarvoor verschenen publicatie, kon ik dus niet bevestigen.
Een stenen huis
Geheel verrast waren we niet. Na de publicatie van het FNV-rapport en de stof die dat deed opwaaien, voorzagen we dat dit gelinkt kon worden aan ons rapport. Maar ergens blijft er wel een gevoel van teleurstelling. Toen we begonnen aan het onderzoek, stonden de media nog vol met verhalen van bedrijven die het moeilijk hadden, en werd de vraag gesteld of deze bedrijven niet gecompenseerd moesten worden. Nu hadden we een antwoord, maar was de discussie intussen omgeslagen. Maar, uiteindelijk geeft dit niet, want ons onderzoek had een duidelijk probleem aangekaart en had ook een heldere boodschap. Bij het CPB werken we als het biggetje dat bouwt aan een stevig gefundeerd huis; in dit geval met een analyse die als boodschap heeft: bedrijven zijn aardig weerbaar en hebben meestal geen generieke overheidssteun nodig.
Gerdien Meijerink
- meer over Gerdien
alle columns en artikelen
Recente CPB columns
- Van wie is de ruimte? - Jeroen Hinloopen
- Kinderwetje uit 1874 nog steeds actueel - Frits Bos
- Misverstanden plagen aanpak van productiviteit - Pieter Hasekamp
alle columns en artikelen