17 september 2002

CPB Report 2002/3: Liberalisering aardgasmarkten: lagere prijzen, maar meer afhankelijk van invoer

Liberalisering zorgt voor een radicale verandering van de Europese aardgasmarkt. Dit dwingt de huidige aanbieders hun monopoliepositie op de eigen, meestal nationale, markt op te geven. Zij moeten met elkaar gaan concurreren, terwijl het beheer van de transportnetwerken en de gasverkoop niet meer in één hand mogen zitten.

In combinatie met het loslaten van de koppeling van de gasprijs aan de olieprijs leidt dit alles ertoe dat vraag en aanbod een grote invloed krijgen op de gasprijs. Naar verwachting gaan de prijzen de eerstkomende jaren dalen door de toenemende concurrentie, waardoor de vraag zal groeien. Aan het eind van dit decennium kunnen de aardgasprijzen weer stijgen als gevolg van toenemende schaarste, als de Britse gasvelden uitgeput raken en de aanvoer van veel verder weg gelegen velden moet komen.

De grootste leveranciers op de Europese gasmarkt zijn - in volgorde van grootte - Rusland, Verenigd Koninkrijk, Algerije, Nederland en Noorwegen. De naderende uitputting van de Britse gasvelden heeft tot gevolg dat de Europese Unie steeds meer afhankelijk wordt van gas-import van buiten de EU, met name uit Rusland. Ook de dalende gasprijzen dragen hieraan bij, omdat dit de vraag naar aardgas vergroot: de EU kan dan minder zelfvoorzienend zijn. Afhankelijkheid van invoer van buiten de EU zet de voorzieningszekerheid onder druk.
's Werelds grootste aardgasland is Rusland, goed voor eenderde van alle aardgasvoorraden. Het is de vraag of de exploitatiemaatschappijen hier de komende jaren genoeg zullen investeren in de gaswinning en in het zoeken naar nieuwe gasvelden. De weinig stabiele politieke en institutionele situatie in Rusland remt investeringen af. Tegelijkertijd maken de sterk wisselende marktprijzen voor aardgas de winstgevendheid van alle investeringen in transportinfrastructuur onzeker.

Naar verwachting zal liberalisering van de aardgasmarkten per saldo een positief effect hebben op het milieu. De lagere gasprijzen zullen tot gevolg hebben dat energiecentrales voor een groter deel op het relatief schone aardgas gaan draaien. Het vervangen van met name steenkool door aardgas als brandstof in de centrales zorgt voor een drastische beperking van de emissies, die de twee hierna te noemen ongunstige invloeden ruimschoots compenseert.
Lagere gasprijzen leiden in de komende jaren ten eerste tot een hoger energieverbruik en daarmee tot meer emissies. Een tweede negatief effect van lagere gasprijzen is dat duurzame energieopwekking, zoals windenergie, hierdoor relatief duurder wordt en daardoor, zonder aanvullend beleid, marktaandeel gaat verliezen.

Dit zijn enige hoofdlijnen uit het artikel 'Liberalising the European natural gas market' in het vandaag gepubliceerde CPB Report 2002/3. Dit Engelstalige kwartaaltijdschrift van het Centraal Planbureau (CPB) bevat ieder kwartaal de meest actuele kortetermijnramingen voor de wereldeconomie en de Nederlandse economie - op deze derde dinsdag van september sluit dit aan bij de gelijktijdig gepubliceerde Macro Economische Verkenning.

Daarnaast presenteert CPB Report steeds eigen economische onderzoek over uiteenlopende thema's. Zo bevat dit nummer ook artikelen over de zakelijke dienstverlening, ICT en e-commerce, een artikel over kosten-baten-analyses van overheidsinvesteringsplannen (conform het speciaal onderwerp in de Macro Economische Verkenning) en een Engelstalige samenvatting van de analyse van de economische gevolgen van het Strategisch Akkoord van het nieuwe kabinet.