17 juni 2013

Uitstel project 'Wind op Land' beste optie

Uitstel met ongeveer vijf jaar van het project om 3500 megawatt (MW) aan windenergie op land bij te plaatsen, is de beste optie. Een analyse van de maatschappelijke kosten en baten geeft aan dat deze ongeveer met elkaar in evenwicht zijn. De onzekerheden in de berekening zijn echter groot.

De gevolgen van het mogelijk niet halen van Europese afspraken op het vlak van duurzaamheid en potentieel grote effecten voor het landschap van plaatsing van 100-meter hoge windmolens, zijn niet meegenomen. Dat rapporteert het Centraal Planbureau (CPB) in de vandaag verschenen studie 'Maatschappelijke kosten-batenanalyse Structuurvisie 6000 MW Windenergie op land'. Deze is uitgevoerd op verzoek van de ministeries van Economische Zaken en Infrastructuur & Milieu, met medewerking van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN).

De vraag naar energie is momenteel laag als gevolg van de economische crisis, terwijl er ook sprake is van overcapaciteit. De elektriciteitsprijzen zijn dusdanig laag, dat elke uitbreiding van de productiecapaciteit verliesgevend is. Dat geldt ook voor wind op land. Onderliggende factoren zijn de Amerikaanse schaliegasrevolutie, waardoor Amerikaanse energiecentrales overschakelen naar aardgas en de wereldmarkt wordt overspoeld met een overschot aan kolen. Dit heeft in Europa geleid tot een groter gebruik van kolencentrales. Daarnaast is vooral in Duitsland een ambitieus investeringsprogramma voor hernieuwbare energie opgezet.

De toekomstverwachting is wel dat elektriciteitsprijzen substantieel stijgen, zodra de overcapaciteit is afgenomen en de economische groei toeneemt. Maar deze verwachting en vooral de timing ervan is met grote onzekerheden omgeven. Daarom is het volgens het CPB raadzaam te wachten met de start van windenergie op land. Dan kan er ook beter worden ingespeeld op de prijsontwikkelingen in de elektriciteitsmarkt. Voor de staatskas is uitstel gunstig, omdat er minder subsidies verstrekt hoeven te worden. Het project ‘Wind op Land’ draagt 1,5%-punt bij aan het bereiken van de duurzaamheidsdoelstelling (door hernieuwbare energie) van het kabinet van in totaal 16% in 2020. Uitstel maakt het lastiger om die doelstelling te halen, maar heeft geen of weinig effect op achterliggende doelen voor het klimaatbeleid, milieu, voorzieningszekerheid of kennisontwikkeling. Wel zou het niet halen van de doelstelling kunnen leiden tot boetes vanuit de EU.

Contactpersonen