30 mei 2012

CPB Risicorapportage Financiële Markten

CPB: schuldencrisis blijft grootste gevaar voor Nederlandse economie

Persbericht
De Europese schuldencrisis blijft het belangrijkste gevaar voor de Nederlandse economie. De centrale vraag is of Spanje, en op langere termijn Italië, erin slagen de noodzakelijke hervormingen en bezuinigingen door te voeren.
No title

Andere risico’s zijn lagere economische groei dan nu verwacht voor de lidstaten van de Europese Unie en de kwetsbaarheid van de Europese financiële sector, waarvan ook Nederland gevolgen kan ondervinden. Dat constateert het Centraal Planbureau (CPB) in de eerste CPB Risicorapportage Financiële Markten, die op verzoek van de Tweede Kamer is geschreven.

Als Griekenland uit de Economische en Monetaire Unie (EMU) zou treden, vraagt dit onmiddellijk om vergaande stappen van Europese politici om verdere escalatie van de schuldencrisis te voorkomen. Vooral de situatie in Spanje is in dat verband precair. De blootstelling van de Nederlandse economie aan Spanje (en Italië) is groot.

Een onbeheerste Griekse exit met besmetting naar andere eurolanden laat ook het Nederlandse bankwezen niet onberoerd. Op Europees niveau is sprake van terugkoppelingmechanismen tussen de gezondheid van banken en landen. Problemen in het bankwezen versterken de schuldencrisis en de schuldencrisis versterkt problemen in het bankwezen.

Een mogelijke oplossing is de uitbreiding van het Europese noodfonds ESM, aangevuld met een vangnet voor banken, met bijvoorbeeld een Europees depositogarantiestelsel en bankentoezicht op Europees niveau. Dit maakt herkapitalisatie van het Europese bankwezen gemakkelijker en doorbreekt de terugkoppelingsmechanismen.

De Europese groeivooruitzichten zijn momenteel bescheiden en steunen voor een belangrijk deel op het soepele monetaire beleid van de Europese Centrale Bank en de verwachting dat de wereldhandel in de loop van 2012 aantrekt. Mocht de groei tegenvallen, dan wordt het nog moeilijker om de schuldencrisis het hoofd te bieden.  

De Tweede Kamer heeft als vervolg op de aanbevelingen van de Commissie-De Wit, het CPB en De Nederlandsche Bank verzocht om in wederzijdse afstemming minimaal één keer per jaar een rapportage te maken over de internationale en nationale macro-economische ontwikkelingen, in samenhang met ontwikkelingen in de financiële sector. Deze rapportage is daarvan een uitvloeisel.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

De bevindingen met betrekking tot de ontwikkelingen van de financiële markten zoals weergegeven in het Centraal Economisch Plan (CEP) van 2012, vormen voor wat betreft het CPB-deel hierbij het uitgangspunt. Doordat het CPB qua bemensing voor de uitvoering van deze rapportage slechts beperkte capaciteit heeft, beperkt de analyse zich tot een beschrijving van de belangrijkste risico’s. Dat andere risico’s niet genoemd worden, betekent niet dat deze risico’s niet bestaan.

 

Auteurs

Michiel Bijlsma
Remco Mocking
Nancy van Beers