30 oktober 2008

Economische gevolgen van schoon en zuinig in 2020

Meerkosten doelstelling broeikasgassen 'Schoon en Zuinig' kunnen oplopen tot 0,25% BBP

Persbericht
Nederland wil zijn broeikasgasemissies verder terugbrengen dan de voorstellen in het klimaat- en energiepakket van de Europese Commissie. In het werkprogramma 'Schoon en Zuinig' heeft het kabinet aangegeven de emissies in 2020 met 30% terug te willen brengen ten opzichte van 1990, ongeacht of andere landen dan klimaatbeleid voeren of niet.

De Europese Commissie wil de emissies voor de hele EU met 20% verminderen wanneer de internationale klimaatonderhandelingen niet slagen en er een impasse ontstaat. In dat geval zal Nederland aanvullend beleid moeten voeren om de 30% reductie te halen. De mogelijkheden voor aanvullend beleid zijn echter beperkt omdat de emissies die onder het Europese emissiehandelssysteem vallen niet door Nederlands beleid kunnen worden beïnvloed.

Dit concluderen de onderzoekers Paul Koutstaal en Paul Veenendaal van het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen rapport 'Economische gevolgen van Schoon en Zuinig in 2020. In de studie zijn de gevolgen van een aantal beleidsscenario's geanalyseerd voor het jaar 2020.

Opties voor aanvullend Nederlands beleid Komt er een Grote Coalitie van industrielanden en grote ontwikkelingslanden tot stand die gezamenlijk klimaatbeleid voeren, dan vermindert de Europese Unie zijn broeikasgasemissies met 30%, aldus het voorstel van de Europese Commissie. Nederland hoeft dan geen aanvullend beleid meer te voeren omdat de 30% doelstelling op Europees niveau wordt gehaald. Als die Grote Coalitie er echter niet komt en het internationale beleid in het Impasse-scenario terecht komt, dan moet Nederland zelf extra beleid voeren om de 30% reductie te realiseren.

Nederland kan meer emissiereducties aankopen met het Clean Development Mechanism (CDM) of een deel van de emissierechten die beschikbaar zijn voor de bedrijven die onder de emissiehandel vallen vernietigen in plaats van ze te veilen. Nederland loopt dan wel de opbrengst van verkoop van deze rechten mis. Daarnaast kunnen maatregelen worden genomen om de emissies van de sectoren die niet onder de emissiehandel vallen te verlagen. Aankoop van CDM-emissiereducties, wat inhoudt dat Nederland betaalt voor emissiereductie in landen zonder een emissieplafond (met name ontwikkelingslanden), is de goedkoopste optie. De extra kosten in 2020 zijn dan verwaarloosbaar. Worden de extra reducties volledig gerealiseerd in de sectoren buiten het systeem van emissiehandel, dan lopen de kosten op tot 0,25% van het nationaal inkomen in 2020.

Doelstelling hernieuwbare energie in Schoon en Zuinig brengt ook extra kosten met zich mee Naast de doelstellingen voor broeikasgassen zijn er zowel in de voorstellen van de Commissie als in Schoon en Zuinig ook doelen opgenomen voor het aandeel hernieuwbare energie in de energievoorziening. De Europese Commissie wil 20% van het finale energieverbruik binnen de EU in 2020 dekken uit hernieuwbare bronnen (zoals biomassa, wind en zonne-energie). Nederland zou in de voorstellen van de Commissie 14% hernieuwbare energie moeten gaan verbruiken. Het kabinet heeft een ambitieuzere doelstelling voor het gebruik van duurzame energie: 20% van het primaire energieverbruik in 2020, wat overeenkomt met 17% in termen van de EC-definitie. De directe meerkosten van deze extra productie van hernieuwbare energie worden geschat op ca. 0,2% van het nationale inkomen in 2020.

CDM helpt om kosten alleenstaand EU-beleid te reduceren

Met een Grote Coalitie worden de emissies wereldwijd met 22% gereduceerd in 2020 ten opzichte van het basisscenario zonder klimaatbeleid. Dit kost de EU 0,7% van zijn nationaal inkomen in 2020. Komt er geen Grote Coalitie maar ontstaat er een Impasse, en worden in de EU de emissies conform de plannen van de Commissie met 20% gereduceerd, dan dalen de emissies wereldwijd met slechts circa 5%. De kosten voor de EU zijn dan ook 0,7% van het nationaal inkomen. Even hoge kosten als in Grote Coalitie, maar aanzienlijk hogere wereldwijde emissies. De kosten kunnen wel worden gereduceerd door emissiereducties aan te kopen via CDM in plaats van de emissies alleen binnen de EU te verminderen. De kosten van het klimaatbeleid in de EU dalen dan licht tot 0,6% van het nationale inkomen in 2020.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

In dit rapport worden hiervan twee uitersten in beeld gebracht: GROTE COALITIE en IMPASSE. De kosten van '20 20 in 2020' blijken in beide scenario's vrijwel hetzelfde en bedragen 0,6 tot 0,7% van het nationale inkomen in 2020. In GROTE COALITIE is het klimaatbeleid wel veel effectiever. Met het grotere aandeel van hernieuwbare energie van S&Z zijn extra kosten gemoeid   ongeveer 0,2% van het nationale inkomen. De meerkosten van extra emissiereductie volgens S&Z in IMPASSE kunnen beperkt blijven als hiervoor een extra beroep wordt gedaan op het Clean Development Mechanism; de beleidsvoorstellen van de Europese Commissie laten hier ruimte toe. Naarmate Nederland de beoogde extra emissiereductie meer in eigen land probeert te realiseren, nemen de meerkosten snel toe. Zij kunnen in 2020 oplopen tot een kwart procent van het nationale inkomen.

Auteurs

Paul Koutstaal
Paul Veenendaal